Studentenleven
Column: House of Virgins
Talitha Dehaene
woensdag 11 maart 2015

Vier jaar van mijn leven heb ik in het Bungehuis doorgebracht, maar geen haar op mijn hoofd dacht er aan het pand mee te bezetten. Inderdaad, hier zit het prototype luie student. Ik ben niet het rebelse soort dat op de barricades staat voor een betere universiteit, daarvoor vind ik douches en centrale verwarming veel te fijn. Bovendien staat het nieuwe seizoen van House of Cards net online.

Maar goed, ik snap het wel. Mijn laatste bezoek aan het Bungehuis dateert van twee jaar geleden, maar zelfs toen was de ontevredenheid al bijna tastbaar. Van het 8-8-4-semestersysteem dat elke faculteit beurtelings door de strot is geramd tot het genadeloos wegbezuinigen van docenten met flex-contracten, zodat je halverwege je scriptie nog een nieuwe begeleider mocht zoeken: been there, done that.

Ik steunde het initiatief voor meer democratie dus ook. Oké, voornamelijk in mijn hoofd en met virtuele luiheden zoals een retweetje op zijn tijd en een dikke like voor de Facebookpagina, maar ik was het er wel mee eens.

Mijn sympathie voor de bezetting is echter tanend. Iedereen kan met een biertje in de hand staan schreeuwen dat het systeem klote is en alles anders moet en kapitalisme des duivels is, zwaaiend met een protestspandoek zo boordevol spelfouten dat het eigenlijk alleen maar benadrukt hoeveel beter je die tijd in collegebanken zou spenderen: lekker makkelijk. Constructief meedenken is een stuk lastiger. Ik steun de eis voor meer inspraak, maar weet dan alsjeblieft ook wat je daarmee van plan bent.

Het bezetterskamp draagt namelijk geen oplossingen aan. De meningen in het Maagdenhuis gaan overal en nergens over, van genderneutrale wc’s, tot de bombardementen in Oekraïne tot vastgoedprojecten. Maar er lijkt geen concreet plan voor de universiteit te zijn. Niemand weet hoe het moet, alleen hoe het niét moet.

Neem bijvoorbeeld het protest tegen de hervorming van de geesteswetenschappen, waarbij vele kleine studies weg moeten. Hoewel het hele idee in eerste instantie walgelijk kosteneffectief lijkt, is er meteen na de bekendmaking zo hard moord en brand geschreeuwd dat elk aangedragen alternatief gelijk ook finaal werd uitgekotst. Terwijl het best wel prima kan werken. In Leiden is bijvoorbeeld al eerder soortgelijk hervormd, en toch kan je hier via een brede propedeuse nog steeds kleine taalstudies als Mandarijn en Swahili doen. Soms moet je kunnen evolueren.

Daar moet je echter voor openstaan. Van een groep revolutionairen die zichzelf zo duidelijk als out-of-the-box-denkend profileert mag dat ook verwacht worden: iets méér dan alleen maar vage eisen en stampvoetend ‘nee!’ roepen. Ik wacht nog steeds op hun concrete plan van aanpak: hoé moet deze democratische universiteit met ruimte voor kleine studies er precies uitzien?

Tot die tijd vindt u mij ver weg van het Maagdenhuis. Frank Underwood is calling.