Achtergrond
Michiel de Uitbuiter
Joris Hanse walgt van de ‘geschiedvervalsing’ in de film Michiel de Ruyter van Roel Reiné. En dus maakt hij lawaai tijdens de wereldpremière. ‘De Ruyter is geen held, maar een schurk.’
Sebastiaan van Loosbroek
woensdag 28 januari 2015

‘HOL-LANDS GLO-RIE! BLOED-HIS-TO-RIE!’ Joris Hanse (25) schreeuwt maandagavond door een megafoon zo’n zestig demonstranten toe, die uit volle borst meebrullen. Ruim een uur voor aanvang van de première van spektakelfilm Michiel de Ruyter staan ze op de Rapenburgersluis in Amsterdam. Aan de andere kant van het water bevindt zich Het Scheepvaartmuseum, waar de film straks wordt vertoond.

Volgens actiegroep ‘Michiel de Rover’ deugt dat niet. ‘Het is een historische film, maar wel een eenzijdige’, zegt Hanse, masterstudent sterrenkunde in Leiden. ‘De Ruyter wordt vereerd, terwijl hij de basis heeft gelegd voor de Nederlandse slavenhandel.’

Dat veel historici, inclusief De Ruyters biograaf, dat bestrijden, doet er niet toe. ‘Het maakt het mij niet uit of hij nu zelf wel of niet in slaven heeft gehandeld, het gebeurde dankzij hem. De film doet alsof die geschiedenis niet bestaat. Zo iemand als held vereren, is voor mij ondenkbaar. Hij is geen held, maar en schurk.’

Vanaf zijn aanwezigheid bij het studentenprotest tegen de langstudeerboete op het Malieveld, in 2011, begon Hanse steeds meer maatschappelijk betrokken te worden. Hij werd lid van Doorbraak, een ‘linkse organisatie die zich bezighoudt met racisme, kolonialisme en extreemrechts’ en deed mee aan een postercampagne tegen Wilders. Van zijn medestudenten zijn er maar weinig die politiek actief zijn, zegt hij. ‘Ze zijn wel vaak actief op de studie-of studentenvereniging. Maar het feit dat er jarenlang geen studentenvakbond is geweest, zegt wel iets over het politieke klimaat in Leiden.’

Vorig jaar werd Hanse opgepakt in Gouda, nog voordat daar de demonstratie tegen Zwarte Piet begon. ‘We stonden alleen maar te wachten, toen een groep politieagenten ons insloot, arresteerde en afvoerde.’ Vier uur lang zat hij in de cel, soms werd hij eruit gehaald voor een verhoor. ‘We wilden alleen maar een T-shirt tonen met “Zwarte Piet niet”. Het was een stil protest.’

In Amsterdam rukken de demonstranten inmiddels op tot Het Scheepvaartmuseum, waar ze de première met lawaai willen verstoren. Een linie politieagenten houdt hen gescheiden van een groep mariniers die als tegenprotest is komen opdraven en op Facebook heeft gedreigd de demonstranten ‘in het water te gooien’.

‘Drie! Twee! Eén!’ Een paar minuten voordat de film begint barst er een oorverdovende kakofonie los van fluitjes, alarmen en uitbundig gejoel. Alarmen worden door een versterker afgespeeld. Dan ontstaat er een opstootje. Geschreeuw. Een man raakt in een duwgevecht met een van de organisatoren. ‘Laten we allemaal even kalm blijven’, roept een van de organisatoren door de microfoon zodra de agressor is weggetrokken. ‘We zijn vreedzaam bij elkaar.’ Demonstranten die de straat proberen over te steken om zich pal voor het museum op te stellen, worden door de politie tegengehouden.

Een kwartier houdt het lawaai aan. Dan keert de rust weder. Hanse is tevreden, zegt hij. ‘We zeiden op Facebook dat we uitgingen van honderdvijftig man, maar dan moet je rekenen op de helft.’