Achtergrond
Effe lekker rellen
Vrijwillig vechten tegen ME’ers in opleiding is een populair uitstapje onder studenten. Mare ging mee met de studentensurfvereniging Plankenkoorts. ‘Verdomme jongens, niet wegrennen! We zijn toch geen mietjes?’Thijs (26, luchtvaarttechnologie) wrijft een paar keer over zijn neus. ‘Ik denk nog steeds dat hij vorig jaar gebroken is’, vertelt hij de andere leden van surfvereniging Plankenkoorts. De jongens zitten in de trein naar de politieacademie in Ossendrecht, om een potje te rellen tegen de ME. ‘Heerlijk toch, om eens per jaar al je agressie en frustratie kwijt te kunnen. Maar de echt lompe gasten stappen in bij Schiedam.’
Petra Meijer
donderdag 8 mei 2014
© Taco van der Eb

Even later betreden architecten Leander Rispens (29) en Anton Mamedov (26) de trein. ‘Ahh, daar hebben we de andere relbazen’, zegt Rispens, terwijl hij zijn maten de hand schudt. Omdat Rispens al vier keer eerder tegen de ME geknokt heeft, neemt hij dankbaar de taak op zich om sterke verhalen te vertellen. ‘Je bent daar voor vijftig procent in gevecht met jezelf, en voor vijftig procent in gevecht met die gasten. Als de ME’ers uitvallen, wil je blijven staan, maar je voeten beginnen vanzelf met rennen.’

Terwijl Cas Esbach en Yannick Macken alvast een blikje bier opentrekken worden de strategieën doorgenomen. Rispens: ‘Laten we eerlijk zijn. We zijn geen F-Side. We hebben geen cocaïne, en geen messen, dus we moeten het tactisch aanpakken. Ik stel voor dat we de houten blokjes eerst op de helmen gooien. Als iemand het codewoord Harry Potter roept, mikken we in één keer op hun enkels. Of we gaan met zijn allen op de kleinste. Hadden we maar wat meisjes. Dan konden ze flashen.’ Het is ook leuk om ze aan het lachen te maken. We kunnen belachelijke scheldwoorden gebruiken: "Jij belhamel, schavuit!" Of complimenten schreeuwen in plaats van beledigingen. "Jouw moeder is echt een hele mooie vrouw. Wat een geweldig beroep heb jij. Later wil ik ook zo worden."’

Op station Bergen op Zoom worden de studenten opgehaald door een speciale bus, die ze naar de academie brengt. Even wordt: ‘Hey buschauffeur, we gaan je busje slopen’ ingezet, maar dat blijkt al snel te flauw.

Aangekomen bij de politieacademie krijgen de jongens een lunchpakket, een helm en een korte briefing. ‘Een gedoseerde tik is eigenlijk een harde slag, dus reageer ook zo. Ga weg en ga een andere ME’er klieren. Ga je niet weg, dan schat ik zo in dat na twee zachte tikken de derde tik een andere intensiteit zal hebben’, zegt instructeur Peter. ‘Gedraag je verder zoals je je thuis gedraagt. Niet schelden, niet wildplassen, geen racistische opmerkingen. De eerste twee zaken doe je alleen als wij het je vragen.’

Maar liefst 128 vrijwillige relschoppers zullen het opnemen tegen zes ME-ploegen, die zich in de laatste week van hun opleiding bevinden: over drie dagen doen ze examen. De deelnemers vertrekken naar buiten voor de eerste ronde. De relschoppers zijn in dit scenario boze bewoners die tegen de komst van een kolencentrale zijn. Ter plaatse staan twee autowrakken. Nog geen twee seconden later hebben de heren van Plankenkoorts een van de auto’s omver getrokken. Maar even later zetten ze hem desgevraagd ook weer vriendelijk terug.

De deelnemers moeten lang wachten, maar dan komt de ME aan geschuifeld, met de schilden voor zich uit. De menigte wacht nerveus lachend af. Het is nog een beetje aftasten. ‘Boeeehhhh! Kutkoluh!’, scandeert iemand ineens luid. ‘Kutkolen! Kutkolen!’, valt de rest van de menigte bij. Van twee kanten komt nu ME, met lange wapenstokken en schilden in de aanslag. Het blijft bij wat duwen en trekken, maar wie te dichtbij komt, krijgt een corrigerende tik.

Even later staan relschoppers en ME in een patstelling tegenover elkaar. ‘Hij gaat lachen hoor. Wedden dattie gaat lachen? Haha, nummer 55 moet lachen.’ ME-agent nummer 55 kan zijn pokerface inderdaad niet meer in bedwang houden en zijn lippen krullen omhoog. Iedereen lacht mee.

De sfeer verandert op slag als er een vijftal paarden aan komt draven. De beesten lopen zijwaarts op de menigte in en drijven iedereen zo bijeen. Als de groep te luidruchtig wordt, raakt een van de paarden een beetje in paniek en het trapt een paar keer vervaarlijk naar achter. ‘Kutbeesten, ik moet vaker paardenbiefstuk eten!’, roept een jongen van Plankenkoorts. De deelnemers staan in een cirkel en de vijf paarden lopen als hongerige wolven om ze heen. Ze kunnen geen kant op.

