Columns & opinie
527: Cassettebandjes
In 1963, het geboortejaar van hoogleraar Design, Culture & Society Timo de Rijk, bracht Philips het cassettebandje op de markt. Op 5 maart houdt hij in Boerhaave daarover een Studium Generale-lezing.
woensdag 26 februari 2014

Hoe is het allemaal begonnen?

‘De cassetterecorder was bedoeld voor journalisten en secretaresses. Philips kende deze doelgroep al en had er ook al apparatuur voor. Eind jaren vijftig gebruikten ze bijvoorbeeld bandrecorders met een voetpedaal om ingesproken brieven van hun baas uit te typen. Dat moest goedkoper en kleiner kunnen.’

‘Philips liet producten vaak testen door werknemers en hun familie. Ook de cassetterecorder is mee naar huis gegeven. Waarschijnlijk hebben kinderen toen ontdekt wat pas écht leuk aan is: muziek opnemen van de radio of zelf een hoorspel maken. Binnen een jaar werd het enorm populair.’

Hoe baanbrekend was het?

‘Technisch gezien was er niet zoveel aan de hand, die pedaalrecorders bestonden al, maar de sociale innovatie was heel groot. Amerikaanse bedrijven, maar ook Braun, probeerden begin jaren zestig een klein opnameapparaat te ontwikkelen. Philips maakte de eerste die doorbrak naar het grote publiek. Maar zoals wel vaker wist Philips zichzelf met een nieuwe uitvinding in de wielen te rijden.’

Hoezo?

‘De cassette kon standaard worden, onder meer omdat het patent gratis beschikbaar werd gesteld. Philips heeft daar zelf van geprofiteerd, maar anderen ook. Philips was in die tijd bijvoorbeeld een grote uitgever van muziek, ook in India, waar de markt regionaal georiënteerd was. Een platenmaatschappij werkt alleen als je het groot aanpakt. Daarom besloot Philips artiesten nationaal te promoten, met enorme campagnes. Intussen ontdekte de bevolking dat júist het cassettebandje heel handig was om muziek van regionale helden te distribueren. Dat leidde tot de ondergang van de platenmaatschappij. Misschien was het een Nederlandse onderschatting van hoe groot India wel niet was.’

‘Sony profiteerde intussen ook mee, door de uitvinding van een nieuw apparaatje in 1979: de Walkman. Zoiets bestond al wel, van Philips zelfs, maar Sony zette in op een kleinere en perfect werkende koptelefoon. In Europa dacht men intussen: wie begeeft zich nou ooit met een koptelefoon in de openbare ruimte?’

En toen kwam de cd…

‘Officieel is die in 1980 bedacht, door Sony en Philips samen, om met een betere geluidskwaliteit de lp te beconcurreren, maar ook om het uitgeven van muziek terug in handen te krijgen. Dat het zelf branden van cd’s ooit zo groot zou worden, had men niet voorzien. Dat kwam ook pas langzaam op in de jaren negentig, toen bands hun albums konden laten branden bij bedrijfjes.’

Jonge muzikanten, zoals Jacco Gardner, brengen weer cassettes uit. Zie je nog een toekomst voor het bandje?

‘Daar geloof ik niet in. Het bedieningsgemak en de geluidskwaliteit zijn niet geweldig. Lp’s zijn weliswaar ook niet heel gebruiksvriendelijk, maar volgens sommigen klinken ze warmer en bovendien hebben ze een voortrekkersrol in de dj-wereld. De plaat zal niet helemaal verdwijnen, maar de opleving van het cassettebandje, dat is pure nostalgie.’ MVW