Achtergrond
Hallo? Hier Radio Kootwijk!
Van de eerste telefoonverbinding met Nederlands-Indië tot videoclips van Nick & Simon: StudiumGenerale ging op excursie naar de monumentale gebouwen van Radio Kootwijk.
Marleen van Wesel
woensdag 21 mei 2014
Gebouw A van Radio Kootwijk. © Anne Seghers

‘Hallo Bandoeng! Hallo Bandoeng! Hoort u mij?’ De woorden van koningin-moeder Emma wisten Bandoeng in 1929 zowaar te bereiken en daarmee had Nederland eindelijk een eigen telefoonverbinding met Nederlands-Indië.

Na een lezing eerder dit jaar nam Studium Generale afgelopen week een groep trouwe bezoekers mee op excursie naar de Veluwe, waar de monumentale gebouwen van Radio Kootwijk staan. Dat zendstation maakte indertijd de verbinding met de overzeese gebieden mogelijk. ‘Het is een haast buitenaardse plek’, kondigt de buschauffeur van tevoren al aan.

Na een flauwe bocht doemt Gebouw A op aan het einde van de Radioweg. Het kolossale betonnen art deco-gevaarte staat middenin de uitgestrekte heide waarop wandelaars, fietsers en soms ook reeën, edelherten en everzwijnen voorbij trekken. ‘De architect had een Egyptische sfinx voor ogen, maar in de volksmond werd het “de kathedraal”’, vertelt René de Graaff, die er in opdracht van Staatsbosbeheer bezoekers rondleidt.

‘Vanaf de legendarische woorden “Hallo Bandoeng!” konden Nederlanders via de ether bellen met hun zoons die twaalfduizend kilometer verderop werkten. Bellen kon overigens alleen vanuit de vier grote steden en zo’n radiotelefoongesprek van drie minuten koste dertig gulden.’ Ter vergelijking: een gemiddeld weekloon was 25 gulden.

Al eerder, rond 1900, was er contact met Nederlands-Indië door elektrische telegrafie. Er liepen kabels via Siberië en Shanghai, over de zeebodem naar Indonesië. Nederland was daarvoor wel afhankelijk van andere landen. De Graaff: ‘Dat bleek des te meer toen Engeland tijdens de Eerste Wereldoorlog kabels kapot trok, om de communicatie van Duitsland te dwarsbomen. Nederland was vanaf toen verstoken van rechtstreeks contact met de koloniën. Om dat weer op gang te brengen besloot men direct na de oorlog een eigen zendstation voor de lange golf te bouwen.’

Het zandverstuivingsgebied bij Kootwijk was een logische locatie. ‘Het was dunbevolkt en bovendien was het terrein al eigendom van de staat.’ Er werd een klein dorpje naast gebouwd, eveneens Radio Kootwijk genaamd, met dienstwoningen voor werknemers en een pension voor ongehuwde ambtenaren. Architect Jules Luthmann werd aangetrokken voor het ontwerp van het hoofdgebouw, dat niet alleen imposant, maar vooral ook functioneel moest zijn. ‘Het moest een van de eerste Nederlandse gebouwen van gewapend beton worden. Een houten gebouw zou in brand vliegen zodra de spijkers en beugels te heet werden.’ Ook de grote rechthoekige vijver voor de centrale ingang draagt niet alleen bij aan de allure: dit was tevens het koelwaterbassin. Vanaf de toren zijn onder de waterlelies de koelleidingen nog te zien.

‘Ook hier heeft de architect de art deco-stijl toegepast’, vertelt De Graaf nadat hij de groep mee naar de entreehal heeft genomen. De groene muren ogen statig en authentiek, maar hij wijst op de scheef hangende deuren. ‘De afgelopen jaren woonden hier antikrakers. Die beschouwden het iets te veel als hun eigen huis.’

Radio Kootwijk ging officieel in gebruik in 1923, voor morsetelegrafieverkeer. De P&T, later PTT, liet voor de langegolfverbinding een machinezender van het Duitse bedrijf Telefunken installeren. Verbindingen met andere verre oorden lieten niet lang op zich wachten. Voor de radiotelefonische verbinding die koningin-moeder Emma een paar jaar later opende, werd in de gebouwen C, D en E al gebruik gemaakt van de korte golf. Met snelle technische ontwikkelingen was bij de bouw al rekening gehouden. De Graaff: ‘De reusachtige machinezaal in Gebouw A bevond zich niet voor niets op één hoog. Een verdieping lager kon je gemakkelijk de bedrading vervangen. De laatste koperen leidingen zijn trouwens met het vertrek van de anti-kraakbewoners verdwenen.’

