Studentenleven
Column: Laatste buiging
vrijdag 24 januari 2014

Alles met een begin, heeft tevens een einde. Boeddha wist dat, William Shakespeare wist dat, het Orakel uit de Matrix-trilogie wist het, zelfs Peter Blanker weet het. En ergens wist ik het zelf ook wel toen ik in januari 2013 begon met deze columnreeks. Een run die nu helaas beëindigd wordt. Ik ruim het veld. Deze vedette neemt zijn laatste buiging voordat hij van dit toneel verdwijnt.

Het afgelopen jaar heb ik deze plek gebruikt om schaamteloos mijn eigen blik op de wereld naar een behoorlijk grootschalig publiek te katapulteren, maar altijd met als hoofddoel vooral te vermaken. Ik heb in ieder geval zeer genoten van mijn tijd in de spotlights van de Leidse journalistiek, los van de vraag of u ervan genoten hebt. Over smaak valt wel degelijk te twisten en het is zelfs een interessant twistobject, maar ik zal altijd mijn meningen, observaties en flauwe grapjes verdedigen. Zou toch gek zijn als ik het afgelopen jaar de achterpagina van Mare had gevuld, terwijl ik het niet steeds roerend met mezelf eens was geweest.

Ben ik een onhandelbaar projectiel geworden? Ben ik verzadigd geraakt? Heb ik er geen zin meer in? Druk ik te zwaar op de begroting? Wordt mij het zwijgen opgelegd door de bobo’s van de universiteit? Word ik vervangen door een jonger, strakker stuk oogsnoep? Niks van dat alles, hoewel ik over dat laatste nog niet kan oordelen.

Er is, zoals dat zo clichématig gesteld moet worden, simpelweg een tijd van komen en een tijd van gaan en mijn tijd om te gaan is nu gekomen. Fysiek laat ik een behoorlijke ruimte achter om op te vullen, hopelijk bent u grotendeels van mening dat ook mijn spreekwoordelijke schoenen niet gauw gevuld zullen zijn. Het is tijd voor een andere stem, een ander gezicht.

Dat is het aan vervelend grenzende noodzakelijke doel van een democratie: er moet ruimte zijn voor iedereen om zijn zegje te doen. In een puur theoretische democratie is ieders mening evenveel waard. Zwaar idealistisch gelul natuurlijk, maar wel zo eerlijk.

Het recht voor iedereen om zich te laten horen is grondwettelijk vastgelegd en daardoor onvermijdelijk. De universiteit en alle instanties die daaronder vallen zijn geen uitzondering. De academische wereld is bij uitstek het podium waar meningen frontaal met elkaar kunnen en zelfs moeten botsen. Ik kan slechts de hoop uitspreken dat mijn schrijfsels het afgelopen jaar vooral tot glimlachjes en stiekem een vertrapt teentje of gestuite borstkas hier en daar hebben geleid.

Dames en heren, onwijs doei en we schrijven!

Robbert van der Linde