Wetenschap
Swartsuikerbekkie - XXX & XXY - Heel Grote Telescoop
woensdag 4 maart 2015

Swartsuikerbekkie

Bloemen zijn aangepast aan hun bestuivers. Dat levert vuistregels op: bijenbloemen hebben patronen in ultraviolet, vlinderbloemen hebben smalle buisjes waar alleen een roltong in past, enzovoort. Bloemen die bestoven worden door vogels zijn vaak rood, stevig en geurloos, met relatief dunne nectar in buizen. De bedreigde Afrikaanse orchidee Satyrium rhodanthum heeft zulke bloemen, en er waren wel eens swartsuikerbekkies – een soort honingzuigers – gezien die er met hun snavel inhingen. Maar bestuiven die dan ook? En zijn het de enige beesten die dat doen?

Bioloog Timo van der Niet sloeg aan het experimenteren en schreef daar een verslag over in het Botanical Journal of the Linnean Society. Met cameravallen kon hij vastleggen dat er klompen stuifmeel aan de snavels van de vogels blijven zitten na een bezoek aan Satyrium-bloem. Door wijdmazige netten over de bloemen te spannen, hield hij de vogels buiten maar eventueel bestuivende insecten niet.

Prompt daalde het percentage succesvol bestoven bloemen van honderd procent naar vrijwel nul. Die vogels zijn dus kei-belangrijk voor het voortbestaan van de orchidee, en als je de bloem wil beschermen, moet je dus ook andere planten beschermen die ervoor zorgen dat de vogels te eten hebben.

XXX & XXY

Eén à twee op de duizend baby’s wordt geboren met een extra X-chromosoom. Bij jongetjes heet dat Klinefelter syndroom; bij de meisjes Trisomie X. Het valt bij meisjes vaak wat minder op, maar bij geen van beide groepen is het extra chromosoom handig. De mannen zijn onvruchtbaar, de vrouwen hebben vaker een scheefgegroeide wervelkolom. Het lijkt er ook op dat die extra X het functioneren van de dragers belemmert: de kindjes gaan wat later praten, en op hersenscans zien hun hersens er anders uit.

In het vakblad Genes, Brain and Behavior beschrijven de Leidse pedagogen Sophie van Rijn en Hanna Swaab een onderzoek dat meer licht werpt op het functioneren van de extra-X’ers. Zij vergeleken veertig van zulke kinderen met honderd leeftijdsgenootjes die gewoon 46 chromosomen hebben, en onderwierpen ze aan vragenlijsten en testjes. Ook hier kwam uit dat het extra chromosoom problemen met zich meebrengt: de dragers ervan hebben meer moeite met inhibitie, mentale flexibiliteit en het vasthouden van hun aandacht. ‘Ze hebben hun denken en gedrag minder in de hand’, vatten Van Rijn en Swaab het samen.

Grote telescoop

Een internationaal team van sterrenkundigen met een hoop Leidse onderzoekers erin heeft verder in het heelal gekeken dan ooit. Dat bericht heeft u al vaker op deze pagina kunnen lezen, want dat record verbreken de astronomen met enige regelmaat. Deze keer is het anders: normaal gesproken kijken ze met de Hubble-ruimtetelescoop, terwijl deze opnames gemaakt zijn met de Very Large Telescope die gewoon op aarde staat.

Aan de aardse kant van de telescoop zit een nieuw instrument, een zogeheten integrale veldspectrograaf. Die zet het gemeten sterrenlicht om in driedimensionele beelden van 400 megapixels. Zo konden de onderzoekers meer dan twintig objecten vinden in hetzelfde stukje sterrenhemel dat de Hubble al eens had bekeken, die op de afbeeldingen van de ruimtetelescoop niet te zien waren. De verste sterrenstelsels stammen uit de tijd dat het heelal een miljard jaar oud was: het licht van die stelsels heeft dus zo’n twaalf miljard jaar gereisd voor het door de sterrenkundigen werd vastgelegd. De publicatie over de nieuwste en scherpste 3D-kaart van dit stukje universum verschijnt binnenkort in Astronomy & Astrophysics.