Achtergrond
Op kamers 2.0
Steeds meer studenten willen een zelfstandige woonruimte, met eigen keuken en schone wc. Maar wat blijft er dan nog over van het huisgevoel? Mare onderzocht het succes van het nieuwe wonen in ‘de Zwarte Dozen’. ‘Ik heb samen met een vriendinnetje cupcakes gebakken, maar zij zit vol en ik eet ze niet. Wie komt er eentje halen?’ ‘Mag ik van iemand een soldeerbout lenen?’‘Ik heb een paprika en een half pak melk over. Wil jij ze hebben?’ Het is slechts een greep uit de vele berichtjes op de Facebookgroep van ‘de Zwarte Dozen’, de twee zwarte studentenflats aan het Hildebrandpad, achter de Hogeschool Leiden. In de flats hebben 504 studenten een eigen woonunit: een kamer van 24 vierkante meter met een eigen keukentje en een badkamer van nog eens drie bij drie. Huisgenoten lijken de bewoners niet te missen. De Facebookgroep getuigt van een levendige community. ‘Toen de flat werd opgeleverd zaten we allemaal in hetzelfde schuitje’, vertelt Tobias Schrama (21), student life science & technology. ‘Niemand wist hoe je een wasmachine moest aansluiten, wat de handigste manier was om je kamer in te delen of welk formaat gordijnen je moest kopen. Zo is de Facebookgroep ontstaan. Maar al snel gingen we op dezelfde manier activiteiten organiseren: een avondje weerwolven, tv kijken of samen pannenkoeken eten.’ ‘Ik heb me in het begin behoorlijk eenzaam gevoeld’, bekent bestuurskundestudent ChiHo Yip (22). Hij klopte regelmatig aan bij zijn buren, maar die hadden weinig behoefte om te socializen of waren simpelweg nooit thuis. ‘Toen ik de Facebookpagina ontdekte en lid werd van de bewonerscommissie leerde ik ineens veel leuke mensen kennen.’
Petra Meijer
donderdag 16 mei 2013

De groep werd steeds groter. Er kwam een kamerverkiezing, waarbij iedereen foto’s plaatste van zijn nieuw ingerichte kamer. Er werd een ‘vind je buren’-document aangelegd en in kaart gebracht wie er over een EHBO- of reanimatiediploma beschikten. Schrama: ‘Op een gegeven moment gingen steeds meer mensen dingen via de groep verkopen – van Ikea-hoogslapers tot tosti-ijzers en vuurgarnalen. Toen hebben we een aparte Marktplaats voor de flat ingericht. We hebben ook een document voor het verzamelen van Superdieren of Albert Heijn-mini’s voor de pedagogiekmeisjes, anders word je gek van alle berichtjes.’

De meeste bewoners zijn enthousiast over de groep. Zo werd er begripvol gereageerd op het oproepje van Maxine Lampers (21, pedagogiek) die haar glas niet in de glasbak durfde te gooien omdat een grote spin er zijn intrek had genomen. Via Facebook worden schroevendraaiers, game controllers en tondeuses geleend en er wordt collectief geklaagd over de schoonmaak. De bewoners vragen opvallend vaak om bier of wijn, terwijl de alcoholvrije sixpacks vlot van de hand worden gedaan.

Yip: ‘Iedereen wil wel eens wat stoelen lenen voor een verjaardagsfeestje, of een matras als er iemand komt logeren.’ Renita van Werkhoven, student pedagogiek: ‘Ik verzamel draaidoppen van etenswaren voor een collega van mijn moeder. In ruil voor grote hoeveelheden doppen investeert een recyclebedrijf in de aanschaf en opvoeding van blindengeleidehonden. De hele flat spaart mee. Elke dag vind ik nieuwe doppen in mijn brievenbus.’

Vorig jaar bleek uit onderzoek naar de Leidse studentenhuis-

vesting dat de vraag naar zelfstandige woonruimte sterk toeneemt, vooral onder studenten die nu voorzieningen delen. Studenten diehet ouderlijk huis nog moeten ver-laten hebben minder problemen met een gedeelde douche en keuken. Leiden kampt nog steeds met een tekort van 3650 woonruimten.

Dat tekort wordt voornamelijk veroorzaakt door nieuwe studenten die binnen een jaar op zichzelf gaan willen wonen. Er zijn wel genoeg onzelfstandige woonruimten met gedeelde voorzieningen, als de studenten met de wens om naar een zelfstandige woonruimte te verhuizen dat ook zouden kunnen. Maar het tekort aan woonruimten

met eigen voorzieningen is aanzienlijk.

Uit de Apollo monitor Studentenhuisvesting 2012 bleek dezelfde discrepantie tussen vraag en aanbod. Het model berekent – op basis van de kwalitatieve vraag en het aanbod aan woonruimte dat jaarlijks beschikbaar komt door zowel nieuwbouw/verbouw als doorverhuizen - elk jaar een optimaal bouwprogramma dat het best tegemoet zou komen aan de wensen van alle studenten.

