Cultuur
Weg met de gemengde paren
In de voorstelling Stand up, lie down halen homo’s hard uit naar de wereld waar heteroseksualiteit de norm is. Maar is het strijdbaarheid, of inhoudsloos geklaag?
Vincent Bongers
woensdag 18 februari 2015
‘Het komt tot een explosie of een implosie’ © Ben van Duin

‘Come on, sisters, kill the beast. Stop the phallus power, stop the hetero submission.’ Actrice Willemijn Zevenhuijzen windt er geen doekjes om. Ze is op zoek naar een ‘pink paradise’ om daar te baden in een ‘vijver vol warme vrouwelijkheid’.

‘Willemijn overschreeuwt zichzelf in het schetsen van een lesbische utopie’, zegt Rob de Graaf. Hij is schrijver van het stuk Stand up, lie down. ‘Ze verzandt in haar eigen hoogdravende retoriek. Ze is net als iedereen op zoek naar liefde en vertelt dat ze een leuke vrouw heeft ontmoet, maar het werd niets. Haar woede vertaalt zich in een explosie. Hopelijk voelt het publiek zich hierdoor ongemakkelijk. Maar het is duidelijk dat ze zelf ook niet goed weet wat ze er mee aanmoet. Die dubbelzinnigheid keert telkens terug. Zijn de mensen op het podium eerlijk, of zijn ze huichelaars? Wordt strijdbaarheid verward met inhoudsloos geklaag? Dat mag het publiek zelf bepalen.’

In de voorstelling lossen vijf homoseksuele theatermakers, twee vrouwen en drie mannen, elkaar af. De voorstelling heeft de vorm van een avondje stand-up in een café. ‘Het was helemaal niet de bedoeling om een stuk over homoseksualiteit te maken maar dat is het uiteindelijk wel geworden. Stand-up is oer-theater. Iemand staat op het podium en vertelt een verhaal. Er is geen opsmuk. Maar het is dramaturgisch best lastig, bijvoorbeeld om een spanningsboog op te bouwen. Vandaar dat het tot een explosie of implosie komt.’

Hoe serieus het allemaal klinkt, het is een humoristisch stuk, verzekert De Graaf. ‘Sommige bewegingsintermezzo’s getuigen van een enorm slechte smaak. Denk dan aan stijfjes dansen in een foute disco. Van die jaren tachtig moves op slechte muziek.’

De vijf acteurs staan onder hun eigen naam op het podium. ‘We laten in het midden of de verhalen over hun eigen leven gaan. Ik heb ze vooraf wel geïnterviewd. Hun ervaringen duiken al dan niet flink vervormd op, samen met mijn eigen belevenissen. Sommige dingen zijn universeel. In de disco staan en met niemand durven praten, is iets dat mij ook is overkomen.’

De personages zijn nogal egocentrisch. ‘Roy praat de avond aan elkaar. Hij is een misfit die doet alsof hij de leider is. Maar de rest neemt hem niet serieus. Roy is niet blij met zijn bijrol, wil zijn eigen verhaal vertellen maar daar krijgt hij de kans niet voor. Floyd is een vervelende, net afgestudeerde jongen die teert op de zak van een oudere rijke geliefde. Hij heeft nogal populistische ideeën en wil op Wilders stemmen omdat die voor homo’s is. René is een zacht ei uit de provincie die het probeert te redden in de grote stad. Esther is gek op seks en drank, maar heeft een vriendin die niet met haar naar bed wil.’

En Willemijn is dus de militante lesbo die de oorlog verklaart aan ‘gemengde paren’. ‘Zij stelt zich best agressief op. En dat raakt ander thema: de kracht van het woord is groot en kan veel schade aanrichten. Ik wil niet beweren dat er een grens is aan de vrijheid van meningsuiting, maar betekent dat dat alles maar moet worden gezegd? Je kunt ook te ver gaan.’

Door De Gemeenschap, Stand up, lie down, Theater Ins Blau

26 feb, 20:30, € 16,-