Columns & opinie
Frutti: Justitiabelen falen als een otter
Petra Meijer
woensdag 27 november 2013
© Taco van der Eb

‘Toch een mooie opkomst, voor zo’n geseling’, zegt officier van justitie Wouter Bos terwijl hij tevreden de Lorentzzaal in het KOG rondkijkt. Tientallen rechtenstudenten kijken hem nog zelfverzekerd aan. ‘En aangezien we meerdere malen benadrukt hebben dat je een spectaculaire prijs kunt winnen, kunnen we natuurlijk niet aankomen met een lullige zak pepernoten. De winnaar van het strafrechtelijk dictee krijgt niet alleen het boek Wordt vervolgd mee naar huis, maar mag ook een dag meelopen op het Openbaar Ministerie. En dan nu: het dictee. Ik ben geen Philip Freriks, maar ik ga mijn best doen.’

De studenten grijpen naar hun pen en beginnen meteen met schrijven als Bos de zin eerst eenmaal in het geheel voorleest. ‘Ons justitiabelen wordt doorgaans veel verweten, dat is tenslotte inherent aan ons metier, maar het verzinnen van moeilijke zinnen voor een juridisch dictee is aan ons welbesteed. Enthousiast zijn we begonnen een prozaïsch stuk tekst in elkaar te flansen dat tevens een inkijkje geeft in de soms wondere wereld van het arrondissementsparket Den Haag.’

De studenten halen opgelucht adem, maar later zal blijken dat de woorden ‘welbesteed’, ‘prozaïsch’, ‘flansen’ en ‘arrondissementsparket’ toch flink wat fouten opleverden.

‘Dit was natuurlijk om in te komen’, zegt officier van justitie Mariëtte Bode, die samen met Bos uitgenodigd is om het dictee af te nemen en een lezing te geven over hun vakgebied. Tijd voor zin twee. ‘En wees niet bang, u zult dit jaar gevrijwaard blijven van obligate juridische dicteewoorden als exceptio non adimpleti contractus, litigieuze overeenkomsten en constitutum possessorium. Bij het Openbaar Ministerie doen we niet aan dat privaatrechtelijk geneuzel, wij focussen ons op de kwestieuze handel en wandel van delinquenten.’

Gekreun in de zaal. Bode: ‘Wat? Gaat het te snel? Dat menen jullie niet.’

De studenten werpen elkaar wanhopige blikken toe en rollen met hun ogen. Er wordt gegiecheld en hier en daar wat afgekeken. ‘Ik faal als een otter’, fluistert iemand in de zaal. In een uiterste wanhoopspoging tekent een van de deelnemers protest aan. ‘Volgens mij is het tekst die een inkijkje geeft, geen tekst dat een inkijkje geeft.’ Maar al snel wordt duidelijk dat ‘dat’ het juiste betrekkelijk voornaamwoord is voor een stuk tekst en uitstel is niet langer mogelijk. Er volgen nog vijf lange zinnen en een hoop gezucht en gesteun. Na het dictee is van de eerdere zelfverzekerdheid weinig over.

Terwijl Bos en Bode aan de hand van soms gruwelijke foto’s over de praktijk vertellen – ‘Wat zien we hier voor een vlekken op het bed? Nee, het is geen spaghetti, er is iemand overgoten met zwavelzuur’ – gaat de organisatie boven in de zaal snel nakijken.

‘De meeste fouten zijn gemaakt bij “consciëntieuze”, “pro-Deoadvocaat”, “éminences grises”, “bagatellisering” en “heuse”’, zegt Ybo Buruma, raadsheer bij de Hoge Raad. Bestuurslid Lyanne Bontje kijkt een dictee na waarbij iemand het heeft over ‘in het o-tje nemen’ en over ‘éminences grease’.

Uiteindelijk komen er twee winnaars uit de bus: beiden hebben dertien fouten. ‘Het meeste aantal fouten was 39’, vertelt Bontje. ‘Maar we hebben ook een fout uit het dictee gehaald.’ Karlijn Verhoeven is verbaasd dat ze gewonnen heeft: ‘Ik vind dertien fouten best veel.’ Tjalling Reijnders heeft wel een idee waarom hij gewonnen heeft. ‘Ik heb een slecht handschrift, daardoor hebben ze vast een aantal fouten gemist.’