Achtergrond
Ons dagelijkse kattenplaatjesparadijs
Wat is het toch met die olijfboompjes overal? Waarom eten we slowfood in de stationsrestauratie? En waarom wordt het internet overspoeld met kattenplaatjes? Over deze vragen filosofeert Arjen van Veelen, oud-redacteur van Mare en NRC-columnist in het deze week verschenen boek En hier een plaatje van een kat. Een voorpublicatie.
donderdag 23 mei 2013

Er was een man in de veertig genaamd ‘Bob’. Hij werkte als computerprogrammeur bij de firma Verizon. Hij haatte zijn werk, maar bedacht een list. Hij besteedde zijn werk uit aan Chinese freelancers. Die kregen maar een fractie van zijn eigen salaris. En het mooiste was: hij kon overdag op zijn werk de hele dag naar kattenfilmpjes kijken.

Bob werd kwartaal na kwartaal de beste werknemer van zijn afdeling. Pas toen zijn fraude werd ontdekt, verloor hij zijn baan, aldus het nieuwsbericht op CNN (‘U.S. Programmer Outsources Own Job to China, Surfs Cat Videos’).

Het verhaal verspreidde zich snel over de wereld. In de reacties klonk vooral bewondering voor Bob. Hij was een moderne held, een kantoorrebel die, weliswaar tijdelijk, het systeem had afgetroefd en zo de hele dag in het kattenplaatjesparadijs kon vertoeven.

Niemand leek zich af te vragen waarom een intelligente man van in de veertig, die zich ontworsteld heeft aan zijn werk, de herwonnen vrijheid gebruikt om kattenplaatjes te browsen.

Terwijl je dit leest staren miljoenen ogen niet naar deze pagina, maar naar wat schattige pixels van een kat – en die mensen worden daardoor intens geraakt (‘Zooooooo liefffffffff!). Dat kan wijzen op een in zichzelf gekeerde mensheid, die unaniem is gestopt met denken. Wat een domper: de grootste uitvinding van onze tijd gebruiken we voor stompzinnige plaatjes. Zo wordt het wilde web tam. Dan lijden we aan een ziekte, een collectief coma, en is het alleen maar humaan om in te grijpen.

Daarom besloot ik het virus te onderzoeken, om, als nodig, de mensheid op tijd van een vaccin te voorzien.

De moderne mens is een schermmens: zowel voor zijn werk als zijn privéleven kan hij niet zonder schermen. Hij zit vastgeketend achter het platte licht.

Soms voelt deze schermmens scheuten van deprimerende werkelijkheidswee. Dan groeit zijn verlangen om iets aan te raken, om iets te aaien, om werkelijk contact te maken – en dan zoekt hij troost bij kattenplaatjes op supercutekitten.com, plaatjes die zo zacht en schattig lijken, pluche voor het netvlies.

Dat is logisch: de kat is het meest aaibare dier van allemaal. De essayist Rudy Kousbroek heeft het dierenrijk eens geclassificeerd op basis van de aaibaarheid der schepselen. De aaibaarheidsfactor, noemde hij dat. De vis gaf hij bijvoorbeeld een aaibaarheidsfactor van bijna nul, kwallen zelfs van onder nul, maar bovenaan de schaal positioneerde hij de kat: het aaibaarste schepsel.

Katten zijn aaibaar, maar plaatjes van katten allerminst. Je kunt het scherm strelen, je kunt het desperaat swipen tot je een ons weegt, maar een kat blijft zelfs op het meest zijdeachtige touch-screen slechts een collectie kille pixels – het scherm voelt als een vis. Dat is de onaaibaarheidsfactor.

Kattenplaatjes kunnen het gemis dus niet wegnemen. Ze versterken het juist, omdat ze plaatje (dat is: plat) blijven. Met als gevolg dat de mens meer troost nodig heeft, die hij zoekt bij nog meer plaatjes, waardoor hij uiteindelijk in een eeuwige loop belandt, al swipend over een scherm dat zwijgt, tastend naar het ontastbare, zo dichtbij en toch zo ver: de schermmens is de ultieme Tantalos.

Deze mens, gevangen in het eendimensionale, zijn hoofd in de schoot, zijn ziel onder de arm, gaat dolen, langs pleintjes, door nauwe, onbekende steegjes, via doodlopende metrolijnen, op zoek naar liefde en troost, naar medelijders, steeds verder doordringend in duistere buurten, alsmaar dieper, en dieper, tot hij uiteindelijk voor de deur staat van een smoezelig pandje met op de voorgevel de tekst: ‘Indifferent Cats In Amateur Porn’.

Het bleek een blog vol filmpjes die voor een groot deel afkomstig waren van amateurpornokanalen als YouPorn. Met deze regel: in elk van die filmpjes was een onverschillige kat te zien. Zo was er een sm-filmpje met een vrouw die vastgebonden op de grond lag, een trillende vibrator tussen haar benen. En terwijl een man zijn stijve lul in haar mond steekt, rent er een witte raskat dwars door het tafereeltje heen.

