Columns & opinie
Column: Brave New Leiden
woensdag 6 februari 2013

In 1931 schreef Aldous Huxley het boek Brave New World, en afgelopen woensdag, ruim tachtig jaar later, vond ik een mooi moment om het te lezen.

Een boek over de wereld van 2540, geschreven toen er nog geen iPhones waren. Ik dacht dat het grappig zou zijn, maar helaas beschrijft Brave New World een stabiele, gelukkige en tamelijk verontrustende maatschappij die mij net iets te veel doet denken aan ons eigen Leidse studentenwereldje.

Om te beginnen met het meest voor de hand liggend thema: drugsgebruik. In het boek gebruikt de gehele bevolking soma. Saai gesprek? Grammetje soma. Mislukte date? Twee gram soma. Kopje koffie? Halfje soma. Iedereen gelukkig.

Nu wil ik natuurlijk niet beweren dat de Leidse studentenbevolking iedere dag van de week een pilletje slikt om zich beter te voelen. Maar in het weekend wel. En laten we niet het enorme Ritalin-gebruik voor de tentamens vergeten, of de alcohol consumptie daarna.

Niet overtuigd? Ik daag je uit om een spetterend huisfeest te organiseren, en dan op het moment suprême aan 150 man uit te leggen dat er deze keer slechts appelsap en karnemelk te drinken is.

De andere thema’s uit Brave New World zijn ook interessant. Eén van Huxley’s personages is goed in zijn werk. Te goed. Prompt wordt hij verbannen naar een ver weg eilandje. Zo drastisch is onze zesjescultuur nog niet gevorderd, maar neem nu dit voorbeeld: ik gaf laatst een gastcollege over mijn promotieonderwerp en moest daar ook een tentamenvraag bij bedenken. Een paar dagen later kwam de hoofddocent bij mij langs. Of ik de vraag wat makkelijker kon maken. Hij bleef net zo lang in mijn kamer staan tot het niveau zo ver gedaald was dat mijn dertienjarig nichtje hem die avond bij een familiediner ook wist te beantwoorden.

Dat onze universiteit een lachertje is geworden betekent volgens Huxley overigens niet dat wij studenten ons niet alsnog superieur mogen voelen. Brave New World kent een klassensysteem, verdeeld naar niveau van intelligentie. De verschillende klassen interacteren nauwelijks met elkaar.

Zo ook de Leidse student. Natuurlijk is iedereen bevriend met een paar stumpers van de hogeschool, en zelfs die ene excuus-mbo’er kun je met een beetje geluk nog wel in je Facebook-vriendenlijst vinden. Maar heb jij de afgelopen jaren een biertje gedronken met iemand die zijn middelbare school niet heeft afgemaakt? Dit is een trend die door de jaren heen steeds sterker is geworden: onlangs verscheen een rapport waarin beschreven werd dat steeds minder hogeropgeleiden trouwen met lager opgeleiden en vice-versa.

In het boek krijgt de intelligente klasse via hypnose ingestampt dat de lagere klassen - hoe onsmaakvol ze ook mogen zijn - essentieel zijn voor de maatschappij. Nu worden wij studenten niet op regelmatige basis gehypnotiseerd, maar reclame komt toch aardig dichtbij. En zie daar, Leiden hangt tegenwoordig vol reclameposters met teksten als ‘jouw mobieltje was er niet zonder mbo’ers’.

Het meest frappante aan het boek is dat Huxley redelijk accuraat weet te voorspellen hoe we krampachtig ons falende economisch systeem in stand proberen te houden. Het levensdoel van de Brave New World bewoners is consumeren. Want zo lang men consumeert, moet er worden geproduceerd. En zo lang er wordt geproduceerd heeft onze maatschappij betekenis.

Zo ook in Nederland, waar regelmatig wordt geroepen dat we in een economische, sociale of zelfs morele afgrond glijden, alleen omdat we een jaartje slechts 0.1 procent economische groei halen, en dus nauwelijks beter af zijn dan tijdens die verschrikkelijke hongerwinter van 2011.

Wij Nederlanders komen weliswaar als uitermate gelukkig land uit de bus; Huxley laat zien dat we hard op weg zijn naar een ongelooflijk nare maatschappij. Die Brave New World, dat is Leiden, anno 2013.

Benjamin Sprecher, promovendus bij het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden