Columns & opinie
De kwetsbare eeuwigheid
Maartje van den Heuvel
woensdag 27 maart 2013
William Henry Fox Talbot, zoutdruk uit een album met vroege fotografische experimenten van Talbot, Sir John Herschel en Hippolyte Bayard, 1839, PK-F-65.1034.

U kijkt naar een van de meest waardevolle foto’s van de fotocollectie van de Universiteit Leiden. Niet omdat in de foto sprake is van een ‘beslissend moment’, een uitgebalanceerde compositie of een geraffineerde symboliek. Nee, dit stuk is bijzonder omdat het een experiment is van een van de uitvinders van de fotografie, William Henry Fox Talbot, uit 1839 - het jaar van de uitvinding van de fotografie zelf. Het ging de fotograaf bij dit beeld om het uitvinden van het juiste chemische procedé om een fotografisch beeld op papier te fixeren.

Er was in die tijd een wedloop gaande om de claim op de uitvinding van de fotografie. In Parijs had Jacques Louis Mandé Daguerre al de uitvinding van de daguerreotypie opgeëist - inderdaad is dit fotografische procedé naar hem genoemd. Hierbij werd het fotografische beeld in de camera direct op een verzilverd koperplaatje aangebracht en vervolgens gefixeerd. Een daguerreotypie is daardoor uniek en niet reproduceerbaar. In Engeland waren in diezelfde tijd pioniers bezig met het ontwikkelen van een fotografisch procedé dat gebruik maakte van de tussenfase van het negatief. Hierdoor werd het fotografische beeld wel reproduceerbaar. De Britten gebruikten geen metaal maar papier als drager en werkten in het procedé van de zoutdruk.

Voor een zoutdruk drenkten zij een stuk papier in een oplossing van keukenzout en maakten het lichtgevoelig met een oplossing van zilvernitraat. Het lichtgevoelige papier werd belicht waardoor een negatief beeld onstond. Omdat het hen vooral om de chemie te doen was, namen zij vaak een voorwerp dat voorhanden was om een beeld mee te creëren. Op dit voorbeeld heeft Talbot het vel niet in een camera gedaan om een foto te maken, maar heeft hij een plantenblad op het papier aangebracht waardoor het beeld ontstond met de zogenaamde fotogramtechniek. Na de belichting werd het fotopapier gespoeld en gefixeerd. Wat je dan krijgt, is een resultaat zoals hier afgebeeld.

Dit negatiefbeeld kon weer positief worden gemaakt door het in hetzelfde chemische proces over te brengen op een tweede vel. Het negatief werd hiertoe semitransparant gemaakt door het in te smeren met was, op het tweede vel geklemd in een belichtingsraam en in de zon gezet. Afhankelijk van de intensiteit van de zon en de lichtgevoeligheid van het papier kon deze belichting uren duren.

Talbot voerde deze experimenten niet alleen uit; hij ontwikkelde de fotografische techniek samen met andere pioniers zoals de wetenschapper Sir John Herschel en de vrijetijdsfotograaf Hippolyte Bayard uit Frankrijk. De Nederlandse fotograaf Nicolaas Henneman werkte in die periode als assistent van Talbot en heeft misschien nog aan deze foto meegewerkt.

Het beeld dat hier is afgebeeld is onderdeel van een map met vroege experimenten, dat het toenmalige Prentenkabinet van de Leidse universiteit in 1965 als schenking van een Nederlandse particulier verwierf. Wereldwijd gezien behoort het nu tot de schatten van de vroege fotografie.

Omdat zoutdrukken uit de experimentele fase vaak kwetsbaar zijn en nog altijd gevoelig voor licht, kan dit exemplaar niet worden tentoongesteld. Momenteel zijn echter in de Museum De Lakenhal, in de tentoonstelling Wereldschatten! twee andere, meer stabiele voorbeelden te zien van zoutdrukken van William Henry Fox Talbot. Ze hangen naast enkele daguerreotypieën: voorbeelden van de twee concurrerende procedés uit de vroege periode hier weer even naast elkaar.

Maartje van den Heuvel is conservator fotografie bij de Bijzondere Collecties van de Universitaire Bibliotheken Leiden. In september 2012 ontving zij de Mr. K.J. Cathprijs vanwege de positieve zichtbaarheid van de Universiteit Leiden waaraan zij bijdraagt met haar werk. Vorige maand won ze de Gouden Tulp (voor het beste non-fictieboek van 2012) voor het boek Zoet & Zout dat ze samen met journalist Tracy Metz schreef. Voor Mare schrijft ze iedere drie weken over de collectie. De columns verschijnen ook als ‘snapshot’, een e-mailservice vanuit de UB - link.