Wetenschap
Reis langs de Prijs der Prijzen
Het boek Nobel op de kaart is een ode aan de Nederlandse wetenschappers die ooit de Nobelprijs wonnen. Wat is er nog van ze te vinden? Mare zette de Leidse winnaars op een rijtje.
Bart Braun
woensdag 21 mei 2014

Nederland kent maar weinig waardering voor haar topwetenschappers. Voetballers, wielrenners en pijltjesgooiers worden gehuldigd met intochten. Van over de hele wereld reizen toeristen naar Europa om de geboorteplekken van onze schilders te zien of graven van schrijvers. Winnaars van een Nobelprijs, toch de hoogste eer die de wetenschap kent, steken daar karig bij af. Hoeveel van de 21 Nederlandse laureaten zou de man in de straat kunnen noemen?

Toch kent Nederland een rijke wetenschapstraditie, met mannen – alleen mannen, vooralsnog – die belangrijke bijdragen aan de wetenschap of vrede leverden. In hun boek Nobel op de kaart zetten wetenschapsjournalist Martijn van Calmthout en bioloog Jelle Reumer de laureaten op een rijtje. Ook met eerbetoon en blijken van herinnering blijkt Nederland karig. Toch zijn er voor de liefhebbers wel degelijk wat dingen om te bezoeken, dus het boekje is ook een reisgids. Mare viste de Nobelprijswinnaars die iets met Leiden te maken hebben eruit.

Jacobus van ’t Hoff (1852-1911)

Welk jaar? 1901, het eerste jaar dat de prijzen werden uitgereikt.

Waar won hij de Nobelprijs voor? De ontdekking dat sommige koolstofverbindingen ‘chiraal’ zijn; net zoals een linker- en een rechterhandschoen elkaars spiegelbeeld zijn, zo heb je ook links- en rechtsdraaiende moleculen. Dat is niet alleen leuk voor chemici, het maakt enorm veel uit in levende wezens en bij het maken van medicijnen.

Hoe Leids was hij? Nauwelijks. Heeft hier weliswaar een jaartje wiskunde gestudeerd, maar vertrok toen weer. Zijn baanbrekende werk verrichte hij vooral tijdens zijn promotie in Utrecht.

Wat valt er nog van hem te zien? Museum Boerhaave heeft zijn tetraëders nog. Uiteraard is er een Van ‘t Hoffstraat in de Professorenwijk, waar ook een hoop andere Nobelprijswinnaars te vinden zijn.

En buiten Leiden? Voor zijn oude hbs aan de ’s Gravendijkwal in Rotterdam staat een in brons gegoten standbeeld. ‘Vermoedelijk het grootste monument voor een Nobelprijswinnaar dat ons land kent’, schrijven Van Calmthout en Reumer. ‘Het is een monarch waardig.’

Hendrik Lorentz (1853-1928)

(rechts)

Welk jaar? 1902 (samen met Pieter Zeeman)

Waar won hij de Nobelprijs voor? Theoretisch werk aan de invloed van magnetisme op stralingsverschijnselen. Hij integreerde James Maxwells ideeën over elektriciteit met toen nog onbewezen concepten over nieuwlichterij als ‘atomen’ en ‘elektronen’ – met groot succes. Zijn status als wetenschapper was enorm, maar het Nobelprijscomité was huiverig om de prijs uit te reiken voor zuiver theoretisch werk. Toen zijn jonge collega Pieter Zeeman het Zeemaneffect ontdekte, bewees hij dat Lorentz’ berekeningen kloppen.

Hoe Leids was hij? Werkte van 1877 tot 1912 in Leiden en verrichte daar zijn baanbrekende werk dat Albert Einstein (links op de foto) aanzette tot diens relativiteitstheorie. ‘Hij werkte vooral vanuit zijn huis aan de Hooigracht 48, waar hij volgens zijn dochters altijd achter zijn bureau zat, maar eigenlijk nooit hard aan het werk leek. Hij mocht graag een glas drinken met een goede sigaar erbij, ondertussen wat aantekeningen makend.’

