Achtergrond
Naar Mars! (enkele reis)
Antropologiestudent Wim Dijkshoorn zit bij de laatste 1058 kandidaten van de Mars One-expeditie. Als hij gaat, gaat hij voorgoed.
Frank Provoost
woensdag 12 februari 2014
Artist impression van de Marskolonie © Bryan Versteeg/Mars One

Je moet het zo zien. Hij bewandelt nu twee levenspaden. Volgens het ene pad is Wim Dijkshoorn (20) een Nijmeegse antropologiestudent die gek is van Zuid-Azië en helemaal opgaat in zijn studie. In zijn derde jaar heeft hij net een semester keuzevakken aan de Leidse universiteit voltooid. Nog elke donderdag staat hij om zes uur op om vanuit zijn studentenflat aan de rand van Nijmegen op tijd in Leiden te kunnen zijn, voor de laatste colleges Hindi.

Het alfabet heeft hij aan de muren van zijn piepkleine kamertje geplakt, elke letter op een A4-tje. De volzinnen rollen al redelijk soepel over zijn tong. Maar dat mag ook wel. Over twee maanden gaat hij voor veldwerk naar India. Want tsja, als hij later als antropoloog aan de bak wil, dan moet hij zich er nu maximaal in verdiepen.

Maar dan dat andere levenspad.

Daar is Wim Dijkshoorn namelijk astronaut. En ook nog eentje die naar Mars wil vliegen. En voor alle duidelijkheid: die vlucht, dat is een enkele reis. Als hij gaat, gaat hij voorgoed.

Het begon jaren geleden toen hij naast zijn moeder op de bank zat, thuis in Schiedam. In een van de vele techniekblaadjes van zijn vader die hij altijd helemaal doorvlooide, las hij over Mars One, een stichting van de Nederlandse ondernemer Bas Lansdorp die een expeditie naar de rode planeet wilde opzetten.

Hij weet nog dat hij tegen zijn moeder zei: die ga ik mailen. En dat zij antwoordde: dat ga je helemaal niet. En dat hij gek was.

Hij mailde toch, maar was te vroeg. Aanmelden ging nog helemaal niet. En tegen de tijd dat het wel kon, was hij allang niet meer de enige. Door de mediaheisa die losbarstte, wist de hele wereld ervan. Er melden zich ruim tweehonderdduizend kandidaten aan voor 24 tot 40 plekken. Het is de bedoeling dat in 2024 de eerste capsule vertrekt met vier personen. Daarna volgen er iedere twee jaar weer vier.

Net als de rest heeft hij een filmpje van één minuut over zichzelf gemaakt, een lange vragenlijst ingevuld en een motivatiebrief gestuurd. Hoe goed hij met stress kon omgaan, wilden ze bijvoorbeeld weten. Tsja, wat moest hij als twintigjarige daar nou over zeggen?

Voor zijn studietijd heeft hij meegewerkt aan ontwikkelingsprojecten. Op het platteland van India bouwde hij mee aan een ziekenhuis, midden in het oerwoud van Sierra Leone verrees een verpleegpost. Als je nog nooit buiten Europa bent geweest, is dat wel een cultuurschok.

Of misschien die keer dat de voorzitter van zijn studievereniging aftrad, en ze hem opeens vroegen, terwijl hij nog maar eerstejaars was. Op studiereis in Istanbul moesten twee van de veertig studenten opeens naar het ziekenhuis. Eén van hen kreeg een zenuwinzinking en stortte midden op straat neer. Dan moet je wel koel blijven.

Maar het is niets vergeleken bij de psychologische testen voor astronauten waarover hij heeft gelezen. Ze stoppen je in een compleet zwarte bol, zonder te zeggen wanneer je er weer uit mag. Hij heeft geen idee of hij zulke ontberingen kan doorstaan.

Maar ze zijn wel dichterbij gekomen. Vorige maand kreeg hij het goede nieuws: met nog één Nederlander zit hij bij de laatste 1058. De volgende stap heeft hij ook al voltooid: zijn medische test is al op de post gedaan. Dankzij een bevriende arts kon hij gelukkig nog enigszins op de kosten besparen. Het bloedonderzoek moest hij wel helemaal zelf betalen. Honderd euro, das toch even slikken, want hij blijft nu eenmaal een arme student. In april hoort hij of hij wordt uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek.

Hij krijgt heftige reacties op zijn keuze en is er aan gewend geraakt om zich te verdedigen. Hij gaat niet al zijn emoties op tafel leggen, maar het is soms heel lastig. Mensen vinden het heel raar dat hij alles achterlaat. Vooral op internet wordt er fel gereageerd: dat hij naïef zou zijn, is dan heel zacht uitgedrukt. Een vriendin belde hem geschokt op, een tante is ontroostbaar. Zijn vrienden noemen hem gekscherend ‘Marsmannetje’. Maar ze zeggen ook: wij zien jou als vriend, jij ons niet dan? Dat is aangrijpend om te horen.