Eerst leken die katten me louter rechtvaardiging om porno te kijken, een curieuze fetisj. Het ging deze community echter niet om de seks. Dat maakte ik op uit de bijschriften, die steeds precies vermeldden wanneer de kat zijn onverschillige entree maakte, zodat je de rest van het filmpje gerust kon overslaan.

Bijvoorbeeld: ‘Relaxed cat at 1:15 min, curious cat at 4:40 min.’

Of: ‘Chillaxing in the background on the sofa at 7:50 min.’

Dit leek bewijs voor de stupificatie-these: we vinden de kat zelfs spannender dan seks. Maar de interesse van de bezoekers ging hier niet zozeer uit naar de kat zelf, als wel naar één specifieke eigenschap van katten: hun onverschilligheid. De filmpjes die het meeste applaus kregen, waren de filmpjes met de meest onverschillige katten. Dan stond er bijvoorbeeld:

‘Very indifferent cat at 0:32 min!’

Nooit eerder zag ik de menselijke tragiek zo scherp afgetekend als in deze filmpjes, met enerzijds de wanhopige om camera-aandacht bedelende grimassen van de amateurporno-acteurs, versus het stoïcijnse getippel van de kat, die de camera niet opmerkte, maar de strijd om aandacht alsnog met glans won.

Dit leek wel de kat als statement, als minachtend protest tegen alle menselijke uitsloverij: stoïcijns activisme.

Misschien ging dat laatste iets te snel, via porno naar de kat als protest. Om je ogen te laten wennen aan het licht, breng ik intussen een intermezzo over activisme.

Als een distributienetwerk geschikt is voor het verspreiden van kattenplaatjes, is het ook een ideaal platform voor activisten. Deze theorie is geformuleerd door de Amerikaanse wetenschapper en internetactivist Ethan Zuckerman.

Als activisten inderdaad gebruik maken van dezelfde netwerken als kattenplaatjesliefhebbers, bijvoorbeeld om pamfletten te verspreiden, dan is het aannemelijk dat een activist soms een kattenplaatje onder ogen krijgt.

En nog een stapje verder: als de rebel soms ook een kattenplaatjesliefhebber blijkt, is het niet gek als het voortdurend zien van kattenplaatjes zijn pamfletten beïnvloedt. Kortom: dan is het logisch als de scheidslijn tussen pamflet en kattenplaatje een beetje verwatert.

Het is tijd om naar de bronnen te gaan: naar 4chan.org. Dat internetforum werd in 2003 opgericht door een jongen van vijftien. De vormgeving lijkt sindsdien nog onveranderd. Het is oerinternet. Als internet een stad is, dan is dit een morsig kraakpand in een wijk waar je liever niet met kinderen komt. Je vindt er allerlei subsecties, zoals: Pokémon, Wapens, Dieren & Natuur, Origami, Sexy Mooie Vrouwen, Knappe Mannen, Politiek Incorrect, enzovoorts. Het is een kraamkamer van tegencultuur: de Anonymous-beweging, bijvoorbeeld, werd hier groot.

Het was ook hier op 4Chan dat de wereldwijde traditie van de zogeheten Lolcats begon: plaatjes van katten met een grappig bijschrift, vaak in hetzelfde lettertype (‘LOL’ staat voor ‘laughing out loud’). Vanuit 4Chan verspreidde de Lolcats zich als een meme – een goedaardig virus – over het internet. Hier bevond zich patient zero.

Volgens de website Know Your Meme, een museum voor internetmemes, begon de geschiedenis van de Lolcats in 2005, met het zogeheten Caturday, een traditie om elke zaterdag grappige kattenplaatjes te plaatsen. Die traditie was weer een protest tegen Furry Friday, de traditie om op vrijdag zogeheten Furry-porno (of op zijn Japans: hentai) te plaatsen: tekenfilmfiguurtjes die seks hebben met elkaar.

Een van de bekendste en eerste Lolcats is een kat met de tekst ‘I Can Has Cheezburger’, bewust verkeerd gespeld. Daar verschenen al snel allerlei variaties op. Zoals de Ceiling Cat: een kat die door een gat in het plafond bedenkelijk naar beneden keek, met als bijschrift: CEILING CAT WATCHES YOU MASTURBATE. Dat werd het stramien voor allerlei toespelingen, tot aan verwijzingen naar de politiek aan toe.

Die Lolcat-plaatjes verspreidden zich over het hele web, tot je Facebook-pagina aan toe. Er groeide een cultus om heen, met een eigen mythologie. Op 4Chan ontstond een waar kattenpantheon dat kon wedijveren met de genealogieën van de Griekse goden. Elke kat kreeg er zijn plaats: Grumpy Cat, Keyboard Cat, Spaghetti Cat, Venus the Two Faced Cat, Basement Cat, enzovoorts.

Er kwam zelfs een aparte kattentaal. Een kleine gemeenschap van anonieme internetters stelde woordenlijsten samen, schreef een grammatica, stelde spellingregels op. De belangrijkste regel is dat je foutief spelt, maar wel volgens de strenge regels van het foutief spellen. En daar zijn dan weer uitzonderingen op, zoals in het echt.

