Columns & opinie
Column: Baardmaagden
Robbert van der Linde
donderdag 7 maart 2013

Er gebeuren om de haverklap een hoop funky dingen in deze rare wereld, dus de vraag is altijd wat je er als columnist tussenuit pikt. Het feit dat we met zijn allen al jarenlang paardenvlees blijken te bunkeren? Wat niet weet, wat niet deert, ik lig er in ieder geval niet wakker van. De paus die vrijwillig aftreedt? Zou eens tijd worden dat een Duitser uit zichzelf oprot. De toenemende spanning in aanloop naar de climax van de Eredivisie? Ajax wordt toch wel kampioen.

Allemaal leuk en aardig en mooi en belangrijk en geil. Zolang ik het hier echter voor het schrijven heb, blijf ik lekker mijn eigen onderwerpen kiezen.

Bijvoorbeeld: de glorieuze terugkeer van de baard. Na jarenlang een sociaal taboe te zijn, is de baard de laatste jaren aan een onmiskenbare comeback bezig. Zo had elke acteur die er enigszins toe doet bij de Academy Awards een behoorlijke haargroei op de onderste helft van zijn gezicht. En dat scoort.

Het blijkt maar weer dat de mens niet kan opboksen tegen het oergevoel, die onredelijke emotie in ons die baardgroei met mannelijkheid associeert. Nature wint van nurture, er is niet aan te ontkomen. De baard wint zelfs aan koninklijk statuur. Nu de oestrogeenlevels op de troon voor het eerst in ruim een eeuw drastisch omlaag gaan, wordt onze aanstaande koning vergeleken met zijn mannelijke voorgangers. En wat blijkt? Ze waren allemaal gezegend met een vrij formidabele partij gezichtsbeharing. De Facebookpagina ‘Zonder Baard Geen Koning’ heeft op moment van schrijven al zo’n 65.000 likes gescoord.

Zoals zo veel zaken in het leven kan gezichtsbeharing echter worden gezien als een zegen of een vloek, of allebei. Zo ben ik zelf gezegend met een aardige baard op mijn kaken, maar vervloekt met de snorgroei van een zesjarig, Afghaans jongetje. Movember is elk jaar weer een bittere teleurstelling en ik heb vaak gefantaseerd over de mogelijkheid mijn baard lang te laten groeien en hem simpelweg over mijn bovenlip te kammen.

Toch blijf ik, en met mij vele medemannen, de wederopstanding van de baard toejuichen. We waren de baard bijna kwijtgeraakt door een combinatie van misverstanden, zwakheid en slechte opvoeding.

Slechts de sterken onder ons hebben al die tijd de baard in leven gehouden, underground in een tijd dat de mensheid door zijn metroseksuele, hippe fase ging. Nu spelen zij, baardmentoren, hun troef uit. Het is aan ons om de komende generaties baardmaagden juist op te voeden. Zoals de toepasselijke genaamde Australische groep The Beards al zong: If your dad doesn’t have a beard, you’ve got two mums.