Nieuws
Reumatologe sloop ?s nachts lab in
Het LUMC heeft afgelopen zomer een medewerkster ontslagen die onderzoeksgegevens vervalst bleek te hebben. Ook aan de Universiteit Antwerpen, waar ze gastprofessor was, is ze niet meer welkom.
donderdag 5 september 2013

Twee artikelen van haar hand zijn inmiddels ingetrokken, haar andere werk ligt nu onder de loep van een commissie die onderzoekt of dat werk wel deugt. Ze zegt alleen te hebben gehandeld.

Het betreft een medewerkster van de afdeling reumatologie. Zij publiceerde in 2010 een artikel dat stelde dat bepaalde antilichaampjes die de patiënt zelf aanmaakt, een belangrijke rol spelen bij reuma. Die had ze aangetoond met een test, die ze zelf had ontwikkeld.

In het begin lukte dat aantonen prima, zo staat in het LUMC-rapport over de kwestie. Toen het bij volgende patiënten veel minder goed lukte, loste ze dat op door ’s nachts het lab in te sluipen, en positieve monsters of muizenantistoffen in de buisjes te stoppen.

‘Aanvankelijk ging beklaagde systematisch te werk’, aldus het rapport. Maar de resultaten waren zo veelbelovend dat er een groot onderzoek kwam: als je die antilichaampjes uitschakelt, worden patiënten dan beter? De fraude was niet meer vol te houden: ‘Zenuwachtig en onder grote druk probeerde ze door blinde vermenging positieve uitslagen te verkrijgen.’

De zenuwen waren terecht, want zonder het te weten werd ze gefilmd door een verborgen camera in het lab. Dat vervolgonderzoek is inmiddels stopgezet, aangezien het erop lijkt dat de wetenschappelijke basis ervoor ontbreekt.

De deelnemende patiënten hebben daarover bericht gekregen.

In een persbericht stelt LUMC-bestuurslid Pancras Hogendoorn de situatie te betreuren. Hij benadrukt dat er geen gevaar voor patiënten is geweest, en prijst de oplettende collega die de fraude aan het licht bracht – onder meer door muizenstoffen aan te tonen in de monsters.

‘Wetenschappelijke integriteit is een absolute noodzaak om het vertrouwen van patiënten, onderzoekers en de maatschappij te verkrijgen en te behouden’, aldus Hogendoorn. BB