Studentenleven
Column: Wat ik niet snap
woensdag 19 maart 2014

Presentaties: bij vrijwel elk vak, elk semester, elk jaar opnieuw. Ik heb me al vaak afgevraagd of er überhaupt wel universitaire opleidingen bestaan zonder presentaties. Zo ja, voor alle lucky bastards daar: ik gun het je van harte. Want ik heb echt een hartgrondige hekel aan die steeds terugkerende last die docenten blijkbaar als de Heilige Graal van onderwijzen beschouwen.

Begrijp me niet verkeerd, ik ben best wel goed in presentaties geven. Ik heb nooit last van zenuwen, kan prima mijn tekst onthouden en ik heb geen problemen met public speaking. Het is eigenlijk zelfs de makkelijkste manier voor me om een goed cijfer te halen binnen een vak. En toch heb ik er nooit zin in.

Ik snap het punt namelijk niet. Een enkele zeldzame keer leert iemand er misschien wel eens wat van bij. Maar de doorsnee presentatie bestaat voor minstens de helft uit het (hakkelend, met rood gevlekt aangezicht en trillende vingers) herkauwen van de leerstof en/of voorgeschreven literatuur die iedereen in die ruimte dus sowieso al heeft gelezen.

Niemand vindt die presentaties doorgaans ook écht interessant, zeker niet als ze langer dan een kwartier aanslepen. En dat groepje studenten vooraan staat er ook alleen maar een beetje aan weigerende Powerpoint-bestandjes te prutsen en ellendig om zich heen te kijken. Werkelijk niemand vermaakt zich, of het zou de docent moeten zijn.

Ik vind het in ieder geval zonde. Wanneer het bedrag dat je jaarlijks neer moet tellen om onderwijs op universitair niveau te krijgen uit minstens vier getallen bestaat, verwacht je toch op zijn minst waar voor dat geld te krijgen. In plaats daarvan wordt er bij vrijwel elk vak wekelijks een gewoonte van gemaakt om de helft van de collegetijd te spenderen aan onderricht door medestudenten.

Dan heb je al die prachtig geschoolde, gepromoveerde, briljante docenten binnen je opleiding, zitten ze tot aan de pauze alleen maar op een stoel aantekeningen te maken van dingen waarover zij honderd keer meer kennis bezitten dan de mensen die het daar staan te vertellen.

Kan iets persoonlijks zijn hoor, maar ik krijg toch liever college van iemand die de opleiding al daadwerkelijk heeft afgerond en dus weet waar ie ’t over heeft dan van een medestudent die al die informatie nog maar een week bezit. En het dan waarschijnlijk nog van Google heeft ook.

Als er een boeiende klassikale discussie uit voortkomt, oké, dan zie ik er het nut nog van in. Maar verder: mag het een béetje minder, beste docenten? Scheelt ons ook weer die inspanning van geveinsde aandacht.

Talitha Dehaene