Nieuws
'Vraag niet naar studie ouders'
Een deel van de universiteitsraad wil niet dat in de studiekeuzecheck naar de opleiding van de ouders van scholieren wordt gevraagd. Deze informatie is mogelijk te gebruiken als selectie-instrument.
Vincent Bongers
donderdag 26 maart 2015

De universiteit moet van het ministerie van Onderwijs verplicht een studiekeuzecheck aanbieden. Leiden koos voor een vragenlijst. Na het invullen, krijgt de scholier te horen of hij of zij geschikt is voor de studie. Het is echter niet zo dat studenten kunnen worden afgewezen.

Tijdens de raadsvergadering maandag werd er over de studiekeuzecheck gesproken. Het blijkt dat er gevoelige vragen worden gesteld aan de scholieren. ‘De check is bedoeld om de studenten naar een opleiding te begeleiden die bij hen past’, zei Fenna Poletiek, raadslid voor personeelspartij Abvakabo. ‘Het is een matchingsinstrument. Maar de universiteit doet er stiekem iets bij.’

Uit onderzoek blijkt dat studie-uitval onder eerstegeneratiestudenten hoger is dan bij studenten van wie de ouders wel hebben gestudeerd. Poletiek: ‘In de check worden vragen gesteld die betrekking hebben op het inschatten van studiesucces. Dat is een probleem. De vragen “Hebben je ouders gestudeerd?” en “Wie heeft je geadviseerd over je studiekeuze?” horen niet thuis in de lijst.’

Vooral de eerste is een gevaarlijke vraag, vond een aantal raadsleden. ‘De universiteit kan het antwoord gebruiken als selectie-instrument: “Jij mag hier niet studeren omdat je ouders niet universitair zijn opgeleid.” Dat vind ik een groot bezwaar’, stelde Poletiek. ‘Als de student eenmaal binnen is, kun je dit wel vragen. Het college van bestuur heeft gezegd dat het niet de bedoeling is om de studiekeuzecheck voor selectie te gebruiken. Maar als je dat echt wilt voorkomen, moet je deze vraag schrappen.’

Janna Vermolen van studentenpartij SGL vond de ophef over de vraag wat overdreven. ‘In het kader van efficiëntie is het wel makkelijk om al dit soort zaken alvast te verzamelen. Anders moet de studieadviseur dat later alsnog doen. Het is geen selectiecriterium, dat is duidelijk.’

‘We doen nu net alsof boze mannen naar deze data kijken en daar vervolgens heel nare dingen mee gaan doen’, zei Mark Bakker van studentenpartij BeP. ‘Maar deze informatie kan juist gebruikt worden om te kijken welke studenten er mogelijk in de problemen komen.’

‘Toch is er de verleiding om deze informatie als selectie-instrument te gaan gebruiken’, zei Karwan Fatah-Black van personeelspartij AbvaKabo. ‘Ik wil voorkomen dat er obstakels worden opgeworpen voor eerstegeneratiestudenten. Dat lijkt me in de context van ons diversitybeleid al helemaal belangrijk. Ook al is het risico op uitval bij deze groep wellicht groter, dan vind ik dat nog geen reden om daarop te selecteren. Dan moeten we zeggen: “Jammer dan.” De universiteit is juist een instituut dat nieuwe mensen de kans geeft.’

De raad spreekt volgende week met het college over de vragenlijst. Het college moet dan uitleggen wat precies het doel is van de gevoelige vraag en wat er met de ingewonnen informatie gedaan wordt.