Columns & opinie
Brief: Nobelprijswinnaars
woensdag 4 juni 2014

Mare 30 bevatte een twee pagina’s tellende geïllustreerde bespreking van het boek van Martijn van Calmthout & Jelle Reumer, Nobel op de kaart. Op zoek naar de Nederlandse Nobelprijswinnaars van vroeger en nu. In het voorwoord observeert Hans Clevers, president van de KNAW, hoe Nederland in het rechterrijtje van deze internationale competitie terecht is gekomen. Dat is zonde, te meer daar, zo zegt hij, bij toekenning van een dergelijke prijs ‘universiteiten en hun vestigingslanden stijgen in de wetenschappelijke pikorde’.

In zijn boekbespreking concentreert Bart Braun zich op de Leidse Nobelprijswinnaars, van wie de laatste is overleden in 1994 (Jan Tinbergen). Geleid – en daarbij onbedoeld misleid – door het boek wordt er geen aandacht geschonken aan andere Nobelprijswinnaars met een o.a. Leidse link.

Hier is misschien sprake van iets te selectieve trots? Daar waar wel de Nobelprijs voor de Vrede wordt genoemd (Tobias Asser 1911; Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens 2013) wordt er geen melding gemaakt van de Nobelprijs voor de Vrede 1988, waarvan ondergetekende een van de 9.084 Nederlandse dragers is.

Dat jaar werd de genoemde prijs toegekend aan allen die voor de United Nations Peacekeeping Forces hadden gediend.

Onze bemoeienis daarmee is dat Nederland troepen had geleverd voor UNIFIL (1979-1985), mijn bemoeienis daarmee is dat ik als kapitein bij UNIFIL diende (1983-84), de Leidse bemoeienis daarmee is dat ik spoedig na terugkeer uit Libanon aan de UL kwam te werken (1985). Er werkt dus nog minimaal één levende Nobelprijswinnaar aan de UL!

Al eerder had ik contact met de redactie van de Leidse universitaire website over de Eregalerij Prijzen en Onderscheidingen, waar de Nobel Vredesprijs ook niet wordt genoemd.

Nu daar inmiddels, na mijn correspondentie, wordt geformuleerd dat “Medewerkers, studenten en instituten van de Universiteit Leiden […] onderscheidingen, prijzen en subsidies voor hun verdiensten voor onderzoek, onderwijs en samenleving [kregen]”, en dat “[we] die met trots presenteren [in] dit overzicht”, is het nu tijd geworden om ruimhartiger te zien wat die verdiensten voor de samenleving zijn.

Hoewel het ook aan de Leidse universiteit niet alles wetenschap is dat er blinkt is de prijzenkast toch nog iets voller dan gedacht. We rukken op naar het linkerrijtje.

Ronald E. Kon, Lkol (R), medewerker Midden-Oostenstudies