Na 1912 vertrok hij naar Haarlem, volgens geruchten omdat Heike Kamerlingh Onnes (over wie straks meer) zijn werkkamer had geannexeerd. Lorentz bleef elke maandag college geven in Leiden. Zijn begrafenis, in 1928, was een moment van landelijke rouw: trams stonden stil, de telegraaf werd buiten werking gesteld en tienduizenden liepen uit om de rouwstoet te zien.

Wat valt er nog van hem te zien? In het Kamerlingh Onnes Gebouw staat een tufstenen beeldje van hem, op de eerste verdieping.

En buiten Leiden? Lorentz vond dat wetenschappers in dienst van de maatschappij moesten staan. Hij was dan ook niet te beroerd om uit te rekenen hoe hoog de bliksemafleider op een gebouw moest zijn. Ook rekende hij mee aan de nog te bouwen Afsluitdijk. Dankzij Lorentz zit er een knik in de dijk, zodat het waterwerk beter bestand is tegen de getijdenstromingen. De sluizen op die plek dragen zijn naam. In zijn geboortestad Arnhem staat er een monumentale muur voor hem in het Sonsbeekpark.

Pieter Zeeman (1865 – 1943)

Welk jaar? 1902 (samen met Lorentz)

Waar won hij de Nobelprijs voor? Het Zeemaneffect, dat zonder de theoretische onderbouwing van Lorentz waarschijnlijk geen prijs op had geleverd. In het lichtspectrum van een natriumvlam zitten streepjes, en onder invloed van een sterke magneet splitsen die zich in meer streepjes. Magnetisme splitst licht, en dat kwam keurig overeen met Lorentz’ voorspellingen die er vanuit gingen dat licht ontstaat dankzij bewegingen van elektrisch geladen deeltjes in atomen. Zeeman vond daarmee de eerste aanwijzing voor het bestaan van elektronen. Omdat het Zeeman-effect niet alleen optreedt bij natriumlicht maar bij allerlei straling onder invloed van sterke magneetvelden, speelt het ook een grote rol in MRI-apparaten.

Hoe Leids was hij? Reumer en Van Calmthout hebben Zeeman in hun boekje in het hoofdstuk ‘Amsterdam’ geplaatst, net als zijn voorganger Johannes van der Waals. Beiden waren weliswaar hoogleraar in de hoofdstad, maar beiden verrichten het werk waarvoor ze hun Nobelprijs kregen in Leiden.

Wat valt er nog van hem te zien? In het Huygensgebouw hangen glas-in-loodramen die zijn ontdekking memoreren. Die zijn gemaakt door kunstenaar Harm Kamerlingh Onnes, familie van Nobelprijswinnaar Heike.

En buiten Leiden? Het oude gemeentehuis van het Zeeuwse Zonnemaire was, voor het gemeentehuis werd, het geboortehuis van Pieter Zeeman. Er staat nu een buste van de natuurkundige naast. Het dorp kent ook een naar hem vernoemde straat, net zoals tientallen andere Nederlandse dorpen en steden. Om uw volgende vraag voor te zijn: Reumer en Van Calmthout hebben het al uitgezocht: ‘Voor zover na valt te gaan, is in geen enkele Zeemanstraat een gelijknamige textielsupermarkt gevestigd.’

Johannes van der Waals (1837-1923)

Welk jaar? 1910

Waar won hij de Nobelprijs voor? Voor zijn ‘toestandsvergelijking’ van gassen en vloeistoffen. Gassen gedragen zich niet volgens de ideale gaswet die een middelbare scholier bij natuurkunde leert. Dat komt omdat een gas uit moleculen bestaat. Dat bemoeilijkt het onbeperkt samendrukken, want moleculen nemen ruimte in. Ze oefenen ook krachten op elkaar uit. Van der Waals’ vergelijkingen voorspellen ook dat zelfs helium vloeibaar kan worden, als je het maar hard genoeg treitert. Daarover straks meer.

