Wetenschap
En nou rijen maar!
Voor de bundel Schokkende Boeken! verzamelden drie neer­landici de meest aanstootgevende literatuur. Van de anaalverkrachtingen in Van den vos Reynaerde tot Reves vrijpartij met een als ezel gereïncarneerde God.
Marleen van Wesel
woensdag 3 september 2014
Pin-ups uit Louis Paul Boons ‘Fenomenale Feminatheek’, tevens afgedrukt in Mieke Maaike’s Obscene Jeugd.

‘The fuck is this?! I just read a book! For nothing!’

Aldus een woeste Eric Cartman in South Park, nadat hij The Catcher in The Rye (J.D. Salinger, 1951) van kaft tot kaft gelezen heeft. Volgens zijn leraar prijkte het jarenlang op een lijst met verboden boeken, vanwege ‘very risky parts and strong vulgar language’. Daardoor had Cartman zich laten overhalen, maar ‘the dirty stuff’ blijkt voor hedendaagse lezers ver te zoeken. ‘They fucking tricked us into reading a book by enticing us with promises of vulgarity!’

Ook voor Nederlandse scholieren zijn de ‘morele grenzen van het betamelijke’ sinds Ik Jan Cremer (1964) verschoven, zo staat in de bundel Schokkende Boeken!, eind augustus verschenen onder redactie van de Leidse letterkundigen Rick Honings en Olga van Marion en hun Nijmeegse collega Lotte Jensen. Dat tijdens de boekpresentatie vorige week een man onwel werd, is dan ook vast toeval. Nadat hij lijkbleek de zaal had verlaten, werden de voordrachten voorzichtig voortgezet.

Mare zette vier walgelijke, gevaarlijke, politiek incorrecte, spottende en schunnige boeken op een rij, to trick you into reading a book.

Ranzige Reynaert

Voor wie het middeleeuwse meesterwerk Van den vos Reynaerde een paar jaar geleden niet voor z’n literatuurlijst las: het gaat over een vos, die de andere dieren teistert met zijn listen en streken. Desondanks is deze Reynaert niet louter de bad guy. De anderen blijven namelijk voortdurend in zijn valstrikken trappen, omdat ze zich laten leiden door slechte eigenschappen als hebzucht en gulzigheid. Aangezien zij onmiskenbaar de adel, de geestelijkheid, maar ook het volk representeren, houdt Reynaert de maatschappij een spiegel voor.

Collega’s vonden het destijds maar niks. In inleidingen bij hun eigen werken gaven ze commentaar op dat verhaal waarin ‘stomme beesten spreken’. Ook het gegeven dat een ram een gebedsdienst hield, was waarschijnlijk tegen het zere been van andere schrijvers, die zelf vaak uit het kloosterleven kwamen.

Maar de auteur gaat nog wat verder dan een beetje spot. Volgens Joost van Driel in Schokkende Boeken! beschrijft hij namelijk hoe personages worden gevild en verkracht ‘met de precisie van een lijkschouwer die een kadaver ontleedt’. Zo verliest de pastoor voor de ogen van zijn minnares een teelbal na een uithaal ‘met claeuwen ende met tanden’ van Tybeert de kater. ‘Hi spranc dien pape tusschen die been/Ende trac him uut dat eene dinc,/Dat tusschen sine beenen hinc/In die burse al sonder naet,/Daar men dien beiaert mede slaet.’

Sommige vrouwennamen spreken voor zich, zodra je de verwijzing ontrafelt hebt dan: Hawi (ah, oui!), Ogerne (O, graag!) en Haersint (haar zint het; die heeft er plezier in). En dan het geval van Cuwaert de haas. Reynaert grijpt hem stevig vast en hoewel het tafereel voor verschillende interpretaties vatbaar is, heeft Cuwaert op middeleeuwse illustraties een bebloed achterste. Zijn naam zou bovendien een variant zijn op ‘kontwaarts’. Al die toespelingen op seks, zeker tussen mannen, zijn buitengewoon onmiddeleeuws.

24.000 pornoplaatjes

‘Nou mot je dit eens lezen, zei hij, op vagina 69. Hij las het zélf voor, over Snee-witje, die de gulp van de vadsige koning opende, de rokjes hief, zich met bronstige kut over de fluit neerzette en dan uitriep: En nou rijen maar! Ach, bij me stroomde de geil reeds uit me kut weg.’