Ook zijn er stopwoordjes die je kunt gebruiken als je wilt overkomen als native speaker. Bijvoorbeeld: ‘srsly’ (‘seriously’). Dat kun je na bijna elke zin gebruiken, srsly. Of ‘kthxbai’, een afkorting van ‘Okay, thank you, goodbye’. Dat gebruik je bijvoorbeeld in een chatconversatie, als je je uit de voeten wilt maken uit een discussie, als een bluffend quod erat demonstrandum.

Bijna de gehele Bijbel werd vertaald in het Lolcats. De Lolcats zelf werden ook een religie: een anarchistische parodie-religie, zonder ideologisch doel, maar wel met logische bewijzen voor het bestaan van bepaalde katten, zoals het ‘Awgooment frum Happies’. En met bepaalde heilige voorwerpen zoals, uiteraard, de ‘cheezburger’. En met geloofsbelijdenissen: ‘Wif beleefs in Ceiling Cat I can has a happie […] I do wants can has a happie so I beleefs in Ceiling Cat kthxbai.’

Bovenaan het pantheon stond Ceiling Cat. Hij was per slot van rekening de kat die al het doen en laten van de mensheid van bovenaf aanschouwde. Hij was alwetend, en waar je ook was, hij kon je begluren. Hij was de god van het denken, van het beschouwen – de oppergod van de Olympus.

Maar op een kwade dag werd Ceiling Cat brutaal bedrogen, door een van zijn eigen volgelingen, nog wel, een sterveling die het lef had zijn alwetendheid in twijfel te trekken. Dat gebeurde in 2010, jaren na zijn geboorte. Ene ‘avapoet’ plaatste toen een eenregelig berichtje op een forum van Reddit, in de sectie ‘TIL’ – wat staat voor ‘Today I Learned’.

{9}‘TIL that Ceiling Cat is actually Wall Cat. [warning: cannot be unseen]’

{1}Wie doorklikte, kreeg een plaatje te zien, dat volgens avapoet bewees dat er gerommeld was met de foto: plafondkat was helemaal geen plafondkat, hij zat gewoon achter een zijwandje van gipsplaat, de foto was gefotoshopt en gekanteld:

Plafondkat is een muurkat, was de aantijging. De kat zit niet boven ons, maar onder ons. Kijk maar naar de positie van de plint. Als dit waar was, betekende het een perspectiefwisseling van Copernicaanse proporties. Een wereldbeeld kantelde, een mythe werd ontmaskerd, een geloof viel in diggelen uiteen.

Het bericht ontlokte 297 reacties. Sommige stervelingen vielen direct van hun geloof af:

‘Millions of textbooks will have to be rewritten! EVERYTHING WE KNOW IS WRONG!’

Anderen schreven bedremmeld: ‘I haz a disappoint.’

Je had ook mensen die deden alsof ze niets zagen:

‘Lalalalalalalala I can’t hear you.’

En dan had je de fundamentalisten, die nooit onder de indruk zijn van feiten:

‘KILL THE UNBELIEVER!’ of ‘Fuck you, and fuck these lies.’

Maar een select groepje onafhankelijke denkers ging op nader onderzoek uit. Ze zochten de originele foto die was gebruikt voor Ceiling Cat. Ze wisselden informatie uit over de dikte van de gipsplaten voor plafonds in vergelijking tot die voor zijwandjes. Ze bestudeerden nauwkeurig de hoeken van de schaduwen.

Zij bleven denken.

Zij bleven kijken.

Zij bleven geloven.

De zoektocht van deze kritische kijkers, met namen als Giffylube, Scienlologist of Y0urMom, was het meest indrukwekkend, het meest in de geest van Ceiling Cat zelf. Want juist door zijn bestaan in twijfel te durven trekken, wekten deze denkertjes Ceiling Cat tot leven. Aanschouw het mirakel: 1D werd 3D. Want zij brachten diepere lagen aan in een plaatje van een kat, gaven stomme pixels een bijschrift, een verhaal, een zelfgemaakte mythologie die ernstig was waar dat kon, maar komisch waar dat moest.

Het waren rationele romantici. De soulmates die ik zocht. Want het leven leek even onaaibaar – maar zij gaven het een vacht.

En terwijl ik daar zelf ernstig aan twijfelde, lieten deze denkertjes – deze Bobs, deze ontsnapte Tantalosjes – mij net op tijd inzien dat zelfs het bestuderen van een plaatje van een kat een troostrijke en louterende bezigheid is, die het alledaagse compleet kan laten laat kantelen, maar die ook houvast geeft.

En is het dan niet hartverwarmend dat er wereldwijd, terwijl je dit leest, miljoenen stervelingen precies dat aan het doen zijn: kattenplaatjes bekijken?

KTHXBAI.

Win een exemplaar

Dit is een bewerkt fragment uit En hier een plaatje van een kat van Arjen van Veelen. Mare geeft een paar exemplaren van het boek weg. De eersten die zich op de Mare-Facebookpagina melden met hun favoriete Lolcat-plaatje, kunnen een exemplaar komen ophalen bij de redactie.

En hier een plaatje van een kat en andere ongerijmdheden van het moderne leven, Arjen van Veelen, Uitgeverij Atlas Contact, €16,95