Nieuws
PvdA: geen bsa-proef in Leiden
De Kamerfractie van de PvdA zet vraagtekens bij de deelname van de Universiteit Leiden aan het experiment met het bindend studieadvies in het tweede jaar.
Petra Meijer
donderdag 30 oktober 2014

Dat blijkt uit schriftelijke vragen die de fractie aan minister Bussemaker van Onderwijs stelde.

Volgens de PvdA voldoen niet alle Leidse opleidingen aan de gestelde eisen. ‘De basiskwaliteit van het onderwijs moet op orde zijn voordat er deel wordt genomen aan dergelijke experimenten’, stelt de fractie. Bovendien, zo schrijft de partij, bleek de Universiteit Leiden in het recente verleden ‘de rand van het toelaatbare op te zoeken en soms zelfs te overschrijden zoals bij de tentamenboetes’.

Aan de Universiteit Leiden doen alle opleidingen mee aan het bsa-experiment, met uitzondering van opleidingen die alleen door Leiden worden verzorgd, de zogeheten unica, en opleidingen die in samenwerking met de TU Delft worden georganiseerd. Bij 39 opleidingen geldt een bsa-norm van 45 studiepunten het tweede jaar. De studenten moeten aan het eind van het tweede jaar van inschrijving bovendien minimaal 90 studiepunten en hun propedeuse hebben behaald. Lukt dat niet, dan volgt een bindende afwijzing.

Bij aanvang van het experiment beloofde Bussemaker dat alleen opleidingen ‘met een passende onderwijsintensiteit en een intensieve studiebegeleiding’ mee mochten doen. Maar de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) concludeerde dat drie Leidse opleidingen onder de maat waren. De opleidingen criminologie, Engelse taal & cultuur en geschiedenis belandden in een hersteltraject.

‘Volgens de minister is het experiment geen afrekentool maar een kwaliteitstool. De deelnemende instellingen hebben extra kwaliteitstoezeggingen gedaan. Het lijkt me niet dat opleidingen die als onvoldoende beoordeeld worden daaraan kunnen voldoen’, zegt Mohandis. Ook stelt hij dat rendementsingrepen zoals het bsa in het tweede jaar waarschijnlijk overbodig worden door invoering van het sociaal leenstelsel. ‘We moeten de evaluatie van het experiment afwachten, maar het sociaal leenstelsel bevat al genoeg prikkels om sneller te studeren.’

Ook D66 heeft kritiek op de extra kwaliteitstoezeggingen. Volgens de minister vraagt de Universiteit Leiden studenten jaarlijks om een persoonlijk studieplan. D66 vraagt zich af of dat tot een inspanning van de universiteit om de kwaliteit te verbeteren te rekenen valt. De partij is ook niet onder de indruk van de geboden studiebegeleiding in de vorm van een tutor. De partij vindt een tutor een standaard onderdeel van begeleiding en vraagt zich af of de betreffende tutor een docent, een gekwalificeerd begeleider of een ouderejaars student is.