Om daar tot 2020 optimaal aan te voldoen zouden er in Leiden 1210 woonruimten bijgebouwd moeten worden: het gaat dan om slechts twintig kamers met gedeelde voorzieningen, om 740 kamers met eigen voorzieningen en om 450 zelfstandige woningen.

Bewoners hebben dus wel de lusten van een studentenhuis maar niet de lasten, verklaart Schrama het succes van het nieuwe wonen.

‘Je kunt er zoveel van maken als je zelf wilt, maar het is ook heel gemakkelijk om de deur achter je dicht te trekken en je van alles af te sluiten.’

‘Ik krijg acuut smetvrees als ik aan gedeelde badkamers denk’, zegt Yara van Langen (22, Internationale Betrekkingen en Organisaties en Chinees). ‘Als ik met vrienden afspreek komen ze meestal naar mij toe. Hier hoeven we niet te wachten tot er plek is in de keuken en het is geen ramp als je even je afwas laat staan.’

Psychologiestudente Anne Sophie Naus (21) verhuisde vanuit haar ouders naar de Zwarte Dozen. ‘Een groot studentenhuis is niets voor mij. Hier heb ik lekker mijn eigen plekje, maar we leven niet langs elkaar heen. Zo deel ik samen met mijn buurjongen een kat.’ Van Langen: ‘Toen ik over deze flats hoorde was ik er snel bij. Ik heb slechts elf dagen ingeschreven gestaan, maar de wachttijd is nu al opgelopen tot 14 maanden.’

Agaath Bont (20, psychologie) beaamt dat de units in trek zijn. ‘Ik kom van de Klikspaanweg. Het samenwonen was goed om mee te maken, maar op een gegeven moment ben je er wel klaar mee. Mensen vragen wel eens of het niet eenzaam is, maar ik vind het heerlijk om een eigen plekje te hebben. Ik woon ook op een leuke verdieping. Zo organiseerden we een high tea om de gang te leren kennen en gaan we regelmatig samen barbecueën of eten. Ik denk dat er meer flats met zelfstandige units moeten komen, maar het was wel leuk geweest om op elke verdieping een fusie te hebben.’

Hoewel veel bewoners bewust kiezen voor een kamer met eigen voorzieningen, is er dus wel degelijk behoefte aan offline gezelligheid. Samen met andere leden van de bewonerscommissie zette Van Langen zich in om onder de flat een bar te realiseren: ‘Chilldebrandpad’.

‘Het idee was gebaseerd op de Pelibar. Als we de huur met 3,70 euro per maand zouden verhogen, konden we een gemeenschappelijke ruimte maken met een bar, grote banken en voetbal- en pooltafels. De plannen lagen klaar, maar sommige bewoners waren woedend over de voorgestelde huurverhoging. Toen hebben we het moeten afblazen.’

Mark Schoonderwoerd (22), student biologie en medisch laboratoriumonderzoek, van ‘partyfloor vier’ heeft om die reden een beetje hekel aan de Facebookgroep gekregen. ‘Wat je ook probeert te organiseren, er is altijd wel gezeur’, zegt hij, terwijl hij de bal weggooit voor de enorme herder van een ganggenoot.

Samen met twee vrienden kocht hij vorig jaar tijdens het EK anderhalve kilometer aan oranje vlaggetjes.

‘We hebben overal aangebeld met de vraag of mensen ze aan hun ramen wilde bevestigen, maar hoewel we veel leuke reacties kregen, wilden sommige mensen gewoon niet open doen. Op Facebook werd er geklaagd over het geluid van de wapperende vlaggetjes. Ook onze plannen om een eigen Hildebrand-versie van de Olympische Spelen te organiseren stuitte op kritiek.’

Daarnaast vindt Schoonderwoerd de Facebookgroep nogal afstandelijk. ‘Als je suiker nodig hebt moet je niet achter de computer gaan zitten, maar gewoon even je eigen gang langs gaan. Ik ken bijna iedereen op deze verdieping. In de eerste week na de verhuizing hadden we hier al een feestje. We gaan ook regelmatig samen stappen of barbecueën.’ De offline tactiek van verdieping vier lijkt succesvol, want hun feestjes worden ook op andere verdiepingen genoemd.

Had Schoonderwoerd niet liever in een ‘normaal’ studentenhuis gewoond, waar studentikoze plannen misschien met meer enthousiasme ontvangen worden? ‘Ik was lid van Quintus en wilde als ik thuiskwam niet weer met het verenigingsleven geconfronteerd worden. Bovendien houd ik er niet van om eerst twintig pannen af te moeten wassen voor ik kan koken.’

Als beheerder van de Facebookgroep wordt Schrama soms ook gek van het geklaag, maar hij ziet er ook de charme van in. ‘Je schrijft je hier eigenlijk in voor een appartement, dus wat dat betreft is de sfeer uniek. Gezeur en kritiek houd je altijd als je met zoveel mensen op dezelfde plek online bent. Wat dat betreft zijn de Zwarte Dozen een soort klein Nederland: er is altijd wel iets.’