Achtergrond
Bestaat het plagiaat van de Aziaat?
Een promovendus aan de faculteit Geesteswetenschappen werd onlangs weggestuurd omdat hij tot twee keer toe een proefschrift indiende waar overgenomen passages zonder bronvermelding in stonden. Zoals Mare vorige week meldde, was de promotiecommissie verdeeld over de tweede versie mede omdat ‘de culturele achtergrond van de promovendus kan gelden als een verzachtende omstandigheid met betrekking tot het plagiaat’.Dat de promovendus een tweede versie mocht inleveren komt ook omdat de raad van decanen gevoelig was voor dit ‘culturele achtergrond’-argument.
Thomas Blondeau
donderdag 14 maart 2013
© Michiel Walrave

Maar in haar advies betwijfelt de commissie wetenschappelijke integriteit – erbij gehaald om klaarheid te brengen – of die cultureel bepaalde opvatting van plagiaat wel bestaat. En, voegt ze daaraan toe, door zijn verbinding aan de Universiteit Leiden moet de promovendus handelen volgens de hier geldende regels. Het openbaar gemaakte advies van de integriteitscommissie is geanonimiseerd, dus de precieze achtergrond van de promovendus is niet bekendgemaakt.

Wetenschapsjournalist Frank van Kolfschooten, bekend van zijn boek Ontspoorde wetenschap, een studie naar fraudezaken in de academische wereld, bevestigt echter dat het om een Aziaat gaat. Hij is bezig met een artikel naar aanleiding van deze zaak. Commissievoorzitter Hans Nieuwenhuis wil geen personalia vrijgeven maar zegt: ‘Dat gegeven van de culturele achtergrond hoor je vaker, dat in bepaalde culturen originaliteit niet zo gewaardeerd wordt, dat het woord van de voorvaderen een hoog aanzien geniet. Waarom je dan niet aan bronvermelding moet doen, ontsnapt mij. Cultureel verweer heet zo’n argument in het strafrecht. Zo kan bij eerwraak een verdachte aanvoeren dat het zijn plicht was om te moorden. Maar naar mijn taxatie houdt de rechter daar geen rekening mee in zijn oordeel.’

Dat de Westerse opvatting van plagiaat niet strookt met de academische praktijk in andere landen, is een vermoeden dat vaak gebruikt wordt bij Aziatische academici. ‘De moraal over intellectueel eigendom is anders. Goed kopiëren is in het Oosten iets om trots op te zijn. Uniek zijn en ere wie ere toekomt is daar van minder belang dan in het Westen’, aldus Pieter Jonker, hoogleraar Vision-based robotics aan de TU Delft, in Ontspoorde wetenschap. Jonker zag zijn werk onvermeld opduiken in een Indiase publicatie. Van Kolfschooten vermoedt dat plagiaat inderdaad vaak voorkomt in Azië maar ‘het is een probleem dat je merkt in alle niet-Westerse landen met een snel opkomende wetenschap. De normen worden daar niet goed opgevolgd.’

‘Wij hebben vastgesteld dat plagiaat bij Aziatische studenten relatief meer voorkomt’, zei vicerector Tine Baelmans van de Katholieke Universiteit Leuven eerder dit academiejaar in de Vlaamse krant De Standaard. Ook Gent en Brussel hadden soortgelijke ervaringen.

Verklaringen werden toen, zoals nu, gezocht in de meer collectivistisch achtergrond van met name Chinezen. Zowel confucianisme als het communisme zouden daartoe hebben bijgedragen. Maar uit het onderzoek, verricht onder 163 studenten aan een Amerikaanse universiteit die een schrijfopdracht kregen, bleek er geen verschil tussen Aziatische en Westerse studenten. Sterker nog, studenten die zichzelf eerder als individualistisch kenmerkten plagieerden vaker dan proefpersonen die zich als meer collectivistisch ingesteld beschouwden.

Remco Breuker, hoogleraar Koreastudies, kan zich niet vinden in het ‘culturele achtergrond’-argument. Volgens hem komt plagiaat ‘absoluut niet’ niet vaker voor in het Oosten.

