Nieuws
'College is te optimistisch'
De universiteitsraad is kritisch over de bestuursafspraken die het college van bestuur heeft gemaakt met de faculteiten en twijfelt aan de haalbaarheid van bepaalde doelen.
donderdag 21 maart 2013

Zo gaat het bestuur uit van de aanhoudende groei van het aantal studenten. Terwijl er tekenen zijn dat de rek wat dat betreft er een beetje uit is.

In de bestuursafspraken stellen de faculteiten doelen op het gebied van rendement, kwaliteit en het binnenhalen van geld. De afspraken gelden voor de periode 2013-2016.

De bestuursafspraken zijn aangepast omdat de universiteit prestatieafspraken heeft gemaakt met het ministerie van Onderwijs. Een deel van het geld dat uit Den Haag komt is verbonden aan deze afspraken.

‘Ik vind de afspraken behoorlijk ambitieus’, zei Maarten Jansen van promovendipartij PhDoc. ‘Zo schiet Geesteswetenschappen omhoog van 874 naar 1400 studenten instroom in de propedeuse. Dat is veel, zelfs als je rekening houdt met het succes van dit jaar gestarte opleiding international studies.’ Deze studie trok ruim 350 studenten. Jansen: ‘Er wordt uitgegaan van continue landelijke stijging van het aantal studenten. Je kunt je afvragen of dat reëel is.’

Hans van Dommele, directeur academische zaken van het bestuursbureau reageerde op de kritiek. ‘Het college heeft deze afspraken niet opgelegd maar ze komen voort uit de faculteiten. Zij vinden de afspraken realistisch.’ Ook zit er volgens hem nog wel ‘groei van studentenaantallen in de prognoses’.

De doelen die de faculteiten zich hebben gesteld zijn scherper dan de prestatieafspraken met Den Haag. ‘We zijn iets ruimer gaan zitten dan het ministerie. Dat geeft wat mogelijkheden om bij te sturen als het ergens wat tegenvalt.’

De raad wilde ook weten of er sancties opgelegd worden aan faculteiten die de targets niet halen. Volgens Van Dommele is dat niet aan de orde. ‘Het college geeft er de voorkeur aan geen “strafmaatregelen” te koppelen aan de afspraken. Er is een positieve insteek. De nadruk ligt op de motivatie om de doelen te halen. Dan ga je niet uitgebreid praten over wat er moet gebeuren als dat niet lukt.’

Anne-Marie Leichsenring van studentenpartij SGL vond dat er op deze manier een ‘onduidelijke situatie voor de faculteiten’ ontstaat. ‘Dat is een punt van zorg. Ik kan me voorstellen dat de faculteiten wel willen weten wat de gevolgen zijn als een doel niet wordt gehaald; dat ze weten waar ze aan toe zijn en niet achteraf in een soort zwart gat belanden waar niemand weet wat er aan de hand is. Het lijkt me handig om heldere richtlijnen te hebben.’

Volgens Van Dommele valt dat wel mee. ‘De afspraken zijn in overeenstemming met de decanen gemaakt. Het is binnen de faculteiten uitvoerig besproken. Het wordt ook een lastig om een sanctie te bepalen. Wat doe je bijvoorbeeld als een faculteit een doelstelling net niet haalt?’