Nieuws
?Meer geld voor sociale wetenschappen?
De sociale wetenschappen moeten meer geld krijgen, en langere masters, aldus in het Sectorplan Sociale Wetenschappen 2014, dat staatssecretaris Sander Dekker deze week kreeg aangeboden.
woensdag 29 oktober 2014

Het rapport is opgesteld door een commissie van sociaal wetenschappers Paul Schnabel (UU), Bert Klandermans (VU) en Leidenaar Philip Spinhoven, en heeft als doel de stand van zaken in onderwijs en onderzoek in kaart te brengen.

Internationaal gezien tellen de Nederlandse onderzoekers prima mee, en de sociale wetenschappen leveren belangrijke bijdragen aan beleidskwesties en de gezondheidszorg. Er valt echter ook wat te klagen.

Een groot gedeelte van de klachten is niet specifiek voor de sociale wetenschappers. Er zijn te weinig vrouwen aan de top – al doet juist deze tak van wetenschap het nog relatief goed. Er zijn steeds meer studenten, er is steeds minder geld per student.

De naam ‘Stapel’ ontbreekt, maar naar aanleiding van ‘recente fraudegevallen’ wordt er wel gemopperd over ‘doorgeschoten publicatiedruk’. Als een onderzoeker een beurs krijgt, levert dat extra kosten op voor de instelling (‘matching’). Een probleem dat wel typisch is voor de sector: het onderzoek wordt steeds duurder omdat een groeiend deel van de sociale wetenschappers dure bèta-apparaten gebruikt. Dat is niet terug te zien in de manier waarop ze gefinancierd worden, en dat zou moeten veranderen, volgens de auteurs.

Andere aanbevelingen: de masters die studenten opleiden tot klinisch psycholoog of tot ‘onderzoeks- en beleidsgeoriënteerde posities buiten de universiteit’, zouden twee jaar moeten gaan duren, in plaats van één jaar. Bestuurders zouden de doorstroom van vrouwen en allochtonen moeten bevorderen, en de verwevenheid van onderzoek en onderwijs zou aangemoedigd moeten worden. BB