Studentenleven
?Schaken met een cognacje erbij?
Petra Meijer
woensdag 18 maart 2015
© Marc de Haan

Huis: Francois Houttijnshof 9

Grootte: 45 m2

Bewoners: 2

Kost: € 843 incl.

Hoe komen jullie aan deze hofjeswoning?

Jessie Melman: ‘Ik ben samen met een oud-huisgenootje hierheen verhuisd. Zij stond al heel lang op de wachtlijst en vroeg mij mee. Na een paar maanden is ze verhuisd en ik moest snel een nieuwe huisgenoot opgeven.’

Douwe Kijvekamp: ‘Samenwonen stond eigenlijk niet op de planning, maar zo’n kans krijg je nooit meer, en het bevalt goed. We zijn drieënhalf jaar samen, waarvan ik twee jaar in het buitenland gewoond heb. Het is fijn om een vaste plek te hebben.’

Waar woonde je eerst?

Melman: ‘In een groot studentenhuis op de Hooigracht, met zeventien mensen van allerlei verenigingen. Het was heel gezellig, maar dat was ook wel te zien. Als je wilde koken, moest je eerst vieze pannen afwassen. Op een gegeven moment ging de kat ook nog eens weg. Toen liepen er tijdens het koken muizen door de keuken. En als het begon te regenen kwam er een horde door het keukenraam. Ik mis de huisgenoten wel, maar niet het samenwonen met zoveel mensen.’

Kijvekamp: ‘Gelukkig hebben we hier ook leuke buren. Binnenkort zijn er hofjesconcerten. Dan gaan we waarschijnlijk biertjes verkopen.’

Wat zeggen bezoekers als ze bij jullie binnenkomen?

Melman: ‘Ze vinden het altijd schattig. Het huisje is heel sfeervol. Het heeft allemaal rare hoekjes en kastjes, een stenen vloer, een keukenraam met kleine glazen vakjes die uitkijkt op het hofje en een sfeervolle slaapkamer met prachtige houten balken. Op het hofje zie je de oude wc’s, het zijn nu opslagkasten met hartjes in de deuren.’

Kijvekamp: ‘Dit hofje werd in 1737 gesticht. De huizen waren gebouwd voor weduwen, er mochten ook geen mannen komen.’

Moest er veel aan gebeuren?

Kijvekamp: ‘We hebben elke centimeter geschilderd. Het huis heeft drie kamers, op elke verdieping een. Elke ruimte heeft zijn eigen karakter. De slaapkamer is klein, knus en romantisch, in de woonkamer kun je lekker hangen.’

Melman: ‘In de eetkamer hebben we een grote tafel, waar je met vrienden aan kunt zitten of een potje kunt schaken. Dat doen we regelmatig, met een cognacje erbij.’

Waren jullie het meteen eens over de inrichting?

Melman: ‘In de hoek van de eetkamer staan nog drie kartonnen dozen. In de bovenste zitten zijn modelvliegtuigjes.’

Kijvekamp: ‘Dat is nog een punt van onderhandeling. Ik heb luchtvaarttechniek gestudeerd en werk in de luchtvaart. Daarom krijg ik regelmatig modelvliegtuigen cadeau. In mijn oude studio stonden ze midden in mijn kamer. Waar ze nu moeten komen, daar zijn we nog niet uit. Ik moet er nog even goed over nadenken waarop ik ga inzetten.’

Melman: ‘In de andere dozen zitten spullen van mij die hij niet mooi vindt. Hij heeft een hekel aan mijn ‘dingetjes’.’

Kijvekamp: ‘Heel veel kaarsenhouders en fotolijstjes. En drie theedozen. Je weet wel: dingetjes.’

Melman: ‘En het servies van mijn oma, met ganzen en strikjes. Dat vind hij ook niet mooi. Maar we komen er wel uit. Waarschijnlijk krijg ik een kat, en hij zijn vliegtuigjes.’