Columns & opinie
Geen Commentaar: Lekker pesten
Frank Provoost
woensdag 27 maart 2013
© Silas.nl

Was dat even schrikken, ruim twee jaar geleden. Stonden we daar. Allemaal in ons beste pak, geweun heulemaal zoals het heurt. De Leidse Pieterskerk was als vanouds het volstrekt logische epicentrum van de wereld. Bobootje hier, ministertje daar, ouwe jongens krentenbrood. Even die speech uitzitten en dan volle bak aan de oranjebitter. Shabam!

Maar toen. Toen ging het ineens helemaal niet meer over Lugdunum Batavorum. De grote leider begon over een aanliggende gemeente. En dat het daar gebeurde. En dat we daarheen moesten. En hoe goed dat was. En dat nog veel vaker moest gebeuren.

Oh oh, Den Haag.

Dat kwam hard aan. Een burgemeester begon te briesen, de old boys wandelstokbrigade sloeg het glaasje jenever over en hese corpo’s foeterden over ‘die hbo-stad’. Maar toch, na het nodige gemor in de gemeente- en universiteitsraad trokken de pioniers wel degelijk zuidwaarts. De Haagse campus groeide, bestuurskunde transferde, er kwam een university college, studenten heten voortaan wereldprobleemoplossers.

Je ziet het voor je: samen schouder aan schouder op de barricade, beschaving bijbrengen in het land van Barbie. Verbroedering, saamhorigheid, het wij-tegen-de-wereld-gevoel. En uiteraard met het vanzelfsprekende functieprofiel: stressbestendig, flexibel, innovatief, aanpoten, doorpakken, etc. Eigenlijk net zoals bij een gewone Mars-expeditie.

Maar hoe gaat het nu eigenlijk echt in het beloofde land?

Nou, niet zo lekker, zo blijkt uit een personeelsmonitor. De pioniers pesten elkaar de tent uit. Achterklap, verbale agressie en psychisch geweld komen er veel vaker voor dan bij de andere faculteiten. Een derde van de Hagenezen zegt last te hebben van roddels, tegenover een tiende aan de rest van de universiteit. De situatie is zo ernstig dat ‘onafhankelijke deskundigen’ de werkelijke problemen moeten gaan blootleggen.

Kon je dat zien aankomen? Misschien wel. Neem bijvoorbeeld het jongste paradepaardje, het university college. Voor de zomer verbleef Mare daar een tijdje tussen de hipo’s. Natuurlijk, gaven die toe, bij een nieuwe instelling horen kinderziektes. Maar er klonken ook serieuze klachten. Er waren bijvoorbeeld veel te weinig docenten, wat leidde tot een enorme werkdruk. En tot eigen cijferindex, zo bleek, want zodra er in plaats van de eigen docent een hardcore Leidenaar werd ingevlogen, daalden de cijfers dramatisch. ‘Leidse docenten zijn veel strenger’, zei een student. ‘Hier kun je zonder al teveel moeite een 8,5 gemiddeld staan. In Leiden schijnt dat een hoog cijfer te zijn.’ (Behalve tegen het pesten keerde de universiteitsraad zich deze week ook tegen te gemakkelijk uitgedeelde Haagse cum laudes.)

De dean prees destijds de criticasters. Klagen was goed, vond hij, want ‘dat bevestigt juist hoe zorgzaam onze gemeenschap is’. Waarna de onsterfelijke oneliner volgde: ‘Het is zeker het geval dat we allemaal overwerkt zijn, al komt dat ook deels door ons enthousiasme.’

Aha! Zalig zijn de overspannenen en opgebranden! It’s better to burn out, than to fade away, weet je. Voor wie zo optimistisch is, is pesten natuurlijk gewoon elkaar enthousiast de waarheid vertellen.

Het moge duidelijk zijn: Den Haag snakt naar onafhankelijke experts. Van pionieren weten die wellicht niks, maar gelukkig hebben ze meer verstand van werksfeer.