Columns & opinie
Een moderne, betere wereld
Deze foto van Paul Schuitema behoort tot de meest iconische beelden van de Nederlandse kunst uit het interbellum. Eén die symbool staat voor de idealen en opvattingen van kunstenaars in die tijd.
Maartje van den Heuvel
woensdag 20 februari 2013
Draaiende Grammofoon, 1929, ontwikkelgelatine-zilverdruk © Paul Schuitema

De foto zal vanaf maart in Museum De Lakenhal te zien zijn in de tentoonstelling Wereldschatten! Ontdek de collectie van de Universiteit Leiden.Voor onze hedendaagse begrippen van kunstfotografie is deze foto maar een klein afdrukje: een krappe 18 bij 24 cm. De foto maakt deel uit van de nalatenschap van foto’s, negatieven en archiefmateriaal van Paul Schuitema, die in 1977 aan de Universiteit Leiden werd overgedragen. Waarom het zo’n bijzonder beeld is? Het is een sleutelwerk uit het oeuvre van de kunstenaar die internationaal als pionier van het Nederlandse modernisme werd én wordt gezien.

Murw door de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog wilden modernistische kunstenaars in het interbellum aan een betere wereld werken. De koorts van de Russische revolutie had zich over het Europese continent verspreid. Men smachtte naar een nieuwe, meer egalitaire wereld zonder klassenverschillen, zonder bourgeoisie met haar verstofte opvattingen die uit vervlogen eeuwen stamden. Een wereld met een nieuwe frisse dynamiek waarin industrie en mobiliteit nieuwe zegeningen zouden brengen.

Nieuwe technieken, apparaten en materialen (kunststof!) zouden het leven van de mens beter maken en er tegelijkertijd nieuwe schoonheid in brengen. Deze foto bijvoorbeeld, gaat over muziek, maar niet een galant gezelschap musiceert hier onder het lover - nee, het is een glimmend apparáát dat muziek voortbrengt. De verheerlijking van beweging en dynamiek spreekt ook uit het beeld. ‘Ik wilde naar een bewegingsfotografie en dat heb ik uiteindelijk voor elkaar gekregen door een draaiende grammofoonplaat te fotograferen’, aldus Schuitema zelf over deze foto. ‘Dat is een nogal spectaculaire foto geworden, iedereen wilde hem hebben.’

De foto betekende internationale erkenning voor Schuitema als kunstenaar en ontwerper. Als één van de weinige Nederlanders, naast onder meer Henri Berssenbrugge, Piet Zwart en Gerrit Kiljan, nam hij deel aan de internationale tentoonstelling Film und Foto in 1929 in Stuttgart, waarin de nieuwe fotografie en film als beeldende media van de moderne tijd werden gepresenteerd. ‘De toekomst is aan de lichtbeeldkunst’, zo drukten de Nederlandse modernisten zich uit, ‘en ons denken moet gespitst zijn op de mogelijkheden die in de moderne technieken en materialen aanwezig zijn.’ De Nederlandse beeldmakers bevonden zich tussen toen reeds gevestigde namen zoals de Russen Alexander Rodchenko en El Lissitsky, de Amerikanen Man Ray en Edward Weston, de Duitser Albert Renger-Patsch, en de Hongaren László Moholy-Nagy en André Kertész.

Het belang van Schuitema als sleutelfiguur in de modernistische kunst in Nederland nam nog toe. Een jaar nadat deze foto is gemaakt, in 1930, ging hij samen met Gerard Kiljan het allereerste fotografieonderwijs verzorgen aan de Haagse Academie voor Beeldende Kunsten, naar voorbeeld van het Duitse Bauhaus. Zijn kunstopvattingen werden zo ook doorgegeven aan een nieuwe generatie beeldmakers.

De tentoonstelling Wereldschatten! Ontdek de collectie van de Universiteit Leiden is van 9 maart t/m 30 juni te zien in Museum De Lakenhal, in Leiden.

Maartje van den Heuvel is conservator fotografie bij de Bijzondere Collecties van de Universitaire Bibliotheken Leiden. In september 2012 ontving zij de Mr. K.J. Cathprijs vanwege de positieve zichtbaarheid van de Universiteit Leiden waaraan zij bijdraagt met haar werk. Afgelopen week won ze de Gouden Tulp (voor het beste non-fictieboek van 2012) voor het boek Zoet & Zout dat ze samen met journalist Tracy Metz schreef. Voor Mare schrijft ze iedere drie weken over de collectie. De columns verschijnen ook als ‘snapshot’, een e-mailservice vanuit de UB - zie http://disc.leidenuniv.nl.