Columns & opinie
Frutti di Mare: Labsinaasappelsap
Marleen van Wesel
woensdag 3 september 2014
Ryan Bogaars en Lizah van der Aart: 'Veel sap drinken.' © Taco van der Eb

‘Aan het begin van de zomer kochten we twee netten sinaasappels. Dat werd dus een week lang veel sap drinken’, vertelt Ryan Bogaars (26, masterstudent sustainable process & energy technology aan de TU Delft). Het afval, want daar ging het eigenlijk om, bewaren ze in een vriezer van het Instituut Biologie Leiden bij min achttien. ‘De sinaasappelsapindustrie brengt een huge ass-hoeveelheid afval met zich mee’, vertelt Lizah van der Aart (23, masterstudent biotechnology and health, Leiden). ‘Slechts vijftig procent van de vrucht belandt in de fles.’ Samen met Blair Berger (30, masterstudent plant sciences and natural products, Leiden) onderzochten ze of dat niet wat minder kon. De restanten eindigen momenteel bijvoorbeeld al als koeienvoer, of als mest voor het land. Maar daaraan zitten grenzen. Bogaars: ‘Je wil niet dat je melk te zuur wordt, of dat je land naar de klote gaat.’

Van der Aart opent de vriezer en toont een verzameling buisjes met korrels. ‘Met stikstof konden we de schillen bevriezen en met een vijzel hebben we er korreltjes van gemaakt.’ Bogaars vergelijkt het met een theezakje. ‘Water trekt de smaakstoffen eruit. Onze oplosmiddelen trekken stofjes uit sinaasappelschillen.’ Sommige van die stofjes zijn best nuttig. Bogaars: ‘Limonene bijvoorbeeld, waarvan de geur van afwasmiddel of toiletverfrisser wordt gemaakt. Of pectine, in het witte deel van de schil. Daarmee kun je jams en marmelade verdikken.’ ‘Een vegetarisch alternatief voor gelatine, waarin dierenbotten verwerkt zijn’, verduidelijkt Van der Aart. En dan is er nog hesperidin. Bogaars: ‘Dat werkt ontstekingsremmend. Het is alleen een beetje lastig uit sinaasappelschillen te krijgen, dus veel onderzoek is er nog niet naar gedaan.’ Van der Aart: ‘Dat geldt basically voor een hoop van deze stofjes. Ze zijn nogal gevoelig.’

Met een flinke beurs van de NWO Top Sector Chemistry Student Competition ging hun project Pulp Fraction van start. Met elf verschillende oplosmiddelen trokken ze zich deze zomer terug in het lab. Bogaars legt een buisje met een roerstaafje, eigenlijk een los kruisvormig magneetje, op een plaat waaronder een magneet ronddraait. Daardoor begint de vloeistof heftig te klotsen. In een ander buisje lijkt in het midden een wolkje te zweven. ‘Dat is dus de pectine. Een soort gel, best vervelend om in de onderzoeksapparatuur te krijgen. We hebben er veel ethanol aan toegevoegd, waardoor het spul denkt: ik wil weer mijn eigen stofje worden. Doordat het vervolgens een soort wolk wordt, zie je dat het écht pectine is.’

Uiteindelijk bleken vijf van de elf oplosmiddelen meer pectine uit een sinaasappelschil op te leveren dan de gebruikelijke methodes uit de industrie. Twee daarvan werkten ook goed bij limonene en hesperidin. ‘We stuitten op zoveel mogelijkheden, het was haast frustrerend’, zegt Van der Aart. Bogaars: ‘Elke mogelijkheid ontsluit namelijk weer een nieuw onderzoeksgebied.’ Vervolgonderzoek kan zich nu wel op de effectiefste oplosmiddelen focussen. ‘Dat maakt het wat gemakkelijker om met variabelen te spelen.’

Ze hebben alvast contact met een Rotterdams sterrenrestaurant waar moleculair gekookt wordt. Bogaars: ‘Om te kijken of pectine verwerkt kan worden in hun maaltijden. We willen hoog beginnen.’ Het deel van de schil dat na hun behandeling resteert is trouwens nog altijd geschikt koeienvoer. ‘Je houdt een soort vezel over, zónder zuurmakers.’