Zijn ouders zijn kritisch. Maar ze steunen hem, ook al begrijpen zijn keuze maar deels. En tegen anderen zeggen ze: het duurt nog tien jaar.

Dat hij naar Mars wil, wil niet zeggen dat hij niet van ze houdt. De manier waarop hij in het leven staat, is om zoveel mogelijk te ontdekken. En hoe egoïstisch dat ook klinkt: als er zo’n uitdaging langskomt, waarbij je zoveel kunt leren, moet je gewoon voor jezelf kiezen. Daar wil hij het aardse leven best voor verlaten.

Hij heeft nooit bij groepjes willen horen. Niet dat hij vroeger gepest werd, of zo, maar hij maakte gewoon zijn eigen keuzes. Zo staat hij in het leven. Zijn eigen koers volgen, telkens een stap verder.

Hij denkt er veel over na. Wat is de kwaliteit van leven als je daar zit? In het gunstigste geval duurt de reis zeven maanden. Op Mars verblijf je in kleine capsules. De temperatuur kan dalen tot 73 graden onder nul. Vanwege de gevaarlijke straling moet je altijd in pakken leven en kun je je nooit vrij bewegen. Pas als er meerdere groepen zijn aangekomen, zullen ze proberen grote kraters met koepels te overkappen, om grotere leefruimtes te creëren.

Zijn er eenmaal veertig mensen, dan wordt er gekeken naar voortplanting om de soort op Mars in stand te houden. Hoe seks in de ruimte is, geen idee. Maar door de strenge schifting zullen zich perfecte teams vormen, families bijna. De deelnemers zijn uitgeselecteerd op hun passie voor het project en hun vermogen optimaal samen te werken. Dan kun je natuurlijk ook best van elkaar gaan houden. Of de ware liefde daar tussen zit, dat moet hij maar afwachten.

Bovendien is de invloed van de zwaartekracht (op Mars maar een derde van die op aarde) op de ontwikkeling van de foetus nog onduidelijk. Zoals overigens ook nog moet worden onderzocht hoe schadelijk de straling tijdens de heenreis precies is, en of de astronauten daartegen kunnen worden beschermd. Anders hebben ze al kanker voor ze er zijn.

Sommige deelnemers – die online samenkomen in een gesloten community op Facebook – blazen de missie op tot mythische proporties. Ze denken echt dat ze de mensheid gaan redden: als de aarde vergaat, is Mars onze enige uitweg. Er zal een utopische samenleving ontstaan. Dat is een totaal verkeerde en gevaarlijke manier van denken.

Hij zou willen zeggen: hou het praktisch. Utopieën bestaan niet. Hij is geen messias. De vraag of we er een kolonie kunnen stichten, maakt het al strevenswaardig genoeg om het te proberen.

Maar het zal echt in heel kleine stapjes gaan. Het wordt een monnikenbestaan: de omgeving verkennen, de boel operationeel houden, voedsel proberen te verbouwen.

Je zult lange periodes van verveling hebben waarin het heel moeilijk is om het doel - het creëren van een gemeenschap - in het oog te houden. Dat is iets om rekening mee te houden, zowel voor de groep als alle individuen. Na de sollicitatiegesprekken, lichamelijke en psychologische testen, schijnen de deelnemers jaarlijks zo’n vier maanden met een groep in isolatie te gaan om daarop te trainen.

Om een hecht team te smeden is het noodzakelijk dat het bestaat uit mensen met totaal verschillende achtergronden. Daarom hamert hij erop dat er sociaal wetenschappers meegaan. Eén keer is hij bij een congres een antropoloog tegengekomen, verder zijn het vooral bèta’s en technici. Natuurlijk levert de missie interessante technologische ontdekkingen op, maar voor hem zijn de sociologische en maatschappelijke resultaten even belangrijk. Wat betekent dit voor mensen?

Die antropologische kijk verklaart ook waarom er bijvoorbeeld geen raketten, ruimtevaartuigen of posters van de planeet in zijn piepkleine studentenkamer hangen. Kijk maar: tussen zijn uitgeschreven Hindi-letters prijken John Lennon, Kurt Cobain en Slash. Oké, hij heeft een T-shirt van Mars One, het boek Packing for Mars van de Amerikaanse wetenschapsjournaliste Mary Roach ligt in zijn boekenkast. En daar, op zijn speaker ligt een 3D-printje van Mars-koepels. Cadeautje van een concurrent. Maar verder niks.

Hij staat gewoon met beide benen op de aarde. Gisteren heeft hij met een paar maten bier gedronken, voetbal gekeken, Fifa gespeeld op de Xbox. Daarna moest hij nog tot zes uur ’s ochtend werken op een feest. Hij is kortom een doodnormale jongen.

Maar hij merkt wel: sinds zijn aanmelding geniet hij soms van de simpelste dingen. Lekker buiten rondlopen in de frisse lucht. Dat gaat hij toch wel missen.