Columns & opinie
Column: Flow
woensdag 10 september 2014

Aahh, de eerste week van het nieuwe academiejaar. Altijd weer even wennen om terug in de flow te komen. Het duurt bij mij gemiddeld toch een paar colleges om weer te beseffen dat, oh ja, er ook nog zoiets als Blackboard bestaat. En dat je dat eigenlijk best wel vaak moet controleren. Om vervolgens aan het einde van de allereerste week te concluderen dat ik al zeven hoofdstukken, vijf artikels en twee last-minute aan de syllabus toegevoegde boeken achter sta.

De flow, dus.

Moet je inkomen.

Dat werd me eerder deze week al pijnlijk duidelijk gemaakt. Ik ben dit jaar namelijk aan een master criminologie aan de VU Amsterdam begonnen, naast mijn studie in Leiden. Daar begonnen de festiviteiten met een speciaal introductiecollege. Het bestond voornamelijk uit tergend lang wachten tot de rij docenten klaar was met hun awkward voorstellingspraatje en – de horror – zelf ineen geknutselde Powerpoint-filmpjes zodat we eindelijk de strategisch zeer slecht geplaatste (want ontzettend zichtbare) tafel met broodjes en koffie konden aanvallen.

Tijdens deze introductie kwam ook de stagecoördinator langs. Midden in haar verhaal vermeldde ze langs de neus weg iets over de ‘heleboel studenten die natuurlijk deze zomer al een stage geregeld hebben’, om vervolgens de kneusjes die dat nog niet hadden gedaan haar e-mailadres toe te vertrouwen en de microfoon alweer aan de volgende door te geven.

Instant blinde paniek.

Want ik ben zo’n kneusje. Wist ik veel dat je voor een stage in april al in de zomer moet zoeken?! Wat?! Ik heb pas net weer herinnerd hoe uSIS werkt?! Help?! Gelijk daarna besloot ik als een gek stages te googlen, maar stuitte toen op een ander probleem: een stage is bij voorkeur een voorbereiding op je latere baan, maar daarvoor moet je natuurlijk wel weten wat voor baan je wil. En dat weet ik ook nog niet?!

Blinde paniek, fase twee.

Gelukkig werd het introductiecollege afgesloten door de loopbaanadviseur van de faculteit, dus een dag later zat ik al bij hem op de bank. Ik moest een competentie- en interessetest doen en daar gingen we toen over praten. Een concreet beroep is er alleen niet uitgekomen. Dus als iemand een baan voor me weet die een beetje CSI en een beetje recherche is, zonder teveel cijfertjes of natuurwetenschappelijke kennisvereisten, waarbij taalvaardigheid en kennis van literatuur een plus is en dat niet schrijver van crimi-boeken is, definitely holler at me.

Tot die tijd hou ik het maar op het iets algemenere ‘beleidsmedewerker’ en ‘strategisch analist’. En volg ik mijn colleges, maak mijn tentamens en schiet gebedjes voor De Perfecte Stage die me De Perfecte Baan zal opleveren.

Na een zorgeloze zomer ben ik nu alweer intens depressief over mijn leven na het studentzijn – helemaal terug in de flow dus.

Taltiha Dehaene