Achtergrond
Met kamelen smijten
Er mogen dan nieuwe comicfiguren op hen gebaseerd zijn, moslimheldinnen bestonden vroeger ook al. Arabiste Remke Kruk schreef er een boek over. ‘Er zijn genoeg dappere meiden die erop los hakken.’ Marvel Comics introduceerde dit najaar een nieuwe superheldin, de islamitische Kamala Khan. Ze kan haar armen en benen zover uitrekken als ze wil, verandert desgewenst van vorm én moet een rolmodel worden voor jonge moslima’s.  ‘Het verhaal is gesitueerd in New Jersey. Er zit een heel denkwerk achter deze invalshoek’, weet Remke Kruk (1942), emeritus hoogleraar Arabisch. Het fenomeen zelf is echter allesbehalve nieuw. Kruk schreef er een boek over: The Warrior Women of Islam, Female Empowerment in Arabic Popular Literature.
Marleen van Wesel
woensdag 18 december 2013
De islamitische Kamala Khan (links) moet een rolmodel worden voor jonge moslima’s.

Of deze stoere en dominante vrouwen, over wie sinds de middeleeuwen verteld werd, ook zo’n voorbeeldfunctie hadden, weet Kruk niet. ‘De meeste verhalen waren vooral van en voor mannen. Bij een verteller, die meestal op een plein of andere openbare gelegenheid zat, liet een nette vrouw zich niet zien. Zij hoorden de verhalen hooguit in de familiekring.’

De traditie van het vertellen ging generaties lang mee. Kruk: ‘Ik heb het zelf nog meegemaakt, in een park in Marokko. De verteller kwam daar elke dag heen op zijn fietsje. Vanaf het middaggebed tot dat het zonsondergangsgebed werd afgeroepen las hij voor aan mensen die op een meegebracht stuk karton om hem heen kwamen zitten. Hele stukken kenden de toehoorders uit hun hoofd. Met de korte vertellingen uit Duizend-en-een-nacht hadden ze niet zoveel. Het liefst hoorden ze lange doorlopende verhalen, die na de dood van een held verder gingen bij zijn of haar kinderen.’

Ze haalt een dik boek tevoorschijn van zo’n duizend pagina’s. ‘Over deze prinses, Dhât al-Himma zijn bijvoorbeeld nóg zes delen geschreven.’

In Egypte komt het vertellen nog altijd voor op feesten, met muziek erbij. ‘Maar de meeste cafébazen hebben met de komst van radio en televisie de verteller eruit geschopt. Juist door televisiebewerkingen leven de verhalen toch nog voort.’

Kruk denkt niet dat Kamala Khan op de warrior women gebaseerd is. ‘Maar dat had best gemogen’, vindt ze. ‘De verhalen hoeven niet te fossiliseren. Het is een levende traditie die zich leent voor aanpassingen. Dhât al-Himma is door de grote rollen van religie en haar moederschap misschien minder geschikt, maar er zijn genoeg vrolijke dappere bedoeïenenmeiden die zich niets laten vertellen door hun broers en erop los hakken als iets niet bevalt.’

Net als Kamala Khan haar ledematen kan verlengen, kan moslimheldin Sooraya Qadir, ook wel Dust geheten, die ruim tien jaar geleden al uit de Marvel-koker kwam, als het uitkomt veranderen in zand. De warrior women hadden minder expliciete superkrachten. ‘Ze waren wel beeldschoon, volgens het ideaal van toen dan: zeer zwaargebouwde vrouwen die gerust een kameel optillen om ermee te smijten als ze kwaad worden. Een palmtak op een zandheuvel, zo zag de ideale islamitische vrouw er vroeger uit: rank van boven, maar met een dikke, geplooide buik en weelderig vlees op de heupen.’

Vrouwen kregen overigens ook gerust de rol van slechterik. ‘Zo geëmancipeerd waren ze wel. Er waren boze tovenaressen en slechte koninginnen. Meestal zijn ze oud, waardoor ze ook extra lelijk werden, met sprieten haar die overal uit hun lichaam staken. Vaak waren ze nymfomaan. Ze sleurden jongemannen mee naar hun tent, ook al waren ze 102.’ Goede vrouwen werden juist netjes afgeschilderd. ‘Zelfs al lijkt het er soms even niet op, uiteindelijk gaan zij altijd als maagd het huwelijk in. Met vrouwen die zich daar niet aan houden, zelfs door verkrachting, loopt het altijd slecht af.’