Cultuur
Waarom paling? Geen idee
De Canadese antropoloog David Moyer bestudeerde het Leidens Ontzet. Voor hij zijn onderzoek kon voltooien overleed hij. De Leidse historica Els Jacobs vertelt over zijn werk in de Historische Lezing bij 3 October.
Marleen van Wesel
woensdag 24 september 2014
De uitdeling van haring en wittebrood na de opheffing van het beleg van Leiden, 3 oktober 1574 van schilder Otto van Veen, gemaakt in 1629. © Uit de collectie van het Rijksmuseum

‘Hij komt naar een druilerig land vol oranje peen en uien. Nu is hij hier al eerder geweest, in de jaren zeventig, als promovendus van de hoogleraar De Josselin de Jong. Hij is hier dus op sentimental journey. En voor onderzoek.’

Mare berichtte in oktober 1984 een tikkeltje cynisch over het 3 October-onderzoek van de Canadese antropoloog David Moyer (1945-2002). Eerder had hij gestudeerd aan Harvard, waar hij belangstelling opvatte voor Indonesië en voor het structuralisme in de antropologie.

‘Die twee zaken waren destijds, eind jaren zestig, in Leiden goed te combineren’, vertelt historica Els Jacobs (1958). ‘Vanwege de grote Indonesiëcollectie van de universiteit en vanwege de Leidse Richting in de antropologie. Die onderzocht de sociale structuren van een samenleving. Het is vergelijkbaar met wat Claude Lévi-Strauss deed, al kunnen antropologen het verschil wel uitleggen.’

Jacobs houdt zondag de jaarlijkse Historische Lezing in aanloop naar 3 October, over Moyers onderzoek naar de Leidse traditie. Waarom paling? is de titel. Ja, waaróm eigenlijk paling? Leidens Ontzet draaide toch om hutspot en wittebrood en haring?

‘Bij een Leidenaar roept de titel inderdaad die vraag op. Een niet-Leidenaar zou het niet opvallen’, zegt Jacobs. ‘Een maand nadat Moyer met zijn beurs naar Leiden kwam, in 1971, sjouwde hij op 3 oktober met zijn hoogzwangere vrouw door Leiden. Hij rook peen, ui en haring. Dat konden de Leidenaren hem wel uitleggen. Maar hij zag ook veel palingkramen, wat bij hem de vraag opriep: waarom paling? Niemand die het wist.’

Voedsel is een interessant onderwerp voor antropologen. Het helpt namelijk niet alleen tegen honger, maar staat ook bijna altijd ergens symbool voor. In 1988 telde ze daarom met Moyer de palingkramen op de Leidse kermis, maar helemaal duidelijk werd het nooit.

Moyers observaties op 3 oktober tussen 1984 en 2000 maakten deel uit van zijn grote onderzoek Dutch Secular Symbolism in Canada and The Netherlands. Jacobs: ‘Moyer werkte aan de University of Victoria, in het westen van Canada. Daar wonen veel Nederlandse immigranten. Die mensen zijn volkomen geïntegreerd, maar tegelijkertijd willen ze hun herkomst wel uiten en overdragen aan hun kinderen. Hoe? Door Sinterklaas en 3 Oktober te vieren. Moyer vergeleek die vieringen met de manier waarop dat in Nederland gebeurde.’

Jacobs assisteerde Moyer bij zijn onderzoek, sinds ze hem als geboren en getogen Leidse uitwisselingsstudent in Canada ontmoette bij een lezing over het Ontzet. Eerst als student-assistent, later uit vriendschap. Moyer heeft het werk nooit voltooid. ‘Hij heeft wel een en ander gepubliceerd, vooral etnografisch werk, nauwelijks conclusies.’ Hij was er nog mee bezig toen hij in 2002 plotseling achter zijn bureau overleed aan een hartstilstand. Niemand heeft zijn werk kunnen voortzetten. ‘Ik heb het zelf even overwogen, maar het was heel antropologisch voor een historica. En bovendien erg omvangrijk. Zijn weduwe heeft het meeste materiaal toen maar weggegooid. Moyers aantekeningen waren toch nauwelijks leesbaar. Alleen zijn 2100 foto’s van het Leidens Ontzet zijn in het Leids Archief opgenomen.’

