Wetenschap
Vinkendisco
Biologe Sita ter Haar promoveerde op de overeenkomsten tussen vogels en baby’s.
woensdag 19 juni 2013

Wat hebben die twee gemeen?

‘Een belangrijke overeenkomst is dat ze vocaal kunnen leren: ze leren hun spraak of zang door te luisteren naar hun ouders. De meeste dieren die biologen als model voor de mens gebruiken, zoals apen, doen dat niet. Hun vocalisaties, zeg maar hun roepjes, zijn aangeboren.’

Mensen hebben zowel een taalgevoel als een muziekgevoel. Is vogelzang dan een model voor het eerste of het tweede?

‘Sommige onderzoekers vinden het meer op taal lijken, en andere meer op muziek. Bij vogels is de zang in elk geval een communicatiemiddel. Zelf denk ik dat het een beetje tussen taal en muziek inzit; zang heeft niet de complexe betekenissen die taal heeft.’

Je hebt een soort vinkendisco gebouwd?

‘Het idee is dat er aan twee kanten van de kooi speakers staan, waar om en om een liedje uitkomt. De speaker waar onze zebravinken het meest in de buurt zitten, speelt blijkbaar het soort liedje waar ze het meeste aandacht voor hebben. Hun voorkeur verandert als ze ouder worden, en dat is bij baby’s eigenlijk net zo.’

Soorten liedjes? Vinkenliedjes hebben genres?

‘Eerst hebben ze een voorkeur klanken die algemeen zijn in vogelzang, later gaan ze juist beter letten op wat ze horen in hun omgeving, op wat ze herkennen.’

Dus ze krijgen een steeds conservatievere muzieksmaak naarmate ze ouder worden? Net zoals mensen mopperen dat er alleen vroeger echt goede muziek gemaakt werd?

‘In zekere zin wel.’

En wat was dan precies de overeenkomst met baby’s?

‘De baby’s laten we ook klanken horen, terwijl ze naar een scherm kijken. Bij vogels meten we de voorkeur door te kijken bij welke speaker ze zitten, bij baby’s meten we hoe lang ze naar dat scherm kijken. Baby’s van negen maanden luisteren het liefst naar algemene klanken die in veel talen voorkomen, zoals “ma” en “ti”, die ook het makkelijkst te vormen zijn in de mond. Bij baby’s van twaalf maanden verandert de voorkeur ook, ze gaan dan luisteren naar complexere klanken.’

De vogels letten op wat ze kennen, zei je net. Ontwikkelen baby’s een voorkeur voor klanken uit hun moedertaal?

‘Dat zou voor mijn proefschrift te kort door de bocht zijn. Ik denk wel dat het zo is, en dat is ook wat andere onderzoekers vonden.’

Dan zou er een overeenkomst zijn in hoe baby’s en vogels vocaal leren. En dus?

‘Dan laat je zien dat er meer soorten dan de mens zijn die zo’n systeem hebben. Door vogels te bekijken kun je dan meer leren over hoe taal werkt en hoe het is ontstaan.’

Wat is er leuker? Onderzoek doen met baby’s of vogels?

‘Het was allebei heel leuk om te doen. Het is moeilijk kiezen; gelukkig hoefde ik dat niet voor dit onderzoek.’ BB