Nieuws
Hoger collegegeld voor excellentie
Het ministerie van Onderwijs geeft universiteiten toestemming om voor excellentietrajecten meer geld te vragen. Deze topopleidingen mogen maximaal twee keer het wettelijk vastgesteld collegegeld heffen.
donderdag 21 november 2013

Het gaat om een experiment dat duurt van september 2014 tot september 2019. Het Leidse college van bestuur heeft nog geen besluit genomen over deelname aan het experiment.

Minister van Onderwijs, Jet Bussemaker, heeft het hogere collegegeld vastgelegd in een Algemene Maatregel van Bestuur. De Wet op het Hoger Onderwijs hoeft voor de maatregel niet aangepast, want deze biedt ruimte voor experimenten. Voor studiejaar 2014-2015 is het collegegeld vastgesteld op 1906 euro. De topopleidingen mogen dus maximaal 3812 euro kosten.

‘De trajecten worden aangeboden aan studenten, die meer uitdaging willen en qua talent ook en ambitie meer aankunnen’, schrijft Bussemaker als toelichting op de wetswijziging. ‘De trajecten maken deel uit van een opleiding.’ De toegankelijkheid van opleidingen komt niet gevaar, benadrukt de minister. ‘De student kan altijd nog de “gewone” opleiding volgen.’

Bussemaker noemde zondag in het televisieprogramma Buitenhof de duurdere opleiding een ‘heel voorzichtig experiment’ in uitdagend onderwijs. En excellentie ‘kost meer geld omdat er bijvoorbeeld meer beroemde tophoogleraren uit het buitenland binnengehaald moeten worden’.

De minister wil wel dat er door de deelnemende universiteiten ‘voorzieningen worden getroffen voor studenten die toptrajecten niet kunnen betalen. Ook moet de medezeggenschap de excellente opleiding steunen.’

Bussemaker legde uit dat een kwaliteitsimpuls in het onderwijs nodig is. ‘Het niveau is nog goed maar we moeten wel iets doen aan het onderwijs op universiteiten. Dat is wat verwaarloosd. Dat komt door de nadruk op onderzoek. Er is sprake van achterstallig onderhoud. Dat wordt nu aangepakt: Er komen meer contacturen, de grote uitval wordt bestreden en de docenten beter opgeleid.’

Voor uitstekende docenten mag ook wel meer aandacht komen. ‘Misschien is het interessant een prijs voor onderwijs in te stellen die vergelijkbaar is met de Spinozaprijs voor onderzoek.’

Opvallend is ook dat de minister afstand neemt van de ambitie van de EU om te streven naar een bevolking waarvan de helft opgeleid is. In Nederland is dat nu 41 procent en dat hoeft niet naar 50.

‘Dat mag geen doel op zichzelf zijn. We moeten niet alles in rendement vormgeven. Ik wil redeneren vanuit kwaliteit.’ VB