Studentenleven
Column: De filosofiestudent
Tim Meijer
woensdag 15 oktober 2014

Wie het VPRO-programma De hokjesman heeft gezien, weet hoe prettig helder de dingen worden als je ze in hokjes plaatst. Ook de chaos van onze universiteit wordt een stuk overzichtelijker als je alle subculturen netjes van elkaar onderscheidt, categoriseert en van een omschrijving voorziet.

Neem nu de filosofiestudent. Geen vreemdsoortiger wezen bevolkt de universiteit dan hij die wijsheid begeert. De filosofiestudent heeft zijn studie niet uitgekozen om er later iets concreets met de opgedane vaardigheden te kunnen. Evenmin vormen geld of aanzien zijn belangrijkste drijfveren. Liever beschouwt hij de dingen van een afstandje en vindt er zo het zijne van.

Het is niet gemakkelijk voor de filosoof in wording om zijn drang naar ware kennis te combineren met het gewone studentenleven. Zijn medestudenten snappen vaak niet dat hij zich dagen aan een stuk kan afvragen wat een ding nu eigenlijk is en kijken vreemd op als de filosofiestudent begint over ‘het allerkleinste ogenblik’, het ‘Ding an sich’ of het ‘dasein’. Daarom zijn filosofiestudenten graag onder elkaar om samen de zaken te bespreken die voor de overige studenten verborgen blijven.

Gesproken wordt er door de filosofiestudenten, lang en vaak. Socrates, schreef nooit iets op, maar filosofeerde al wandelend over het agora in het oude Athene. Hoewel met name de Duitse filosofen dit gebrek aan geschreven gedachten later ruimschoots gecompenseerd hebben, vormt de dialoog tot op heden de basis van de westerse filosofie.

Om toegang te krijgen tot de nobele zoektocht naar kennis en zingeving van deze studenten moet je van goeden huize komen. De buitenstaander wordt vaak afgewimpeld met het excuus dat de thematiek niet even kort samen te vatten valt en dat het toch niet begrepen zou worden, omdat ‘de idee’ in kwestie tijd nodig heeft om te rijpen, als goede Franse wijn. Dan vervolgen de filosofen hun gesprek en duizelt het weer van allerhande –ismen, Geisten, maximen, zijnswijzen, a prioris, en a posterioris.

Het is niet raadzaam om, in een poging contact te leggen, te proberen de filosoof op neutraler terrein te ontmoeten. De filosoof interesseert zich meestal niet in voetbal, het weer of mooie vrouwen. En hoed u maar als u het over politiek probeert te hebben. De filosofiestudent zal het waarschijnlijk niet kunnen laten om er een of meerdere denkers bij te slepen waardoor het antwoord er misschien wel preciezer op wordt, maar lang niet altijd duidelijker.

Het beste is om de filosofiestudent maar gewoon met rust te laten. U kunt uzelf troosten met de gedachte dat in onze postmoderne wereld alles relatief is en de filosofiestudent hier misschien wel het diepst van doordrongen is van iedereen.