Columns & opinie
Mijnheer de Professor: Vegane glorie
woensdag 5 maart 2014

Op het sociale medium Facebook kun je contact leggen met allerlei… eh... mensen. Onlangs heeft een neefje er een ‘profiel’ voor mij aangemaakt. De halve universiteit blijkt daar bijna permanent op aanwezig en de vriendschapsverzoeken vliegen mij om de oren. Zelfs het decaantje wilde mij wel ‘bevrienden’. Evenals de studente-wier-naam-ik-niet-noem - maar nadat ik op een nacht een voor haar ‘verwarrende’ verklaring op het prikbord had geschreven was die ‘vriendschap’ snel voorbij.

Wel kreeg ik een vriendschapsverzoek van een in Leiden gepromoveerde “Florisvegan van den Berg”. Nu begrijp ik dat ouders die Van den Berg heten een bijzondere voornaam voor hun kind bedenken. (Dientengevolge heet ik Desiderius Maria.) Maar ‘Florisvegan’, dat doet toch wel de nodige wenkbrauw rijzen.

Hij bleek moeilijk te negeren, want om het uur plaatste hij een nieuwe lange verhandeling met steeds dezelfde strekking: ‘Go Vegan!!1!’. Na een speurtocht op het internet vond ik uit dat deze bebaarde jongeman een levensbeschouwelijke stroming aanhangt die zich ‘vegascisme’ heeft genoemd. Dat betekent dat hij weigert dierlijk materiaal te consumeren, omdat hij gelooft dat dier en mens gelijk zijn - en kannibalisme: nee, dat doe je niet.

Het niet-eten van dieren bleek gepaard te gaan met een zendingsdrang: de hele wereld moest ‘vegan’ worden. Nu ben ik altijd geïnteresseerd in … eh… alternatieve visies op het leven, dus ging ik de digitale dialoog aan met Florisvegan en zijn vrinden van het dierenfront. Volgens hen is het vegascisme de hoogste vorm van bestaan. Elke gedachtegang komt er uiteindelijk op uit - het nationaal-socialisme net zo goed als het liberalisme. Op zijn Facebook­pagina sprak ik mijn voorliefde uit voor eendenlever, lamskoteletjes en kalfstong.

Florisvegan vond me om die reden een zogeheten ‘immorele eikel’. Een secondant raadde mij aan babybilletjes en oudewijvenribben te gaan eten. Leek mij een stuk minder lekker, maar: ‘carnisten’ zoals ik zijn ‘morele monsters’, dus dan heb je geen recht meer op je eigen smaak.

Ofzo. Enfin. Hongerig geworden door deze smakelijke vegascistentirades sloot ik mijn computer en stapte de straat op. Bij Brasserie Bennies op de Nieuwe Beestenmarkt zijn de spareribs warm, vet en overvloedig. Toen ik binnenkwam en die goeie ouwe Bennie een hand gaf, viel mij een schuchtere gestalte op, die zich achterin de zaak had geposteerd met zijn rug naar de deur. Holle ogen in een bleek gelaat. Petje tot over zijn wenkbrauwen. Zag ik daar Florisvegan? Het gulzige wezentje leek verdacht veel op zijn profielfoto. Alsof zijn leven ervan af hing schrokte hij de varkensribben naar binnen, knoflooksaus droop van de harige kin, een traan biggelde langs zijn wang. Ik wilde het niet weten. Het vlees is zwak. Lorre, dat weet jij ook.

D.M. Sanders is gastdocent aan de Universiteit Leiden. Voeg ‘m toe op Facebook!