Achtergrond
Een papieren tas als statussymbool
Japanners houden van mooie verpakkingen. Maar die komen op steeds verder uitdijende vuilnisbelten terecht.
Vincent Bongers
woensdag 29 januari 2014
Een jongetje speelt in een van de installaties van de Japanse kunstenaar Hiroshi Fuji. Fuji maakt kunstwerken van afval en ‘ongewenst speelgoed’.

‘Je kunt het vergelijken met Sinterklaassurprises’, zegt Katarzyna Cwiertka, hoogleraar Modern Japan Studies. ‘Er is veel aandacht voor de vorm. Wat er in de verpakking zit, is minder belangrijk.’

Ze laat een wit pakket zien. De plastic buitenkant lijkt op handgeschept papier. Er zitten twee doosjes is. Een goudkleurig, de ander zilver. Ze opent een van de doosjes en haalt er een kleine verpakking uit. Er blijkt een koekje in te zitten. ‘Ze zijn allemaal individueel verpakt in plastic. Dat is echt een conventie in Japan. De uitgave aan verpakkingen per persoon per jaar zijn in hier het hoogste in de wereld.’

Cwiertka houdt bij de diesviering van het Leids Universiteits Fonds op zaterdag 8 februari een lezing over de Japanse verpakkingsdrift. ‘Het is een relatief nieuw fenomeen dat ontstaat in de jaren tachtig. Tot die tijd volgde Japan vooral Europa en Amerika. Maar dan gaat de industrie zelf innovatieve verpakkingen ontwikkelen. Bijvoorbeeld om de houdbaarheid van producten te verlengen. Of simpelweg omdat de bedrijven zo meer geld kunnen vragen voor hun producten. Verpakkingen zijn in Japan veel meer een statussymbool dan elders. Nederlanders die in Tokio lopen met een plastic Albert Heijn-tasje, krijgen na een tijdje door dat dit niet gebruikelijk is. Japanners gebruiken liever een papieren tas.’

Cwiertka pakt een postpakket. ‘Ik heb net een nieuwe shipment binnengekregen.’ Ze toont zakken van stevig papier van het type die in Nederland dure bonbons of een exclusieve zijden sjaal bevatten. ‘Heel mooi, maar vaak zit er iets heel normaals in.’ Ook binnen deze categorie tassen zijn er weer verschillen. ‘Een tas met een touwtje als hengsel is netter dan eentje van papier.’

Cwiertka: ‘Verpakkingen vertellen iets over de geschiedenis van het land of een regio. Het valt bijvoorbeeld op dat tegenwoordig Oost-Europese landen koplopers zijn wat betreft gebruik van plastic zakken, terwijl de EU juist bezig is om ze in de ban te doen. Ik ben opgegroeid in Polen in de tijd dat de Muur er nog stond. Toen ik jong was, vond men een plastic tas met een Marlboro-reclame fantastisch. Die kocht je op de zwarte markt en dat was helemaal niet goedkoop. Als je er een had dan was je hip. Oost-Europeanen hebben nog steeds de behoefte aan die plastic tas.’

De luxueuze Japanse verpakkingen verdwijnen in de afvalbak. Cwiertka is ook erg geïnteresseerd in vuilnis. Japanners zijn zich steeds meer van bewust van de vervuiling door al die extra verpakkingen. ‘De overheid is daar actief in en voerde de ‘drie R’-campagne: Reduce, Re-use en Recycle. Reduceren heeft het meest effect, maar een plasticproducent die ik interviewde zei: “Consumenten zij nu zo gewend aan deze verpakkingen dat terugdringen er niet echt in zit.” Recyclen is wel enthousiast omarmd. Je kunt zelfs zeggen dat het bijna een obsessie is. Er zijn veel regels. Allerlei soorten metalen en plastics worden gescheiden. Dat brengt veel werk met zich mee en neemt veel ruimte in. En de huizen zijn vaak al zo klein. En omdat de vuilniszakken doorzichtig zijn, kunnen de buren zien of je het wel goed doet.’

Cwiertka komt sinds 1988 in Japan. ‘Er wordt al heel lang op grote schaal gerecycled. Nederland is wat dat betreft veel later. Ook binnen Azië zijn er grote verschillen. De straten in Singapore zijn bijvoorbeeld heel schoon, maar huishoudens doen daar niet aan scheiden van afval.

‘Wat er precies gebeurt als het vuilnis in Japan is opgehaald, weten we niet. Dat is een van de dingen die in het Garbage Matters Project wordt uitgezocht.’ Cwiertka ontving voor dit vergelijkend onderzoek naar vuilnis in Oost-Azië een subsidie van 1,5 miljoen euro van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek.

Wel is duidelijk dat de verzameling van afval in Japan met grote aandacht voor hygiëne verloopt. ‘Een vriendin van mij woont in een mooi appartementencomplex in Tokio. Op de plek waar het afval daar gedeponeerd dient te worden, is het zo schoon dat je van de vloer kunt eten.’