Columns & opinie
Geen Commentaar: Voedselpakketten
Marleen van Wesel
woensdag 3 juni 2015

Diep weggedoken in z’n hoodie staat hij bij het station, z’n grauwe kop verscholen achter z’n zonnebril. Het is donderdagochtend. De laatste nachttrein braakt uitgefeeste studenten uit, en neemt de eerste zakenlui mee. Hij deinst aan de kant, ze stormen zo over hem heen. Zijn maag schreeuwt om voedsel. Zelf zwijgt hij. Hij wil niemand meer afschrikken met dat schrille stemgeluid.

Bartje noemden ze hem, toen ze hem nog zagen staan. Meestal huiverden ze erbij. Met z’n maten Bertje en Brutus was hij de schrik van de Leidse binnenstad. Ze maaiden scooters onderuit, trokken fopspeentjes uit babymondjes, maakten overal een puinzooi van. Gewoon. Voor de gein.

Limburg had motorbendes, Amsterdam al die trigger happy bekenden van de politie, maar de laatste Leidse schietpartij, vorige maand nog, was op hèn gericht. Aan de Witte Singel hield de politie een man aan die woest met z’n luchtdrukwapen zwaaide. Veren dwarrelden door de lucht, Bertje en Brutus had hij sindsdien niet meer gezien.

Tegenwoordig is het moeilijk te geloven dat de beroemde gedragsbioloog Niko Tinbergen (1907-1988) zijn meeuwenstudie eind jaren veertig niet gewoon vanuit het raam van zijn Leidse universiteitskamer kon uitvoeren. Hij moest zijn studenten meenemen op zomerkampen naar Terschelling, en won uiteindelijk de Nobelprijs.

Pas eind jaren tachtig streken ze hier neer, de brutaalste vogels van de straat. Sindsdien ging dat meeuwenonderzoek heel anders. Eieren werden experimenteel uit nesten gegraaid, soms verwisseld voor nepexemplaren.

Wanted!-posters hingen door de stad, met daarop de boeventronies van Bartje, Bertje en Brutus en de even dreigende als merkwaardige slogan: ‘Pak de gele zak!’

De Gemeente Leiden zag intussen wel wat in dat onethische onderzoek, en ging verder dan Limburg of Amsterdam zouden durven: belemmering van de voortplanting. Maar types als Bartje hebben vrienden in de hoogste kringen. Dus vorige week bepaalde de rechter dat niemand met z’n tengels aan die eieren mocht zitten.

De radeloze gemeente zocht het ondergronds. Verhongeren zou dat gevederde tuig! In rap tempo werden er de afgelopen weken containers ín de grond gestampt. Op de valreep werden de bewoners, behálve Bartje, afgelopen weekend van toegangspasjes voorzien.

Ongehoorzame, of onwetende Leidenaren dropten afgelopen week nog voedselpakketten in de straten, in zwarte en soms ook gele zakken. Lang zal het niet meer duren.

Het is donderdagavond. Bartje spreidt zijn vleugels. Ze zijn stram, smerig en rafelig, maar ze doen het nog. Terwijl de zon ondergaat, wordt het station onder hem kleiner. Hij scheert over zíjn stad, omlaag, rakelings langs een vuilnisbak waaruit wat frietjes steken. Hij schrokt ze naar binnen en stijgt weer. Direct ontwaken zijn ingewanden. Zijn darmen borrelen.

Het Pieterskerkplein stroomt intussen vol met bezoekers van de LIFF-openluchtbioscoop en net daarboven ziet hij zich genoodzaakt wat te lozen. Flats! ‘Foutje!’ krijst hij naar beneden.

Een besmeurd stelletje druipt af, terwijl de rest van de menigte zich onverminderd tegoed doet aan popcorn en bier. Hij cirkelt erboven. Zijn maag rommelt alweer.

‘Bartje! Jij ouwe vogel!’ hoort hij plotseling. Daar, bovenin een boom, zitten Bertje en Brutus. Hij kruipt ernaast. Beneden komt ratelend het schijnsel van een oude film op gang. De naam van regisseur Alfred Hitchcock flikkert op het scherm.

The Birds, dát was m’n lievelings’, zucht Bartje.

Brutus grijnst. ‘Laten we zo wat popcorn jatten.’ Ze zetten zich schrap. ‘En dan: Kill ‘em all. Get rid of them. Messy animals!