Columns & opinie
Column: Retourtje Gen
Benjamin Sprecher
woensdag 27 maart 2013

Regelmatig vragen vrienden mij iets als: ‘Benjamin, lul, wat moet ik nou doen om de wereld beter te maken?’ Meestal gevolgd door een cynische opmerking over de hoeveelheid KLM-punten die ik de afgelopen jaren bij elkaar heb gespaard.

Goede vraag natuurlijk. Je zou denken dat ik het antwoord, na twee jaar promoveren, zo uit mijn mouw kan schudden. Dat valt helaas tegen. Wat ik wel kan doen, is proberen uit te leggen waarom het voor de gemiddelde persoon zo verdomd moeilijk is om niet nog voor het ontbijt per ongeluk kleine kindjes aan het werk te zetten, ergens in Afrika een burgeroorlog uit te lokken of een diersoort uit te roeien.

We beginnen met een klein voorbeeldje en eindigen met een episch Dit Is Hoe De Wereld Werkt.

Ben je er klaar voor?

Stel: jij stopt met het eten van vlees en installeert overal dubbel glas. Dat is goed voor het milieu en je portemonnee. Vervolgens koop je van het geld dat je spaart een retourtje Genève. Om te shoppen. Niet zo goed voor het milieu. Dus dan denk je, nee, laat ik van dit geld naar het cabaret gaan. Uitstekende keuze. Maar vervolgens heeft die cabaretier jouw geld en koopt daarvan een retourtje Genève. Of hij neemt gitaarles, en zijn gitaarleraar koopt een retourtje Genève. Of je laat jouw geld bij de bank staan, die het investeert, er geld mee verdient, daarmee een dikke bankiersbonus uitbetaalt, waarmee sowieso geshopt wordt in Genève.

Het gegeven dat iemand, ergens, sowieso een retourtje Genève koopt en zo jouw goede acties tenietdoet, heet in jargon het rebound effect.

De heilige anti-graal van mijn onderzoeksgebied. De vraag is dan natuurlijk: waarom is dat zo? Waarom kan het niet andersom? Dat het niet zou uitmaken hoe vaak ik naar Genève vlieg, want uiteindelijk is er altijd ergens iemand die het goedmaakt?

Het eerste waar we naar moeten kijken is schaal. Als iedereen een heel klein beetje doet, gebeurt er ook een heel klein beetje, dus geen verhaal over spaarlampen en € 5 per maand aan Greenpeace overmaken. Als we willen snappen waarom het hele systeem zich misdraagt, moeten we kijken naar wat relevant is op het niveau van het hele systeem.

Als we dan even tachtig denkstappen overslaan, is het meest fundamentele antwoord: de exponentiële groeicurves in onze economie. Mensen schatten die vaak compleet verkeerd in. Het klinkt heel schattig, als Mark Rutte roept dat we 2 procent economische groei per jaar nodig hebben, Maar wereldwijd betekent het dat we in de komende tien jaar meer fossiele brandstoffen, metalen en bouwmaterialen gaan consumeren dan in de hele geschiedenis van de mensheid tot nu toe, bij elkaar opgeteld. En in de tien jaar daarna nog een keer.

Als je bedenkt dat er de afgelopen tien jaar al enorm veel conflicten zijn uitgebroken over grondstoffen en we nu al last beginnen te krijgen van klimaatverandering (wanneer was de laatste Elfstedentocht ook al weer?) moet je je proberen voor te stellen hoe de wereld er in 2050 uitziet.

Nou. Dat was het dan. Exponentiële groei is de bron van al het kwaad, en elke politicus, econoom of lobbyist die zich van het ‘groei groei groei’-mantra bedient, zou regelrecht naar het internationaal strafhof moeten worden doorverwezen, voor misdaden tegen de menselijkheid.

Toen mijn promotor het bovenstaande stukje las zei hij: ‘Prima analyse, maar het einde is wat zwak.’ Dat is waar. Mocht je nu benieuwd zijn naar het oplossen van werkloosheid en hongersnood zonder economische groei kan ik sowieso een fantastisch beginpunt aanwijzen: het boek Prosperitiy without growth van de Britse econoom Tim Jackson.