Studentenleven
Kamervragen: 'Beneden slapen ze in de cel'
Petra Meijer
woensdag 10 juni 2015
© Taco van der Eb

Huis: Zonneveldstraat 10D

Grootte: 40 m2

Kost: 800 euro

Aantal bewoners: 1

Je woont in een bijzonder gebouw, wat weet je ervan?

‘Het is een voormalig politiestation, dat staat ook nog op de gevel. Soms komt hier een agent uit Katwijk, die meer over het gebouw kan vertellen. Van hem weet ik dat in mijn kamer de rechercheurs werkten.

‘Het achterste appartement is heel smal en wordt gedeeld door twee jongens die beiden hun slaapkamer beneden in de voormalige cellen hebben. Laatst hadden we de boiler van de centrale verwarming uitgezet, toen zij via de groeps-WhatsApp aan de bel trokken: zelfs in de zomer is het er steenkoud.’

Wat zijn de voordelen van dit appartement?

‘Het enige nadeel is de prijs, verder is het perfect. Het is mooi, groot, zonnig door de vele ramen en midden in het centrum. Ook het Van der Werfpark is lekker dichtbij, dus je zit er binnen een kwartiertje in de zon.

‘Verder vind ik het leuk om zo dicht bij het KOG te wonen. Ik ben waarschijnlijk de natuurkundige die het dichtst bij het beroemde laboratorium van Kamerlingh Onnes (Nobelprijswinnaar die helium vloeibaar wist te maken, red.) woont. Tijdens mijn promotie heb ik veel met vloeibare helium gewerkt, en tijdens mijn volgende project zal ik dat waarschijnlijk weer gaan doen. Ik ben dus erg afhankelijk van zijn ontdekkingen.’

Hoe is het om in zo’n karakteristiek pand te wonen?

‘Er zijn regelmatig toeristen die door de ramen naar binnen gluren, en zich vervolgens doodschrikken omdat jij daar gewoon aan je bureau zit. Ze verwachten niet dat hier gewoon mensen wonen. Een enkele keer laat ik ze binnen.

‘Het is een beschermd pand. Je mag bijvoorbeeld geen gaten boren in het plafond. Er is één vaste plek om een lamp op te hangen, maar de meeste mensen hebben slechts een simpel peertje. Al zou je er een lamp op willen hangen, dan kom je er waarschijnlijk niet bij, want het plafond is vijf meter hoog.’

Wat is het apparaat in de hoek?

‘Het is een oude microscoop. Hij stond op een karretje van de fijnmechanische dienst in het Huygens, omdat ze hem wilden weggooien. Als je hem aanzet, gaan er rode cijfertjes branden. Je kunt er de omtrek van een voorwerp mee meten. Hij werd waarschijnlijk gebruikt om houders voor gereedschap mee te maken. Mijn vrienden willen hem dolgraag hebben. Als ik ooit terug naar Duitsland ga zal ik hem waarschijnlijk aan hen moeten geven, want hij is loodzwaar.’

Heb je nog meer bijzondere objecten?

‘Mijn ijsmachine. Ik houd van alle soorten ijs, maar pindakaas is een van mij favorieten. Ik heb laatst ook bacon-ijs gemaakt, met gekarameliseerde spekjes. In eerste instantie trok iedereen een vies gezicht, maar uiteindelijk vonden ze het bijna allemaal lekker. Ik heb ook gorgonzola-ijs gemaakt, met peer. Dat was ook erg geslaagd, maar misschien nog net iets te sterk van smaak.’