Studentenleven
Mijn ouders missen me nu al
Ruim 5300 eerstejaarsstudenten mocht de Universiteit Leiden dit jaar op 1 september verwelkomen. Mare volgt drie nieuwkomers bij de zoektocht naar een kamer, een fiets en hun plek in de maatschappij.
Marleen van Wesel
woensdag 17 december 2014
© Foto's: Taco van der Eb

Iets te veel van mijn vrijheid genoten

Philip Simmermacher (19)

Studie: Internationale betrekkingen en ontwikkelingssamenwerking

Uit: Hilversum

‘Ik zal eerlijk toegeven: studeren was een cultuuromslag’, zegt Philip Simmermacher aan de vooravond van zijn tweede tentamenperiode. ‘In de eerste periode heb ik iets te veel van mijn vrijheid genoten. De gevolgen zijn niet rampzalig, maar ik heb niet alle punten gehaald. De afgelopen tijd heb ik heel hard mijn best gedaan en nu ga ik met vertrouwen de tentamens in.’

De feestdagen brengt hij daarna door met zijn familie. ‘Ik kijk er zeer naar uit. Op kamers woon je toch op jezelf en het is lekker om in de watten gelegd te worden. Mijn ouders missen me, dus als ik eens in de twee weken langsga, doen ze extra aardig.’

Zijn lidmaatschap bij Minerva is precies zo leuk als hij verwacht had. ‘Je leert er héél veel mensen kennen. Het Sempre-gala voor eerstejaars was in een kasteel in Venlo, waar we bleven slapen, en iedereen moest een date meenemen. Mijn date was een meisje uit een ander huis aan het Rapenburg. Het was wel een memorabele avond.’ Het kernen, oftewel het vormen van jaarclubs, waarover hij in september vertelde, is geslaagd. ‘Minerva is eigenlijk ook gewoon de samenleving: er lopen allerlei verschillende mensen rond. Uiteindelijk vind je mensen met dezelfde interesses. Mijn jaarclub, Portos, is een hechte groep, een mooie club. Het is lastig te zeggen wat ons kenmerkt. Het is een feeling, we liggen elkaar goed.’

De plekken waar hij buiten zijn huis en Minerva het meest komt, zijn zonder twijfel de UB en Plexus. Borrelen gebeurt meestal op Minerva, dus daarbuiten heeft hij geen stamkroeg.

‘Studeren is het voornaamste, daarvoor kom je hier. Minerva promoot dat ook. Er zitten trouwens best veel Minervanen in Plexus. De rookpauze is altijd een mooi momentje.’

In zijn huis is hij tot de zomer samen met één andere bewoner de huiseerstejaars die de klusjes moet doen. ‘Binnenkort gaan we voor het eerst op huisweekend. Waarheen, dat houden de organiserende huisgenoten nog geheim.’

Mijn fiets is al gestolen

Toby Jones (27)

Studie: Researchmaster Middle Eastern Studies

Uit: Frankrijk, Californië, Londen, St Andrews, weer Londen

‘Ik hoop dat ik na januari nog een kamer heb’, zegt Toby Jones. Dan verloopt zijn huurcontract bij het Student Housing Office van

de universiteit. ‘Om het te vernieuwen moest ik de resterende drie maanden huur in één keer betalen. Dat was me niet eerder verteld en zoveel geld heb ik niet reserve.’

Wat hij geweldig vindt aan Leiden, is de bereikbaarheid. ‘Ik ben sneller in Amsterdam dan vroeger van mijn huis naar mijn werk: allebei in West-Londen. Maar sommige treinritten zijn nachtmerries. Toen ik vorig weekend een ticket naar Brugge kocht, werd er vreemd genoeg niet gezegd dat er werkzaamheden zouden zijn. Daardoor miste ik de internationale trein in Rotterdam.’ Nietsvermoedend nam hij de volgende. ‘De Thalys, blijkbaar. Toen de conducteur langskwam, eiste hij plotseling vijftig euro boete, of hij zou de politie bellen. Ik had zo veel geld niet bij me, dus bij de overstap in Antwerpen verwachtte ik een politieteam. Maar er was niemand te bekennen.’

