Wetenschap
Half aap, half papier
In een stoffige loods in Parijs vond bioloog en Boerhaave-conservator Bart Grob wat al tien jaar op zijn verlanglijstje stond: een anatomisch model van een gorilla, gemaakt van papier-maché en een echt skelet.
Bart Braun
woensdag 23 september 2015
Bart Grob: 'Je gaat natuurlijk niet zeggen dat iemand De Nachtwacht in zijn schuur heeft staan.' © Raymond Rutting

‘Als conservator krijg je elke week voorwerpen aangeboden. Tante Siens opa was plattelandsdokter, en misschien is zijn dokterstas van grote historische waarde? Nou, nee. Je raakt blasé en gelooft niet meer in Tussen kunst en kitsch-achtige verhalen. Maar dan sta je ineens in een loods in Parijs te knipperen met je ogen, en maak je een unicum mee.

‘Museum Boerhaave heeft een vriendenclub; een groep verzamelaars en amateur-wetenschapshistorici. Een van hen had ons getipt. Ken je die reality-serie Storage Wars? Zo was dit ook: er ging zo’n rolluik omhoog, en dan loop je een stoffige ruimte binnen. Daar stond-ie. Een gorilla van Auzoux. Voor zover bekend zijn er zeven in totaal, en we hadden ze al tien jaar op ons verlanglijstje staan.

‘Louis Auzoux was een Franse arts uit de negentiende eeuw. Hij liep tegen een probleem aan dat nog steeds bestaat: er is te weinig menselijk materiaal voor het onderwijs in de anatomie. Lijken vergaan, en elke manier om ze te bewaren, verandert de structuur. Als je een zweer op een teen in een pot met sterk water zet, blijft er niets zichtbaars over. Het verhaal gaat dat Auzoux poppenspelers aan het werk zag, en dat bracht hem op het idee om anatomische modellen van papier-maché te maken. Die konden uit elkaar worden gehaald voor het onderwijs, en dan na afloop opgeborgen. Papier-maché was stukken goedkoper dan voorwerpen van was, waarvan de meeste modellen werden gemaakt, en het kon beter tegen hoge temperaturen. Hij had een geheim recept: behalve papier gingen er ook lompen in, en kurk. In 2008 hadden we in het museum een symposium over Auzoux. Zijn bedrijf heeft meer dan een eeuw bestaan, maar ging in de jaren tachtig failliet. De voormalige directeur heeft op ons symposium de exacte receptuur verteld.

‘Auzoux maakte zowel medische als dierlijke modellen, en we hebben van allebei voorbeelden tentoongesteld. Hij maakte ook vergelijkend-anatomische modellen, op basis van het werk van grote anatomen als Georges Cuvier. Het was de tijd dat de biologie langzaam vorm kreeg, als wetenschap. Waarom wij ze hebben, en niet het Louvre? Die mochten willen dat ze dit hadden! Eén van de redenen is dat ze veel gebruikt werden voor het onderwijs aan de hbs, een typisch Nederlandse instelling. Op een gegeven moment heb je dan een nucleus, de kern van een verzameling met Auzouxen, en die wil je uitbreiden. Voor zover we weten heeft Museum Boerhaave nu de grootste collectie ter wereld. De gorilla vormt daarvan het kroonjuweel, en wij hebben nu de allereerste.

‘Dat weten we, omdat hier het skelet van een echte gorilla in zit. Daar heeft Auzoux het model omheen geboetseerd, en dat diende vervolgens als mal voor de andere gorilla’s. Het eerste dat opviel toen we in die loods stonden, was de slechte staat van het model. Een arm lag eraf, de verf was afgebladderd. Ik liep er naartoe, en zag ineens dat er echte tanden in zaten. “Deze moeten we echt hebben”, siste ik naar mijn collega. En ondertussen in het Frans maar klagen dat dat ding in zo’n slechte staat verkeerde. Je gaat natuurlijk niet zeggen dat iemand De Nachtwacht in zijn schuur heeft staan. De prijs? Een jonger model dan dit ging laatst bij Christie’s weg voor honderdvijfentwintigduizend pond. Dat hebben wij bij lange na niet betaald.

‘Met die gorilla erbij is onze Auzoux-collectie nog niet helemaal af. Wat we nog heel graag zouden willen hebben zijn de paardenmodellen die hij liet maken voor het onderwijs in de diergeneeskunde.