Uiteindelijk vond Moyers familie toch een doos terug met onderzoeksgegevens, waaruit Jacbos kon putten voor de Historische Lezing. Moyer had weliswaar nog geen conclusies getrokken, maar al wel een aantal ontwikkelingen gesignaleerd. De hutspotmaaltijd aan de Hooglandse Kerkgracht bestaat bijvoorbeeld pas sinds 1993. ‘Nu lijkt hij er altijd geweest te zijn. In de negentiende eeuw werd er wel hutspot uitgedeeld aan de armen, maar die associatie is inmiddels verdwenen. Het klapstuk wordt tegenwoordig in veel recepten vervangen door ribstuk. De overige ingrediënten die we nu gebruiken kunnen bovendien nooit zo in een Spaanse pan gevonden zijn. Er waren toen nog helemaal geen aardappelen in Nederland. Het zijn juist typische negentiende-eeuwse ingrediënten. Invention of tradition, noemt Eric Hobsbawn dat. Héél veel tradities die eeuwenoud lijken, zijn in werkelijkheid in de negentiende eeuw uitgevonden.’

De traditie rond haring en wittebrood is in 1823 begonnen, door studenten van de sociëteit Minerva. ‘3 oktober viel dat jaar, net als nu, op een vrijdag. Omdat iedereen ook toen al vrij kreeg, zou de grote vrijdagse veemarkt afgelast moeten worden, maar daar had het stadsbestuur om financiële redenen geen zin in. Ze besloten de herdenkingsdienst in de kerk, die toen een aanzienlijk grotere rol had dan nu, te verplaatsen naar zondag. Dat scheelde wèl een vrije dag, omdat iedereen op zondag sowieso vrij was. De studenten protesteerden daartegen met een groot feest, waaronder een maskerade. Dat is waarom het huidige Minerva nog altijd een ereplaats in de taptoe heeft. Nog tot de Tweede Wereldoorlog kregen de arme Leidenaren haring, wittebrood, sigaren en koffie uitgedeeld. Na de oorlog verdwenen die laatste twee, en daarmee ook weer die associatie met armoede. Haring en wittebrood bleven, en wat de band met de historische gebeurtenis juist versterkte.’

De viering is volgens Jacobs een zeer levende traditie. ‘Met mijn lezing wil ik de 3 October Vereeniging dan ook oproepen om het feest in de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed te laten opnemen. Hoe Leidenaren vasthouden aan hun hutspot, terwijl de originele ingrediënten er geen mallemoer toe doen, dat hoort bij de Leidse identiteit.’

Historische Lezing: Waarom Paling?

De 3 Oktoberfeesten door de bril van een antropoloog door Els Jacobs, Academiegebouw, zondag 28 sept14.30. Kaarten zijn daar vanaf 14.00 uur gratis op te halen.

De hertog van Alva, door de Spaanse koning Filips II aangesteld als landvoogd, besloot Leiden tijdens de Tachtigjarige Oorlog net zo lang te belegeren tot het stadsbestuur zich overgaf. Bij een tweede beleg, in 1574, staken de Watergeuzen de dijken bij Rotterdam en Capelle aan den IJssel door. In de nacht van 2 op 3 oktober stond het water rond Leiden hoog genoeg om de Spanjaarden te verjagen. Intussen waren 6000 van de 18.000 Leidenaren al bezweken aan de honger en de pest. Burgemeester Van der Werff zou zelfs zijn arm aangeboden hebben aan de uitgehongerde inwoners. Een pan pruttelende hutspot uit het verlaten Spaanse kamp en wittebrood en haring, meegebracht door de Watergeuzen, stilde de ergste honger. Willem van Oranje bedankte de dappere Leidenaren met een universiteit.

...en in 2014

Op donderdag 2 oktober starten de festiviteiten officieel op de Garenmarkt om 15.74 (16.14 voor niet-Leidse horloges) met de openingsvoorstelling ‘Een bijzondere reis’. ’s Avonds, om 19.30 trekt de Taptoe door de stad. Op donderdag (13.00-21.00) en vrijdag (9.00-22.00) is er een feestelijke warenmarkt op de Stationsweg, de Oude Singel, de Princessekade en de straten daartussen. Vanaf daar kun je het Lunapark, de grote kermis, niet missen. Op de Garenmarkt zijn ook enkele grotere optredens, maar verspreid over de hele stad vind je dj’s en bands. Op vrijdag moet je eigenlijk vroeg je bed uit voor het Reveill-je om 7.00 op het Stadhuisplein. Om 10.00 uur is de herdenkingsdienst in de Pieterskerk, vanaf 13.00 uur trekt de grote optocht door de stad en ’s avonds na de vuurwerkshow om 23.30 bij de Ankerplaats aan de Zijlsingel keert de rust in de stad terug.

Meer festiviteiten zijn hier te vinden.