Achtergrond
Troosteloos Leiden
Dobber Bolhuis filmt zowel de lelijkheid van de stad als vluchtende gangsters en blowende scholieren. Met zijn studiegenoten van film- en literatuurwetenschap richtte hij een filmclub op.
Marleen van Wesel
woensdag 14 mei 2014
Dobber Bolhuis: 'Als ik regisseer ben ik vrij zakelijk. Dan luisteren ze gewoon.' © Marc de Haan

Omlijst door de spijlen van een ijzeren hekwerk doemen dichtgetimmerde huizen op. Dit is het troosteloze Leiden van student Dobber Bolhuis (20). Met zijn camera neemt hij je mee naar een huiskamer waar een echtpaar onder een slinger van verjaardagsvlaggetjes woedend tegen elkaar tekeer gaat. Op de achtergrond proberen hun kinderen haast weg te kruipen in hun smartphones. Deze korte film, Emptiness, behoorde eerder deze maand tot de selectie van de Leiden International Short Film Experience.

‘Afgelopen zomer werkte ik mee aan een Leidse wijkfilm, Tussen de Rijnen. Die belichtte de mooie kanten van Leiden. Toen we klaar waren, vond ik het tijd voor het tegenovergestelde’, vertelt Bolhuis. Voor de rol van ruziënd stel vroeg hij zijn ouders, toneelregisseur en beeldend kunstenares. ‘Best creatief, dus die doen dat wel. En als ik regisseer ben ik vrij zakelijk. Dan luisteren ze gewoon.’

Bolhuis begon op zijn veertiende met filmen. ‘Met een vriendje wat dingen proberen met een handycam, en ook tijdens de editing. Wat dat laatste betreft ben ik een enorme Tarantino-fan. Het is mooi hoe hij z’n stempel op een werk drukt. Zijn dialogen zijn heel strak geschreven, maar intussen gaan ze nergens over.’

Zijn eigen stempel moet hij nog ontwikkelen. De laatste tijd experimenteert hij alvast met wijde shots. ‘Die vind ik bij Wim Wenders prachtig. Het wordt al iets statiger, maar ik ben nog erg zoekende. Wel film ik bijna alles in Leiden. De architectuur is heel gevarieerd, dus daar kun je alle kanten mee op. Misschien kun je de stad wel een soort vast personage noemen. En het is dichtbij, dat ook.’

Vorig jaar, tijdens zijn eindexamenjaar maakte hij een Tarantino-esque film over vluchtende gangsters, blowende scholieren en orakelende zwervers, getiteld Shared Paranoia. ‘Het was mijn profielwerkstuk. En ook mijn aanmelding voor de filmacademie.’ Nu studeert hij film- en literatuurwetenschap in Leiden. ‘Tja, afgewezen. Hier in Leiden leer je puur de theorie, maar als je jezelf intussen met de praktijk bezighoudt versterkt dat elkaar. Al zou ik één praktijkvak wel fijn vinden. De meesten van ons hebben dat na hun studie wel nodig.’ De studenten richtten daarom dit collegejaar zelf maar Garde du Nord op. Een studievereniging zou Bolhuis het niet noemen. ‘Het is niet enorm georganiseerd en ook mensen van andere studies zijn welkom. Het is vooral een handig platform als je hulp zoekt bij het editen of materiaal wil uitwisselen. En we organiseren introchallenges. Daarbij krijg je in willekeurige groepjes de opdracht om een film te maken. Wij maakten een documentaire over mijn overgrootmoeder.’

Voorlopig blijft hij in Leiden, maar de filmacademieplannen blijven sluimeren. ‘Ik wil de filmindustrie in. Hoe dat maakte me niet uit.’ Om te beginnen neemt hij zijn camera deze zomer mee de trein in. ‘Met een paar jongens van Garde du Nord gaan we een film maken die zich afspeelt op het spoor en op stations. Het scenario ligt er al. Misschien kunnen we het resultaat wel vertonen in het Kijkhuis.’

Tussen de Rijnen wordt (als het tenminste niet regent) vrijdagavond 16 mei om 21.00 uur gratis in de openlucht vertoond bij Dok2.