Achtergrond
Het gaat best goed
Psychologiestudent Pieter Krol is de nieuwe voorzitter van de universiteitsraad. ‘Het is wellicht ook positief dat de raad onzichtbaar is.’
Vincent Bongers
woensdag 1 oktober 2014
© Taco van der Eb

‘De levensgang van de student is zwaar te prefereren,

omdat hij dertig talen kent en dronken kan oreren.

Het is wat eigenaardig maar zo moet het blijkbaar zijn,

het lot is onrechtvaardig maar dat vinden wij wel fijn.’

(uit: ‘Lied voor het Leids gepeupel’)

‘Ik ben een jaar preses geweest van de VGSL Franciscus Gomarus. Daar was ook ruimte voor een komische noot. Ik zat bijvoorbeeld in de bralcommissie, die ervoor zorgt dat onze liederen bekend blijven onder leden. Die worden bij bepaalde gelegenheden gezongen onder het motto: “het hoeft niet mooi te zijn als het maar hard is”.’

Maar, zegt zesdejaars student psychologie Pieter Krol (23): ‘Ik wilde ook buiten de veilige muren van de vereniging actief zijn.’ In zijn tweede jaar werd hij namens de Christelijke Studentenfractie Leiden (CSL) lid van de faculteitsraad Sociale Wetenschappen.

Later volgde de universiteitsraad, het belangrijkste medezeggenschapsorgaan dat het beleid van het college van bestuur in de gaten houdt. En van die raad is Krol sinds deze maand de nieuwe voorzitter.

‘Wat mij vooral triggerde is dat het geen politieke functie is. Ik balanceer tussen de raad en het college. Je moet voorkomen dat de raad het idee krijgt dat je te dicht op het college zit. En het college moet niet het idee hebben dat je teveel inhoudelijk betrokken bent bij de raad.’

Politiek bedrijven doet Krol nu op een ander podium. ‘Ik ben duoraadslid voor de ChristenUnie in de Leidse gemeenteraad.’

Zijn doel als voorzitter: ‘Een verbetering van de kwaliteit van de medezeggenschap. De samenwerking tussen de faculteitsraden en de universiteitsraad verloopt nog niet soepel genoeg.’

De universiteitsraad gaf het afgelopen jaar kritiek op facultaire besluiten waar faculteitsraden reeds mee hadden ingestemd. Zo plaatsten universiteitsraadsleden vraagtekens bij de vierjaarstermijn bij rechten en het opheffen van Joods en Hebreeuws als zelfstandige studierichting.

‘Het faculteitsbestuur en het college vinden het vervelend dat die discussie op twee tafels wordt gevoerd, maar soms is het niet te voorkomen. We gaan er hopelijk voor zorgen dat de universiteitsraad in een vroeger stadium op de hoogte is van dingen die spelen.’

De opkomst bij de verkiezingen is laag, weet Krol. ‘Maar ik staar me daar niet blind op. Het is wellicht ook een positief punt dat de raad wat onzichtbaar is. Kennelijk gaat het best goed op deze universiteit. Als er problemen zijn dan weten ze ons wel te vinden. Er is in het verleden behoorlijk actie ondernomen om mensen naar de stembus te krijgen en dan stemde 21 in plaats van 19 procent. Dat is mooi, maar het is de vraag of dat opweegt tegen de investering. Ik focus me in eerste instantie op de kwaliteit van de medezeggenschap. Maar het zou goed zijn om de social media van de verschillende medezeggenschapsorganen te koppelen. Faculteitsraden hebben nu hun eigen Facebook- en Twitter-account. Het is handiger als je één medezeggenschapspagina hebt. Dan ben je herkenbaarder.’

Maar Krol vindt het niet vreemd dat er maar een minderheid geïnteresseerd is in de raad.

‘Het draait meestal niet om het behalen van schokkende resultaten. Er wordt zelden keihard politiek bedreven. Ik kan me goed voorstellen dat de gemiddelde student niet erg geïnteresseerd is in de financiële kwartaalcijfers van de universiteit. Dat is denk ik ook helemaal niet erg.

‘Dat neemt niet weg dat de universiteitsraad een heel belangrijke functie heeft, waarin studenten en personeelsleden het mandaat van hun achterban hard nodig hebben.’