Zijn studie, en de cursus Perzisch die hij erbij volgt, bevallen prima. ‘Laatst werd een paper van mij tijdens het college besproken en hélemaal afgekraakt.’ Hij maakte zich al zorgen over wanneer hij het in vredesnaam moest verbeteren. ‘Maar het eindcijfer was best oké. Ik snap niet hoe iets zo slecht en tegelijkertijd toch goed beoordeeld kan worden.’

Veel tijd om erbij stil te staan, heeft hij niet. ‘Veel vrienden volgen Erasmusprogramma’s in Leiden, en zij hebben al kerstvakantie. Best heftig, want ik heb nog tentamens en deadlines tot in januari.’ De meeste mensen die hij in Leiden leerde kennen zijn vooralsnog internationale studenten, behalve die uit zijn voetbalteam.

‘Dankzij de voetbal-Whatsappgroep leer ik wat Nederlands, want verder is het net of hier twee verschillende universiteiten zijn.’

Hij moest dus hard zoeken naar The Dutch Experience, waarvoor hij tenslotte ook een beetje naar Leiden kwam. ‘Toen een paar vrienden me kwamen opzoeken hebben we een kroegentocht ondernomen en overal bitterballen besteld. Pepernoten smaakten ook prima. Uiteindelijk heb ik The Dutch Experience wel beleefd: mijn fiets is laatst gestolen.’

Lastig om een kamer te vinden

Dominique Vis (17)

Studie: molecular science & technology

Uit: Harderwijk

‘Bij het allereerste college dacht ik even: oei, wat is dit nou? Maar het werd al snel scheikundiger’, vertelt Dominique Vis.

Haar studie wordt door de universiteiten van Delft en Leiden gezamenlijk aangeboden. ‘Vooral voor de technische kant moet ik naar Delft. Daar zit je de hele dag in een practicumzaal, dus ik zie niet zo veel van de stad. De verhoudingen zijn daar echt niet normaal: een meisje per vijftien jongens of zo. Bij mijn opleiding heb je zestien meisjes en 110 jongens. We zijn dus sterk in de minderheid. Het is grappig om te zien dat je in een volle collegezaal soms één rij met meisjes hebt.’

Ze is liever in Leiden. ‘Van dat scheikundige hier word ik een stuk vrolijker. Lekker met stofjes aan de haal, in plaats van met apparaten. En ik zit hier bij het Universitair Sportcentrum, Catena en bij het tappersgilde van de Leidsche Flesch: biertjes tappen dus. Ironisch dat dát wel mag.’

Ze is namelijk nog maar zeventien. Haar studentenreisrecht ging daardoor pas op 1 oktober in.

‘Daarmee kan ik in het weekend soms weer naar mijn ouders. Als vrienden uit Harderwijk sms’en: “Do, ik mis je!”, dan moet je toch even langs. En ik gebruik mijn OV-kaart sowieso dagelijks om naar college te gaan. De treinvertragingen zijn echt hels.’

Ze besloot namelijk tussen haar studiesteden in te gaan wonen, in Den Haag. ‘Dat is nog steeds leuk, maar met Catena is Leiden misschien toch handiger. Het is alleen erg lastig om hier een kamer te vinden, dus het heeft geen haast.’

In september had ze nog geen baantje, maar wilde ze er snel een vinden. ‘Daar ben ik helemaal overheen. Ik ben telkens pas om half zeven thuis na een lange labdag en dan ben ik best gesloopt.’ Na het laatste tentamen op 19 december heeft ze ‘even redelijk rust’. Tot zover heeft ze alles keurig gehaald, consequent met zevens. ‘We moeten alleen nog een proef inhalen in januari. Dat lokaal was door de organisatie dubbel geboekt…’