Studentenleven
Frutti di Mare: De club van zestien tienen
Gabe Kramer
woensdag 3 december 2014
Voor elke vinger een tien, van links naar rechts: Nashwan Sabti, Amber Barendrecht, Jasper Bouman en Dennis van der Zwaan. © Marc de Haan

Met zijn vieren haalden ze zestien tienen. Dennis van der Zwaan (informatica, zes tienen), Jasper Bouman (wiskunde, vier tienen), Nashwan Sabti (natuurkunde, vier tienen) en Amber Barendrecht (life science & technology, twee tienen) scoorden het beste studieresultaat in het eerste studiejaar in hun vakgebied. Daarvoor ontvingen ze de Jong Talent Aanmoedigingsprijs van vijfhonderd euro van de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen.

Of ze ooit in de bibliotheek komen? ‘Nooit’, is het gezamenlijke antwoord. Toch zijn ze alle vier vooral druk met studeren. Sabti: ‘Ik heb weinig vrije tijd. Je wil toch het beste uit jezelf halen, en ik doe het ook echt voor later.’ De anderen knikken instemmend, toch is er nog wel wat ruimte voor ontspanning. Bouman speelt gitaar, Van der Zwaan gamet veel, ‘zoals dat hoort bij informatica’ en Barendrecht werkt in het weekend. ‘Daar haal ik mijn ontspanning uit’, vertelt ze. ‘Voetballen gaat al een paar jaar niet meer door een knieblessure.’

Hun hoge cijfers leiden niet tot afgunst, zeggen ze. Medestudenten reageren juist positief. ‘Natuurlijk worden er wel grapjes gemaakt als je een keer wat lager haalt’, zegt Van der Zwaan. Zelf haalde hij het hoogste gemiddelde cijfer, een 9,9: zes tienen en twee keer een 9,5. ‘Voor de vakken database en algoritmiek had ik een 9,5. Voor de andere tentamens heb ik niet altijd een tien gehaald, maar daarbij werd het cijfer afgerond naar boven omdat we bij informatica met halve cijfers werken. Of er waren bonussen die het cijfer ophoogden, bijvoorbeeld door een practicum goed te doen.’

Toch komt het niet alleen door hun eigen harde werk dat hun cijfers zo hoog zijn, geven ze toe. Barendrecht: ‘Als docenten slechter waren geweest had ik meer zelf moeten doen en was het een stuk moeilijker geweest. Er is een goede ondersteuning vanuit de universiteit.’ Ook Bouman en Sabti zijn positief, behalve over het vak Fysica van Moderne Technologie. ‘Dat klinkt leuker dan dat het is’, aldus Sabti, ‘maar het vak was niet goed opgezet. Je moest veel werk doen voor weinig studiepunten.’ Bouman: ‘Er werd heel snel losjes over het onderwerp heen gegaan. Het is zware stof, maar daar werden maar een paar punten uitgepikt. En tijdens college moest je veel van de dia’s lezen. Het had veel makkelijker kunnen zijn.’

Met de prijs van vijfhonderd euro mogen ze doen wat ze willen. ‘Terecht, want ik heb er hard voor gewerkt’, vindt Barendrecht. ‘Ik gebruik het waarschijnlijk voor een weekendje Londen.’ Sabti wil een studiereis maken naar de Canarische Eilanden, Bouman gaat aan zijn computer sleutelen. Van der Zwaan spaart het voor later. En eigenlijk willen ze allemaal nog een deel aan hun studie spenderen. ‘Want’, zeggen ze, ‘dat is uiteindelijk toch het belangrijkste.’