Zo’n scene, waarin een vader zijn dochtertje en haar vriendinnetje Mieke Maaike voorleest, zou ook nu een hoop stof doen opwaaien. Bij verschijning van Mieke Maaike’s Obscene Jeugd in 1972 riepen Vlaamse geestelijken een verbod uit. Het boek kwam uit de pen van de gerenommeerde schrijver Louis Paul Boon. Hij was voorgedragen voor de Nobelprijs en had al andere prestigieuze prijzen verzameld. Een verzameling waar hij echter ook bekend om staat, was zijn Fenomenale Feminatheek, een collectie van 24.000 pornoplaatjes.

In eerdere werken beschreef Boon sociale misstanden, maar meer op pessimistische dan activistische wijze. ‘Hij legt alleen de rotzooi vast, inspecteert de puinhopen’, aldus schrijver en voormalig Mare-redacteur Christiaan Weijts in Schokkende Boeken! ‘Zoals idealisme en pessimisme samengaan, zo kunnen lust en walging dat klaarblijkelijk ook.’ Wanneer Boon zich tot dat laatste beperkt had, zou niet meer dan een ‘draak van een moraliserend boek’ overblijven: ‘Gij zult geen kindmeisjes neuken.’ In Mieke Maaike’s Oscene Jeugd schemert kritiek door, maar wel op iets waar Boon onmiskenbaar liefhebber van is. De combinatie levert een boeiend effect op: lust én de kritiek op de uitwassen daarvan lopen in elkaar over.

Smalende godslastering

Hugo Treger is lethargisch, niet vies van drank en liefhebber van jonge jongens. In het boek Bezorgde Ouders, dat een etmaal uit zijn leven bestrijkt, masturbeert hij zo’n tien keer en nog veel vaker wordt hij gekweld door racistische dwanggedachten. Een prima recept voor wat consternatie, hoopte Gerard Reve bij publicatie in 1988. Hij wist al eerder met succes relletjes te ontketenen. Het bekendst is het Ezelproces. In Nader tot U (1966) beschreef Reve hoe God als ezel terugkeert op aarde ‘en na een geweldige klauterpartij om de trap naar het slaapkamertje op te komen, zou ik Hem drie keer achter elkaar langdurig in Zijn Geheime Opening bezitten’. Reve werd aangeklaagd voor ‘smalende godslastering’, maar vrijgesproken.

Het leverde een hoop aandacht op voor de auteur, die steeds meer ging spelen met de grens tussen fictie en werkelijkheid. Het was Harry Mulisch die dat trucje onderuit haalde. Reve had over Surinamers en Antilianen geschreven dat ‘we ze allemaal met een zak vol spiegeltjes en kralen op de tjoeki tjoeki stoomboot kunnen zetten, enkele reis Taki Taki Oerwoud’. Volgens Mulisch maakte Reve misbruik van het feit dat iedereen zijn provocaties voor ironie hield. Reve was gewoon een racist.

In het volgende decennium buitte Reve dat provocerende effect van al dan niet fictieve xenofobie net zolang uit tot Nederland de schouders erover ophaalde. Hij had een ‘reservaat van de fictie’ gecreëerd, constateert Edwin Praat in Schokkende Boeken!. Daarin gold eindeloze vrijheid, eigenlijk was alles mogelijk. ‘Alles, behalve het schrijven van een schokkend boek.’

De meest gehate schrijfster

‘De meest gehate vrouw van België. Zo noemen ze mij.’ Met die enigszins verongelijkte woorden begint het relaas van hoofdpersoon Odette in De vrouw die de honden eten gaf (2014). Kristien Hemmerechts schreef dit boek vanuit het perspectief van Michele Martin, de vrouw van Marc Dutroux. Michele Martin wist dat haar echtgenoot zes jonge meisjes ontvoerde, verkrachtte en in de kelder van een huis had opgesloten, maar ze ondernam niets. Sterker nog: toen Dutroux vastzat, bezocht ze het huis om zijn honden te voeren. De meisjes liet ze verhongeren.

Hoewel Odette niet bepaald aardig wordt afgeschilderd, weigerden enkele boekhandels het boek te verkopen en ontving Hemmerechts doodsbedreigingen. Maar wát is er precies zo schokkend? Misschien de expliciete seksscènes tussen Odette en haar man, schrijft Stine Jensen in het slothoofdstuk van Schokkende Boeken!, maar meer nog het ‘effectbejag’ waarvan Hemmerechts beschuldigd werd.

Doordat ze iets herkenbaars in de ‘egocentrische, maar ook emotioneel afhankelijke’ Odette heeft gestopt, gaat er een ongemakkelijke waarschuwing van het boek uit. En dat is misschien nog wel het schokkendst.

Rick Honings, Lotte Jensen en Olga van Marion, Schokkende boeken!, Verloren, 333 pgs. €29