Studentenleven
Column: Kutfeuten
woensdag 23 oktober 2013

Omdat de televisieserie Feuten nog niet genoeg was uitgemolken na drie seizoenen, is afgelopen week een heuse film in première gegaan: Feuten het Feestje. Als lid van het corps hier in Leiden, verbaas ik me over hoe de makers van deze serie sommige details werkelijk spot-on hebben, terwijl ze tegelijkertijd de grote lijnen finaal missen. Het is vooral een aaneenschakeling van de stereotypes die het publiek wil zien, want met een realistisch beeld van de corpora en haar leden heeft het weinig te maken.

De manier waarop de studentenwereld (meer specifiek: het corps) wordt neergezet, laat zich makkelijk raden. De vooroordelen die schaamteloos snel op het publiek worden afgevuurd, zijn voor vooral leuk voor buitenstaanders, knorren zo u wilt, omdat ze bevestigen wat iedereen al vermoedt: die corpsballen zuipen alleen maar en denken dat de hele wereld om hen draait. Het ironische is echter juist dat vooral de niet-leden geobsedeerd lijken door het corps en het steeds maar weer aandacht blijven geven.

Dat de serie ondanks die vooroordelen ook onder corpsleden populair is, komt vooral omdat de hilariteit in de overdrijving ligt. Leden kunnen alles weglachen omdat ze weten dat het allemaal overtrokken is. Alle incidenten die helaas in de lange historie van de corpora zijn voorgevallen, worden in de serie en film in een tijdsperiode van een paar weken gepropt, zodat Feuten vol ‘drama’ en ‘conflict’ zit. Hadden de makers enig gevoel voor satire gehad, was het een briljante serie geweest. Het feit dat bijvoorbeeld het fictieve H.S.C. Mercurius inmiddels werkelijk als ‘vereniging’ is opgericht, duidt echter op het droeve, sneue tegendeel.

Het succes van Feuten is daarmee gemakkelijk verklaard: het biedt een veronderstelde blik in het anders zo mysterieuze corpsleven, wat normaal voor buitenstaanders verborgen blijft. Wie nooit lid is geweest, spreekt vooral negatief over het corps, ingegeven door allerlei vooroordelen over de vereniging, haar leden, de ontgroening enzovoort. Niet-leden denken dat ze door commerciële, sensationele pulp als Feuten alsnog kunnen zien hoe het er aan toe gaat, zonder dat ze hun halsstarrige principe om vooral niet bij het corps (of vereniging in het algemeen) te gaan hoeven op te geven.

De meest negatieve geluiden komen standaard van mensen die zelf nooit bij het corps hebben gezeten, ‘maar wel de verhalen hebben gehoord’. Toevalligerwijs is iedereen die wel lid is (geweest), en dus over het voordeel beschikt te weten waar hij/zij het over heeft, juist vol lof over de studententijd. Je studententijd is de voorbereiding op het echte leven, geen verlenging van je middelbare schooltijd. Het studentenleven draait om het ontdekken van grenzen en het ontplooien van karakter. Gelukkig bestaan er nog mensen die dat begrijpen, anders zou het leven vol zitten met brave, saaie mensen.

Robbert van der Linde