Hoe Leids was hij? Geboren en getogen, in de Jan Vossensteeg. Ter nagedachtenis aan één van de grootste genieën die ons land ooit kende, staat daar nu... een coffeeshop. Van der Waals studeerde en promoveerde hier op zijn toestandsvergelijking. Ging daarna naar Amsterdam, en bleef daar aan de vergelijking sleutelen.

Wat valt er nog van hem te zien? In Museum Boerhaave zijn oude gipsmodellen van zijn experimenten te vinden. Het museum beheert ook zijn – niet onverdienstelijke –poëzie.

En buiten Leiden? Zijn oude lab aan de Plantage Muidergracht 6 in Amsterdam.

Heike Kamerlingh Onnes (1853-1926)

Welk jaar? 1913

Waar won hij de Nobelprijs voor? Lage-temperatuurfysica, in het bijzonder het vloeibaar maken van helium. Hij had eigenlijk nog een tweede kunnen krijgen voor het ontdekken dat kwik supergeleidend werd bij ultralage temperaturen.

Hoe Leids was hij? Werd in Leiden de eerste hoogleraar experimentele natuurkunde van Nederland. Bouwde aan de Steenschuur een industrieel opgezet lab om de gaswetten van Van der Waals te verifiëren, en slaagde daarin. Woonde in het vanilleyoghurtkleurige gebouw aan de Haagweg 49 en schreef ooit een boze brief aan Njord omdat zijn vrouw last had van de naaktzwemmende roeiers in het Galgewater.

Wat valt er nog van hem te zien? Nou, het Kamerlingh Onnes-gebouw met buste, om eens wat te noemen. In de hal van het Oortgebouw en in Museum Boerhaave staat nog wat van zijn oude apparatuur

En buiten Leiden? Achter de Dorpskerk in Voorschoten is zijn graf te vinden.

Willem Einthoven (1860-1927)

Welk jaar? 1924

Waar won hij de Nobelprijs voor? Voor de ontwikkeling van het elektrocardiogram. Een hart geeft elektrische signalen af en wie die stroompjes meet, weet hoe het met dat hart gaat. De ontwikkeling van een goed ECG-apparaat was geen sinecure: Einthoven maakte ragfijne kwartsdraden door gesmolten glas op een pijl te druppelen, en de pijl daarna weg te schieten. De trillingen van de apparatuur van Heike Kamerlingh Onnes, in het lab ietsje verderop, maakten het meten ook lastiger.

Hoe Leids was hij? Werd na zijn promotie in Utrecht direct hoogleraar in Leiden. Daar spande hij ooit een antenne tussen de Langebrug en de Steenschuur, waarmee hij de radio uit Nederlands-Indië kon ontvangen. Ook ontwikkelde hij hier zijn ECG-apparatuur. Patiënten uit het Academisch Ziekenhuis Leiden konden natuurlijk niet naar zijn lab aan de Zonneveldstraat (achter het huidige KOG) komen. Er kwam een speciale telefoonverbinding, waardoor hij zijn ECG’s maakte. Op 67-jarige leeftijd overleed hij in Leiden aan darmkanker.

Wat valt er nog van hem te zien? Die pijl en boog liggen nog in Museum Boerhaave. Het onderzoeksgebouw van geneeskunde is naar hem vernoemd, en daar staat ook een buste van de onderzoeker.

En buiten Leiden? De corporale roeivereniging Triton in Utrecht is door Einthoven opgericht, en bestaat nog steeds. Zijn graf ligt achter het Groene Kerkje in Oegstgeest, en wordt blijkbaar onderhouden door een groep cardiologen van het LUMC.

Gerrit-Jan van Heuven Goedhart (1901-1956)

Welk jaar? 1954 (foto: UNHCR)

Waar won hij de Nobelprijs voor? Voor de vrede, vanwege zijn werk als VN-Commissaris voor de vluchtelingen.