‘Het is een bekend debat en ik heb er heel weinig geduld mee. Dit zijn Westerse vooroordelen gebaseerd op koloniale ervaringen. Ja, bij mijn Chinese, Japanse en Koreaanse studenten gaat er soms iets mis met de verwijzingen. Net zoals bij mijn Nederlandse studenten. En ja, er zijn verschillen in wetenschapsbeoefening. Als ik een paper schrijf in het Engels, ziet een paper over hetzelfde onderwerp er anders uit dan in het Koreaans. In het Koreaans bouw je een argument strakker op, je doet uitgebreid verslag van het werk dat vóór jou is verricht. En je onderwerp sexy maken, wat ik hier al hoorde tijdens mijn promotie, dat is daar niet aan de orde.’

Breuker wijst ook op het aftreden van Koreaanse politici omdat die tijdens hun wetenschappelijke carrière fraude hadden gepleegd. ‘Wetenschappelijk bedrog wordt ook in Azië niet getolereerd.’

Student kunstgeschiedenis Xiaoshuang Xia deelt die analyse. Hij studeert in Hongkong maar volgde ook colleges in Leiden. Hij zegt dat hij nooit verschillen heeft gemerkt tussen Chinese en Europese studenten wat plagiaat betreft.

‘Het is me altijd duidelijk gemaakt dat het tot de academische vereisten om citaten duidelijk aan te geven, inclusief, pagina, titel, uitgavejaar, uitgeverij – heel specifiek allemaal. Wat mijn klasgenoten en ik betreft, is dit geen kwestie.’

Frank Pieke, hoogleraar met expertise op het gebied van het moderne China, reageert anders op de uitspraak van Jonker: ‘Meer plagiaat in het Oosten… Het Oosten, is dat dan Japan, Korea, China? Maar goed, laat ik hebben over het land waar ik wat vanaf weet: China. Daar weet men donders goed dat het niet mag. Maar het is mijn persoonlijke ervaring - ik benadruk dat ik hier geen onderzoek naar heb gedaan - dat plagiaat heel vaak voorkomt bij Chinezen. Maar dat ligt niet aan hun cultuur maar aan hun onderwijsklimaat. Misschien omdat er een heel sterke examendruk is en dat papers schrijven er gewoonweg minder aan de orde is.

Op plagiaat wordt er niet zo gelet, en dus is knippen en plakken niet zo erg. Of hun Engels is niet zo goed. Dan vinden ze dat ze het echt niet beter of anders kunnen formuleren dan hoe ze het gevonden hebben. De reactie is dan: "Ik wist niet dat het niet mocht." Net zoals bij Nederlandse studenten in hun eerste jaar. Die knippen en plakken ook. Dan krijgen ze hun werkstuk terug met gehighlighte passages en dan zeg je dat er de volgende keer drie punten af gaan. Ze moeten gewoon een keer op hun neus gaan.’

Piekes opmerking dat het onderwijsklimaat eerder dan de cultuur debet is aan de verschillende opvattingen over plagiaat, worden gestaafd door onderzoeksresultaten uit het antropologietijdschrift Human Organization. Daar uit bleek dat niet etniciteit maar acculturalisatie gezien wordt als onderscheidende factor voor plagieergedrag. Volgens dit onderzoek onder 158 proefpersonen maakt het dus meer uit of je hebt kunnen wennen aan de Westerse academische cultuur, dan of je nu zelf Westerling bent of niet.

De stressvolle aanpassing aan een buitenlandverblijf waarin er heel veel tegelijk gevraagd wordt van een student of wetenschapper, zou er de oorzaak van kunnen zijn dat er al snel teruggevallen wordt op de onderzoeksgewoonten uit het buitenland. Discussie en aandacht hiervoor in het curriculum van nieuwkomers zou al een stap in de goede richting zijn.

Niet voor niets werd in het geval van de recidiverende promovendus gewezen op een mogelijk gebrek aan begeleiding van de promotor. Opmerkelijk aan dat geval blijft het opstappen van een lid van de promotiecommissie nadat weer plagiaat was vastgesteld in de tweede versie van het proefschrift. Dat de commissie verdeeld was, geeft aan dat het ‘culturele achtergrond’- argument verstrekkende gevolgen kan hebben.