Wetenschap
Blij of boos? - Sling - Veteranen
woensdag 24 september 2014

Blij of boos?

Tijdens een onderzoek naar een nieuw geneesmiddel ontdekten Leidse psychologen een bijwerking van een oud geneesmiddel. Ze wilden weten of het nieuwe medicijn invloed had op het vermogen van de proefpersonen om emoties te herkennen. Wat die invloed was, blijft nog even geheim, maar in het vakblad European Neuropsychopharmacology valt al wel te lezen dat de onderzoekers hun verwarrende variabelen op orde hadden. De proefpersonen in kwestie waren studentes, en ongeveer twee derde was aan de pil. Dat hadden de onderzoekers netjes laten aanvinken, en zo kwamen ze erachter dat er een groot verschil zat in de resultaten van de pilgebruiksters en van hun normaal ovulerende medeproefpersonen. De slikkers hadden meer moeite om boze, verdrietige of walgend kijkende gezichten als zodanig te herkennen.

Dat is een beetje raar, en de psychologen weten ook niet goed waardoor het komt, maar het is wel wat onhandig. Vrijwel al het psychologisch onderzoek naar emotie-herkenning wordt namelijk uitgevoerd op psychologiestudentes, en een vrij groot gedeelte daarvan is aan de pil. Eerst maar eens kijken of de resultaten blijven staan in een onderzoek dat speciaal daarvoor bedoeld is, adviseren Daniëlle Hamstra en co.

Sling

Voor vrouwen die last hebben van incontinentie, kan een zogeheten urethraband een oplossing zijn. ‘Urethra’ is het dure medische woord voor het buisje waar plas uit komt. De band of ‘sling’ schuift de urethra een beetje omhoog, en dat zou dan moeten helpen. De nadruk hier ligt op ‘zou’, ontdekte een groep gynaecologen van het Leids Universitair Medisch Centrum. In het International Urogynecology Journal staat een verslag van hun onderzoek.

Sinds 1996 zijn er 41 van die slings op de markt gebracht. Tien daarvan zijn daadwerkelijk wel eens getest voordat ze in de verkoop gingen. Van de negentien bedrijven die urethrabanden maken, waren er elf niet in staat om wat voor data dan ook te overleggen. Zeven daarvan waren zelfs te beroerd om überhaupt een mailtje, brief of telefoontje te beantwoorden. Het gaat hier niet om een of ander obscuur margeproduct: twee miljoen vrouwen hebben zo’n sling ingebracht gekregen. Met een vergrijzende wereldbevolking zullen het er snel meer worden.

De LUMC’ers spreken er dan ook schande van dat zo weinig bedrijven de testdata van hun producten beschikbaar hebben of willen stellen. De Amerikaanse en Europese autoriteiten die over toelating op de medische markt gaan, zouden strengere regels moeten stellen, vinden zij. Overigens: de paar studies die na markttoelating zijn gedaan, geven aan dat in 78 tot 92 procent van de gevallen de sling incontinentie geneest.

Veteranen

Tussen 2008 en 2010 hebben er meer dan achttienduizend Nederlandse militairen in Afghanistan gezeten. In het European Journal of Psychotraumatology zet een groep onderzoekers van Defensie, het VUMC en de deels bij het LUMC aangestelde Eric Vermetten op een rijtje hoe het met die mensen ging toen ze weer terugkwamen.

Meedoen aan militaire missies is geassocieerd met een verhoogd risico op geestelijke ongezondheid, en dat is ook bij deze mannen en vrouwen te zien. Ze werden vergeleken met een controlegroep van militairen die niet uitgezonden werden; In het jaar na hun tour of duty was de kans dat ze om psychische hulp kwamen vragen tachtig procent hoger dan bij hun controlegroep. Dat klinkt lomp, maar in absolute aantallen valt het best mee: per duizend soldaten gaat het om één extra psychologisch consult. Daarmee ligt de geestelijke hulpvraag van de gemiddelde Afghanistanveteraan nog altijd lager dan bij de gemiddelde Nederlander.

DOOR BART BRAUN