Hoe Leids was hij? Net ietsje meer dan Van ’t Hoff, maar dat was het ook wel. Studeerde hier rechten. Werd daarna journalist (hij is nog hoofdredacteur van De Telegraaf geweest, voordat de krant fout werd in de oorlog), en trok daarna naar Genève als baas bij het Hoog Commissariaat der Verenigde Naties voor Vluchtelingen(UNHCR).

Wat valt er nog van hem te zien? In Leiden niks. In Genève ligt er een (moeilijk vindbare) gedenksteen in het oude paleis van de Volkerenbond.

Jan Tinbergen (1903-1994)

(links. Foto Koen Suyk) 

Welk jaar? 1969 (Samen met Ragnar Frisch)

Waar won hij de Nobelprijs voor? Eigenlijk is de economieprijs geen echte Nobelprijs, maar vooruit. Tinbergen won hem voor het modelleren van economische processen, zoals hij dat oorspronkelijk als natuurkundige had geleerd. Hij geldt als de vader van dat vakgebied.

Hoe Leids was hij? Studeerde hier wis- en natuurkunde, en promoveerde bij Paul Ehrenfest (de opvolger van Lorentz) op een fysisch/economisch proefschrift. Werd daarna volledig econoom, bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en als hoogleraar in Rotterdam. Was na zijn emeritaat daar nog twee jaar hoogleraar internationale samenwerking in Leiden.

Wat valt er nog van hem te zien? Hier in Leiden merkwaardig genoeg niets. De Erasmus Universiteit heeft een Tinbergen Plaza op de campus Woudestein. Daar staat ook een monument, met zijn uitspraak ‘Van de verdeling komt de winst.’

Niko Tinbergen (1907-1988)

Inderdaad, broer van Jan. (Foto: Rob Mierement)

Welk jaar? 1973 (Samen met Konrad Lorenz en Karl von Frisch)

Waar won hij de Nobelprijs voor? Voor het op poten zetten van de gedragsbiologie als wetenschap. Dat deed hij met behulp van slimme vragen en experimenten die nog steeds als schoolvoorbeeld gelden.

Hoe Leids was hij? Studeerde en promoveerde hier, en voerde zijn beroemde studies naar het pikgedrag van meeuwenkuikens uit in het nabijgelegen duingebied Meijendel. Toch vond hij Nederland maar tegenvallen, en hij vertrok naar Oxford, waar hij beroemde promovendi als Desmond Morris, Richard Dawkins en Anton van Hooff zou begeleiden. Zijn belangrijkste boeken en artikelen schreef hij daar.

Wat valt er nog van hem te zien? Het is nog onduidelijk of er dit jaar weer een Niko Tinbergenlezing wordt gehouden aan de Universiteit Leiden. Afgezien daarvan zijn er in Museum Boerhaave wat memorabilia, waaronder zijn kartonnen meeuwenkoppen en films die hij maakte. Niko Tinbergen woonde in de Leeuwerikstraat 8. Het Rijksmuseum voor Volkenkunde heeft Inuit-afbeeldingen die hij verzamelde tijdens zijn verblijf in Groenland. Minstens een daarvan stelt Tinbergen voor.

Martijn van Calmthout & Jelle Reumer, Nobel op de kaart – op zoek naar de Nederlandse Nobelprijswinnaars van vroeger en nu. Uitgeverij Lias, 240 blz. € 19,95

En de rest...

De overige Nederlandse Nobelprijswinnaars, voor als u daadwerkelijk ooit op straat gevraagd wordt ze op te noemen. In chronologische volgorde:

Tobias Asser (Vrede, 1911)

Christiaan Eijkman (Geneeskunde, 1929)

Peter Debye (Natuurkunde, 1936)

Frits Zernike (Natuurkunde, 1953)

Tjalling Koopmans (Economie, 1975)

Simon van der Meer (Natuurkunde, 1984)

Paul Crutzen (Scheikunde, 1995)

Gerard ’t Hooft & Martin Veltman (Natuurkunde, 1999)

Andre Geim (Natuurkunde, 2010)

Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (Vrede, 2013)