Nieuws
Meer vrouwen
Het aantal vrouwen in dienst van de universiteit blijft stijgen. Bijna de helft van het totale personeel bestaat in 2012 uit vrouwen. Mannen zijn echter nog steeds zwaar oververtegenwoordigd in de hogere academische posities.
donderdag 30 januari 2014

Dat blijkt uit de rapportage Personeel in Cijfers 2013, dat de cijfers van 2012 bevat. De universiteit maakt in het rapport onderscheid tussen wetenschappelijk- en ondersteunend personeel. Het Leids Universitair Medisch Centrum en de faculteit Geneeskunde zijn buiten beschouwing gelaten.

Het aantal vrouwen onder het wetenschappelijk personeel stijgt al een aantal jaren gestaag. Van 35,4 procent in 2008 naar 38,5 in 2012. Bijna een op de vijf hoogleraren is in 2012 vrouw. Het aantal vrouwelijke universitair hoofddocenten is gestegen naar iets meer dan 28 procent.

Bij onderzoekers is het percentage vrouwen het hoogste van de afgelopen vijf jaar; bij de promovendi juist het laagste. ‘De verschillen zijn te gering om van een trend te kunnen spreken’, aldus het rapport.

De totale personeelsomvang van de universiteit is in 2012 ten opzichte van 2011 met 78,3 voltijdsbanen toegenomen. Daarvan zijn bijna 49 voltijdsbanen voor wetenschappelijk personeel.

Het gaat dan vooral om docenten en universitair docenten. De universiteit trok voornamelijk wetenschappelijk personeel aan om ‘voor de klas te staan.’ Dat is ook nodig want het aantal studenten stijgt flink.

Het verzuimpercentage is licht gedaald en is gelijk aan het gemiddelde van de sector wetenschappelijk onderwijs: 2,9 procent. Opvallend is dat het ziekteverzuim bij ondersteunend personeel veel hoger ligt dan bij de wetenschappers.

Bij het ondersteunend personeel gaat 4,6 procent van de totale werktijd in een jaar verloren wegens ziekteverzuim. Het landelijke gemiddelde in de sector is 4,4. Het verzuim bij wetenschappers is veel lager: 1,6 procent. Landelijk is dat 1,7.

Sinds 2008 is het percentage tijdelijke aanstellingen toegenomen: van 39,8 procent tot 46. Dat komt doordat er meer medewerkers zijn met tijdelijke onderzoeksprojecten.

Vincent Bongers