Vlak naast Gebouw A, op de heide, staat tegenwoordig een moderne gsm-zendmast. Het zendstation zelf is leeggehaald. Alleen de originele patronen van groene en witte tegels kronkelen nog over de vloer van de machinezaal en helemaal bovenin hangt op de balustrade de kraanrails die loodzware machines door de hal manoeuvreerde. ‘Soms komt die nog van pas’, vertelt De Graaff. ‘Het pand is al eens verhuurd aan Hollywood, als FBI-gebouw in de film Mindhunters (2004). Sindsdien zijn de zaalmuren groen, helaas.’

Radio Kootwijk vormde de afgelopen jaren ook het decor voor videoclips van Bløf en Nick & Simon, een Mega Mindy-film en de Nederlandse speelfilms Quantum Zeno en Ver van familie. Soms worden er evenementen georganiseerd, zoals de Landschapstriënnale van 2011. Daar kent Studium Generale-medewerkster Anne Sehgers de gebouwen van. ‘Het leek me razend interessant voor een lezing en bovendien een prachtige plek om uiteindelijk heen te gaan. Het is een heel indrukwekkende plek. Bizar, dat ook.’ Collega Tilman Grunewald zette deze eerste Studium Generale-excursie vervolgens op poten.

Wilde plannen met de leegstaande zendgebouwen liepen de afgelopen jaren op niets uit, omdat ondernemers op te veel beperkingen stuitten. Een eindeloze stroom auto’s is bijvoorbeeld niet toegelaten en de natuur moet gekoesterd worden. Voor een euro ging het terrein in 2009 naar de oorspronkelijke eigenaar, Staatsbosbeheer, die kleinere evenementen, congressen en ook rondleidingen door de lege ruimtes faciliteert.

‘Al in 1936 bedachten de Duitsers zich dat als het tot een oorlog zou komen, dat dan de langegolfzender van Radio Kootwijk goed van pas zou komen voor het contact met de eigen U-boten. Op dag één stonden ze hier dus al’, vervolgt De Graaff de Studium Generale-rondleiding. ‘In 1941 vonden de Britten voor hun kust een verlaten en beschadigde Duitse duikboot, de U-110. Binnen troffen ze explosieven aan, die niet waren afgegaan, én een Enigmamachine. Niet dat de Britten daar veel mee konden, maar met behulp van een Poolse kapitein die naar Engeland was gevlucht, konden ze alsnog Radio Kootwijk afluisteren. Voor de zekerheid voerden ze nog wel schijnaanvallen uit.’ Dat de bombardementen altijd net mis waren, wekte blijkbaar geen argwaan, want pas in 1945 vertrokken de Duitsers. ‘Overigens niet voor ze de machines opgeblazen hadden en de masten hadden afgebroken. Een lieten ze nog expres op Gebouw A vallen, maar ook daarbij kwam het gewapend beton van pas.’

Het robuuste bouwwerk stond nog altijd fier overeind en de PTT maakte na de bevrijding een nieuwe start met twee nieuwe masten. In 1966 werd de eerste daarvan neergehaald, de tweede in 1980. Ook in de tweede helft van de twintigste eeuw volgden technische ontwikkelingen elkaar snel op en de kortegolfzender werd ingehaald door satellietverbindingen en trans-Atlantische kabelnetwerken. Wel boden de gebouwen nog plaats aan wetenschappelijk onderzoek en pas eind 1998 werden de allerlaatste signalen via Radio Kootwijk verstuurd.

Tot die tijd fungeerde het nog als zendstation voor Scheveningen Radio, dat 94 jaar lang schepen in nood over de hele wereld via morse verbond met hulpdiensten en ook telefoonverkeer en telegrammen tussen zee en wal verzorgde. Ook Scheveningen Radio week op oudejaarsdag 1998 voor de satelliet. Na dit allerlaatste bericht verdween Radio Kootwijk dan echt uit de lucht: ‘Wij wensen U en de bemanning voor de laatste maal een goede vaart en tevens een voorspoedig nieuwjaar.’