Nieuws
Raad meer macht
Het college van bestuur heeft met de universiteitsraad afspraken gemaakt over het instemmingsrecht op de begroting. De raad beslist mee over wijzigingen in de verdeling van geld over de faculteiten en ondersteunende diensten.
donderdag 21 mei 2015

Door Vincent Bongers Ook krijgt de raad instemmingsrecht op wat er gebeurt met het Leidse deel van het geld dat het sociaal leenstelsel moet opbrengen.

Minister Bussemaker van Onderwijs heeft het leenstelsel ingevoerd. Nu de basisbeurs is geschrapt, moet het uitgespaarde geld worden besteed aan kwaliteitsverbetering van het hoger onderwijs. De minister wil dat de medezeggenschap daar meer invloed op krijgt. De universiteitsraad krijgt daarom instemmingsrecht op de hoofdlijnen van de begroting. Het college van bestuur en de universiteitsraad mochten met elkaar gaan uitvechten wat die hoofdlijnen nu precies zijn.

In de kadernota schetst de universiteit de financiële ontwikkelingen van de komende jaren. Maandag werd de nota voor de periode 2016-2019 besproken. Om te kijken of de gemaakte afspraken in de praktijk ook werken, komt er nu eerst een pilot. Een evaluatie volgt rond de jaarwisseling.

‘We hebben afgesproken dat de raad instemmingsrecht krijgt op wijzigingen in het Allocatie Eerste Geldstroom (AEG)’, zei vice-collegevoorzitter Willem te Beest. Dit is het systeem waarmee het geld wordt verdeeld over de faculteiten en ondersteunende diensten. ‘Maar ook voor veranderingen in de begroting die niet in de kadernota staan, is instemming van de raad nodig.’

De raad krijgt instemmingsrecht op mogelijke aanpassingen van de budgetfactor. De universiteit is zo succesvol dat volgens AEG de budgetten van de faculteiten flink moeten stijgen. Maar het college van bestuur past een budgetfactor toe, omdat er niet genoeg geld binnenkomt van het ministerie.

Faculteiten krijgen drie procent minder budget dan waar ze op basis van hun onderwijsprestaties recht hebben. Die budgetfactor wordt mogelijk in 2017 verhoogd naar vijf procent. En in 2018 zelfs naar 5,5 procent. Of dat gebeurt, hangt af van hoeveel geld de universiteit gaat krijgen van het ministerie van Onderwijs. Mocht het college de verhoging van de budgetfactor daadwerkelijk willen doorvoeren, dan is daar instemming van de raad voor nodig. De raad wil dat het geld voor kwaliteitsverbetering buiten de budgetfactor wordt geplaatst. Dat is inmiddels door het college toegezegd.

Heel belangrijk is dat de raad instemmingsrecht krijgt over de ‘investeringen op het gebied van onderwijskwaliteit die komen uit de middelen studievoorschot.’

Het college hoopt dat de universiteit zonder bemoeienis van het ministerie dit geld kan verdelen. Maar het optreden van Bussemaker zondag bij het discussieprogramma Buitenhof heeft het college niet echt gerust gesteld. Daar verklaarde ze dat er ‘echt veel meer docenten bij komen. Geen tientallen, of honderdtallen. Maar echt fundamentele getallen.’ Die worden betaald uit de opbrengsten van het leenstelsel, legde de minister uit. Bussemaker vertelde ook dat ze ‘richting wil geven’ en ‘kwaliteitsafspraken wil maken met de universiteiten.’ Die zouden dan nog bovenop de al gemaakte prestatieafspraken komen.

Te Beest: ‘Universiteitskoepel VSNU wil juist voorkomen dat de minister allerlei regels koppelt aan deze investeringen. Maar uit de woorden van mevrouw Bussemaker maak ik op dat zij juist regels hieraan wil verbinden.’

Overigens gaat het nog wel even duren voordat er extra geld van het ministerie naar Leiden komt. De universiteit moet dan ook flink voorfinancieren en dat is terug te zien in de kadernota. Het blijkt dat het studievoorschot een flinke invloed heeft op de financiën van de universiteit. In 2016 wordt er een negatief resultaat van drie miljoen verwacht. Het jaar daarop gaat de universiteit zelfs 5,5 miljoen in de min. Maar vanaf 2018 noteert de universiteit weer een kleine plus.