Nieuws
Rector: zelfplagiaat is 'merkwaardig'
Nadat rector magnificus Carel Stolker zich als lid van het cortège door de stortregen en rukwinden had gewaagd, nam hij het op voor de rechten van wetenschappelijke fraudeurs en riep hij op tot verheldering van de integriteitscode van universiteiten.
donderdag 13 februari 2014

‘Deze toespraak is terug te vinden op de universitaire website’, zei rector magnificus Carel Stolker tijdens de viering van de 439ste dies van de universiteit vrijdag in de Pieterskerk. ‘Voorzien van voetnoten uiteraard. Ja, ja, je moet oppassen tegenwoordig.’

Stolker. ‘Deze universiteit maakte bijvoorbeeld twee gevallen van de schending van de wetenschappelijke integriteit mee. De maatschappelijke opwinding rond die gevallen is volstrekt terecht. Onderwijs en onderzoek worden uit belastinggeld bekostigd, maar veel belangrijker: universiteiten horen bij die instituties waarop de samenleving blind moet kunnen vertrouwen. Van elke universiteit mag geëist worden dat ze alert is op mogelijke schendingen, dat ze zorgt voor een veilige cultuur, waarin het vermoeden van schending kan worden gemeld en besproken, dat er een goed werkend systeem van omgang met klachten is. En dat zo nodig sancties worden getroffen tegen een onderzoeker die de grens overschrijdt.’

Maar de oud-rechtendecaan vroeg ook aandacht voor de wetenschapper die verdacht wordt van fraude. ‘De rechten van de aangeklaagde moeten geëerbiedigd worden. Een enkele aanklacht kan immers het einde van een carrière betekenen. Er is daarom een uiterst zorgvuldige en faire procedure vereist.’

Bovendien is de ene schending ernstiger dan de andere. ‘Proportionaliteit in straffen is dan ook noodzakelijk. Niet elke overtreding van normen van wenselijk gedrag hoeft te leiden tot een levenslange uitsluiting uit de wetenschappelijke gemeenschap.’

Stolker ergerde zich aan ‘merkwaardige concept’ van zelfplagiaat dat onder de aandacht kwam door de zaak rond VU-hoogleraar economie Peter Nijkamp. ‘Merkwaardig, omdat het begrip een contradictio in terminis is en dus alleen al logisch niet kan: stelen van jezelf. Het kan zijn dat hergebruik van eigen teksten zonder heel duidelijke bronvermelding ongewenst is, of zelfs onaanvaardbaar, maar plagiaat is het niet, en dat staat ook nergens in de code wetenschappelijke integriteit van de vereniging van universiteiten VSNU.’

Die code moet trouwens eens grondig bekeken worden. ‘Er staan tamelijk open normen in. Zo mag je bijvoorbeeld niet met andermans veren pronken.’ Dat moet strakker en scherper gesteld, aldus de rector. ‘De normen waaraan onderzoekers zich hebben te houden moeten voldoende helder zijn. En bovendien staat er op universitaire of facultaire websites soms een serie aan links opgenomen naar nationale- en internationale codes. De onderzoekers moeten het zelf maar uitzoeken, lijkt de gedachte. Dat is mij, zeker ook als jurist, een gruwel.’

Stolker ging ook in op de beweging Science in Transition, een groep hoogleraren die zich zorgen maakt over de manier waarop wetenschappelijk onderzoek is vormgegeven. Volgens hen zitten er perverse financiële prikkels in het systeem en ligt de nadruk op kwantiteit en niet op kwaliteit. ‘Heel belangrijk zijn de vragen over het beoordelen, of zelfs meten, van kwaliteit. En kloppen de instrumenten nog aan de hand waarvan kwaliteit van onderzoekers wordt gemeten? Denk aan de dominantie van de h-index (citatiescore, red.) waarbij ‘h’ eerder lijkt te staan voor de mate van verworven ‘heiligheid’ van een onderzoeker, dan voor zijn bedenker Jorge Hirsch.’

Het podium in de Pieterskerk was niet alleen voor Stolker. De Leidse hoogleraar archeologie, Corinne Hofman, gaf de diesoratie over de Caribische geschiedenis van voor 1492. En er werden twee eredoctoraten uitgereikt. Josef Smolen, als reumatoloog verbonden aan het Weense universitair medisch centrum, werd onder andere onderscheiden voor zijn onderzoek en zijn bijdragen aan de European Organisation of Rheumatologists.

Ook organisch scheikundige Herbert Waldmann van het Max Planck Instituut in Dortmund kreeg een eredoctoraat. Hij werd geprezen voor zijn onderzoek, onderwijs en de gedrevenheid waarmee hij jonge wetenschappers begeleidt.