Er komt een ME-busje aangereden. De menigte breekt los en er vallen wat rake klappen. Eén jongen weet door de linie heen te breken en staat even later op het dak van de bus. ‘Kutkolen!’ roept hij naar beneden, terwijl hij op het dak op een neer springt. Dit blijkt toch niet de bedoeling en de regels worden nog eens uitgelegd: geen spiegels van de busjes slopen, niet op de paarden gooien, niet op voertuigen klimmen, alleen met blokjes en niet met andere voorwerpen gooien.

De tweede oefening vindt plaats in ‘de Vogelwijk’. De thrillseekers zijn nu voorzien van grote manden met houten blokjes, die ze op de ME mogen gooien. De jongens gaan er vol in. ‘Met zijn allen op nummer 15. We pakken nummer 15!’ Een regen van blokjes vliegt op de ME’er met schild nummer 15 af, maar hij blikt of bloost niet.

Ineens vallen de ME’ers uit. Met zijn allen rennen ze tegelijkertijd naar voren, de wapenstokken boven het hoofd geheven. De jongens weten niet hoe snel ze zich uit de voeten moeten maken. Maar de ME staat alweer stil opgesteld in formatie. ‘Verdomme jongens, niet wegrennen! We zijn toch geen mietjes?’ Langzaam komt de menigte weer dichterbij en wederom daalt er een regen van blokjes op de ME’ers neer, tot hun commandant ‘charge’ roept en ze weer uitvallen.

Ineens komt het vijftal paarden weer aan galopperen. In paniek vlucht iedereen de steegjes in. De straten worden langzaam schoongeveegd. Op een gegeven moment pakken de ME’ers echt door en slaan ze op iedereen die ze tegenkomen. De menigte begint te rennen, mensen vallen, verliezen hun schoen, duiken in blinde paniek naar de grond of vluchten naar de zijkant in het gras. ‘Op de weg blijven’, schreeuwen de docenten. Half strompelend en rennend maakt iedereen zich uit de voeten terwijl de briesende paarden alweer aan komen rennen.

Het is heftig en de deelnemers zijn buiten adem. Tijdens de koffiepauze is er tijd voor een onderonsje met de ME. Een paar jongens gaan ‘op zoek naar de blonde ME-chick’, nummer 22. Anderen laten elkaar hun oorlogswonden zien. Een van de weinige aanwezige meisjes toont haar arm, waarop een grote paarse striem zichtbaar is. Tot zover ‘tegen schattige meisjes doen ze heus niets’.

Het derde scenario vindt plaats op een pleintje, dus de ME belaagt de relschoppers van meerdere kanten. De Aanhoudingseenheid (AE) in burger was eerder door de studenten al geïdentificeerd, maar in het heetst van de strijd weten de vermomde agenten toch wat relschoppers bij de kraag te pakken en af te voeren. Het betreft opvallend vaak iemand van Plankenkoorts die in het busje gesmeten wordt. ‘Maar om de hoek word je weer vrijgelaten’, zegt Hielke Dijkstra (25).

Toch maken de relschoppers het ze niet gemakkelijk. Zo weten vier jongens een ME’er te isoleren. Die mag van geluk spreken dat hij geen echte hooligans voor zich heeft. In een smal steegje ziet de ME zich genoodzaakt zich terug te trekken. Zodra een busje hen wil oppikken, pakt een van de studenten de deur vast en houdt deze open. De groep stormt naar voren en gooit het ene na het andere blokje naar binnen. De ME krijgt de deur niet dicht en kan niet wegkomen. De menigte wordt steeds feller. ‘Stop! Stoooop! Jongens, kappen nou!’, roepen de docenten. Langzaam laten de jongens hun armen zakken.

‘Dat ging niet helemaal goed’, zegt acteur Mikael, die wordt ingehuurd om de vrijwillige relschoppers aan te sturen en zo nodig op te stoken. ‘Een mooi leermoment’, noemt een andere docent de nederlaag. De oefening moet opnieuw.

Niet veel later regent het vuurwerkstaven en is het plein in rook (zogenaamd traangas) gehuld. De menigte wordt naar breed terrein gedwongen, waar de ME hen gemakkelijk omsingelt.

Na de drie scenario’s is iedereen moe. In de trein wrijven de jongens over hun pijnlijke ribben, dan storten ze zich op de kruiswoordpuzzels in de Spits. Van sterke verhalen is nog even geen sprake, maar volgend jaar gaan ze weer.

‘Wie lust er een hapje ME?’

Ook een keer met je dispuut of jaargenoten rellen tegen de ME? De politieacademie is altijd op zoek naar fanatieke, maar redelijke relschoppers om de ME’ers in opleiding zo goed mogelijk te kunnen trainen.

Opgeven kan via tegenspel@politieacademie.nl