‘De gorilla is in 1847 voor het eerst wetenschappelijk als diersoort beschreven, en slechts een paar jaar ervoor ontdekt. Ons exemplaar is uit 1864, toen gorilla’s nog echt iets nieuws waren. Dit dier vertelt dus ook iets over de historische diversiteit van gorilla’s. Biologe Barbara Gravendeel van Naturalis heeft samen met haar studenten DNA uit een tand gehaald, en vastgesteld dat het inderdaad om een vrouwtjesgorilla uit Gabon gaat, zoals de beschrijving zei.

‘De genetische informatie van onze gorilla speelt een rol in een breder onderzoek naar de diversiteit van mensapen. Er bestaat nogal wat wetenschappelijke discussie over hoeveel ondersoorten van de gorilla er eigenlijk bestaan. Je zoekt je objecten natuurlijk in de eerste plaats uit omdat het belangrijke museumstukken zijn. Als ze daarnaast een rol kunnen spelen in modern onderzoek en onderwijs, maakt dat onze spullen natuurlijk tien keer zo relevant. Dat zijn zaken waar vijftien jaar geleden nog helemaal niet over werd nagedacht, maar in dit vak is het het leukste dat je kunt meemaken.’

Museum Boerhaave houdt zondag 27 september van 14:00 tot 16:00 een restauratie-bijeenkomst over de gorilla van Auzoux, met de restaurateur en biologen erbij. Toegang is gratis op vertoon van een museumkaartje, die zijn gratis voor studenten.

Bart Grob (red), Papieren Anatomie - de wonderschone papier-machémodellen van dokter Auzoux. Walburg Pers, 2008. 96 blz. € 18,95

Steeds vaker onderzoek naar museaal DNA

Toen bleek dat de gorilla van Auzoux een echt gorillaskelet bevatte, ging biologe Barbara Gravendeel aan de slag. Uit een tand wisten zij en haar collega’s bij het genomics-samenwerkingsverband Generade wat DNA te peuteren. ‘Daarvan hebben we het zogeheten exoom bepaald: het gedeelte van het DNA dat afgelezen wordt in levende cellen. Dat is ongeveer een procent van het totale erfelijk materiaal, maar stukken meer dan bij de barcodes die vroeger werden gemaakt. Het is bijvoorbeeld genoeg om iets te kunnen zeggen over genetische diversiteit bij gorilla’s.’

De soort Gorilla gorilla heeft op papier vier ondersoorten: de berggorilla uit Rwanda, de oostelijke laaglandgorilla, de Cross-River-gorilla die op het grensgebied van Kameroen en Nigeria woont, en de westelijke laaglandgorilla. Dat beest van Auzoux behoort tot de laatste ondersoort, in het Latijn Gorilla gorilla gorilla. Nu zijn er biologen die denken dat de Cross-River (Gorilla gorilla diehli) eigenlijk hetzelfde dier is. Dat zou goed nieuws zijn, want er zijn nog maar 250 van die Cross-River gorilla’s over. Als het dezelfde ondersoort is, zou je met westerse laaglandgorilla’s de populatie wat op kunnen krikken. Museaal DNA brengt wel vaker toepassingen met zich mee. Het DNA van de Neanderthaler wierp licht op de genetische basis van onze taalvaardigheid. Hoopvolle biologen zijn druk bezig om uitgestorven diersoorten als de buidelwolf en de mammoet te sequencen, soms vanuit de misvatting dat je dan een soort weer tot leven kan wekken. Dichter bij huis werkte Gravendeel aan gedroogde tomatenplanten uit de collectie van Naturalis. ‘De afgelopen jaar is de soort zwaar veredeld, en daardoor genetisch verarmd. Daar horen ook genen bij die voor resistentie tegen ziektes of insecten zorgen. Of plantenveredelaars dat interessant vinden? Die willen vooral weten of ze de oude zaadjes nog uit kunnen zaaien, en dat kan helaas niet meer. Je zou wel de resistentiegenen kunnen overzetten naar een moderne plant, maar dan is het biotechnologie en dat laat zich in Europa moeilijk verkopen. In de VS telt zo’n tomaat overigens niet als genetisch gemanipuleerd – er zitten geen genen van een andere soort in. Daar is dus ook al heel wat meer belangstelling voor museomics dan hier.’